• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/41

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

41 Cards in this Set

  • Front
  • Back

beurskrach

sterke en snelle daling van de aandelenkoers op de beurs

consumptiemaatschappij

samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht

crisis

1. noodsituatie 2. (in de economie) periode van achteruitgang en werkloosheid

depressie

langdurige acheruitgang van de economie

interbellum

de periode tussen de twee wereldoorlogen

krediet

lening

lopende band

productiesysteem waarbij werknemers telkens dezelfde handelingen uitvoeren aan voorbijkomende producten

New Deal

politiek van president Roosevelt om door overheidsuitgaven de economische crisis te bestrijden

roaring twenties

de roerige jaren 1920

collectivisatie

samenvoeging van privéboerderijen in grote gemeenschappelijke landbouwbedrijven

fascisme

antidemocratische, totalitaire, gewelddadige en extreem nationalistische politieke beweging

ideologie

politieke leer, geheel van ideeën over de inrichting van de samenleving

indoctrinatie

het systematisch opdringen van ideeën

koelakken

communistisch scheldwoord voor zelfstandige boeren

kolchoz

groot landbouwbedrijf waarop boeren samenwerkten en tegen vaste prijzen moest leveren aan de staat

planeconomie

economie waarbij de staat voorschrijft wat moet worden geproduceerd

stalinisme

variant van het communisme met extreme onderdrukking en extreme verering van één leider die alle macht heeft

totalitarisme

het streven naar totale controle over de maatschappij

concentratiekamp

gevangenkamp waar politieke tegenstanders en andere 'ongewenste' mensen zonder rechten bijeen worden gehouden

dolkstootlegende

het verhaal dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren door verraad van democraten

hyperinflatie

enormeninflatie

inflatie

het minder waard worden van het geld

links

(in de politiek) voor gelijkheid

nationaalsocialisme

antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging

nazi

afkorting van nationaalsocialist

rassenleer

leer van de nazi's dat er superieure en minderwaardige rassen zouden bestaan

rechts

(in de politiek) voor sterke orde en gezag en voor economische vrijheid

SA

afkorting van Sturmabteilung, partijleger van de NSDAP

SS

afkorting van Schutzstaffel, de elitetroepen van Hitler

aanpassingspolitiek

politiek om de overheidsuitgaven aan te passen aan dalende inkomsten

absolute meerderheid

meerderheid van meer dan 50 procent

minister-president

(premier) leider van de regering

NSB

Nederlandse nazipartij

stempelen

systeem met stempelkaarten om zwartwerken door werklozen te voorkomen

uitkering

geld dat iemand krijgt, bijvoorbeeld omdat hij werkloos is

verzuiling

verdeling van het volk in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties

Midden-Oosten

Egypte, Turkije, Iran, Israël en de Arabische gebieden in West-Azië

orthodox

volgens voorschriften van een geloof

seculier

wereldlijk, niet-godsdienstig

sharia

islamistische wetgeving, gebaseerd op de Koran

sjah

koning van Iran