• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/20

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

20 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Bouw van een cel

Is gevuld met cytoplasma waarin organellen zitten die elk gespecialiseerd zijn in het uitoefenen van een bepaalde functie. Het cytoplasma met de organellen wordt omgeven met het celmembraan ook wel plasmamembraan genoemd.

Functie cel

Energie maken en opslaan

Eigenschap cel

Kenmerken van het leven zoals: ademhalen, voedselvertering, stofwisseling, en reacties op veranderingen in de omgeving

Nucleus

A

Cytoplasma

B

Celmembraan


C

Mitochondriën

D

Ribosoom

E

Celdeling

Uit een moedercel ontstaan 2 identieke dochtercellen waarna deze groeien naar de afmeting en samenstelling van de cel waaruit zij is ontstaan

Mitose

Back (Definition)

Levenscyclus van de cel

- deelfase


- groeifase


- functionele fase

Differentiatie cel

Een term voor de verandering van bouw ten behoeve van de functie (hoe ziet ie er uit)

Specialisatie van de cel

Het vermogen om een specifieke functie te kunnen vervullen (wat is de functie)

Functie nucleus

Bevat de erfelijke eigenschappen (DNA)

Functie ribosomen

Plek waar de eiwitten worden gemaakt (eiwitsynthese)

Functie mitochondriën

Maken ATP (energie)

Metabolisme/celstofwisseling

Zuurstof + voeding = koolstofdioxide + energie (afvalstoffen)

Anabolisme/assismilatie

Opbouwstofwisseling

Katabolisme/dissimilatie

Afbraakstofwisseling

Spelregels gezonde celdeling

1. Nieuwe cellen zien er net zo uit en functioneren net als de oude cel (hetzelfde gedifferentieerd en gespecialiseerd)


2. De del deelt alleen als de omgeving van de cel daar toestemming voor geeft, of als andere signalen zeggen dat het nodig is


3. Nieuwe cellen blijven zitten in het weefsel waar ze horen en hebben een vastgestelde levensduur