• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/104

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

104 Cards in this Set

  • Front
  • Back

bijzonderheid cel

kleinste eenheid die zich autonoom kan vermeerderen

waarom doen we studies aan cellen?


1 bestuderen controle celvermeerdering


2 bestuderen dynamiek cellulaire routing


3 cellen zijn een homogene bron voor DNA, RNA, eiwit

celkweek in vitro 1 voor- en 1 nadeel

voordeel: homogene celpopulatie


nadeel: cellen zijn uit fysiologische context gehaald

celgroei =

toename aantal cellen = celproliferatie


(in deze context)

nodig voor celproliferatie

1 voedingstoffen


2 groeifactoren


3 hechting aan substraat

welke voedingsstof wordt meestal gebruikt voor cellen in weefselkweek?

DMEM = Dulbecco's modified Eagle's medium

welke groeifactoren worden meestal gebruikt voor cellen in weefselkweek?

A) NCS newborn calf serum


B) gedefineerde groeifactoren

wat is serum

gestold bloed = witte bloedplaatjes zijn kapot --> groeifactoren zijn vrij

wat zit in NCS Newborn Calf Serum?

1 EGF epidermal growth factor


2 PDGF platelet derived growth factor


3 IGF insuline-like growth factor

welke algemene effect hebben groeifactoren?

de G1/S overgang

Teken een schema van de celcyclus

Tadaaa!!

verschillende vormen cellen in de celcyclus

G1 en S platte bol


G2 ronde bol


M dubbelbol

3H-thymidine (3H-TdR) om S-fase cellen aan te tonen


principe:

- 3H-TdR is radioactief


- TdR wordt in de cel alleen voor DNA gebruikt


- het wordt alleen ingeboudn in nieuw aangemaakt DNA


- fotogevoelige plaat laat alleen cellen zien, die radioaktieve celkernen bevatten = S-fase cellen

3H-thymidine (3H-TdR) om S-fase cellen aan te tonen


procedure:

- cellen in normaal medium


- weghalen medium


- 3TdR medium


- 1 uur laten groeien


- wegspoelen medium


- fotogevoelige plaat bepaalt % S-fase cellen

alternatief tot fotogevoelige plaat

meten 3H-TdR totale hoeveelheid in hele celpopulatie



(beide methodes zijn niet heel goed)

Methode: FACS



principe

- FACS = Fluorescence-activated cell sorting, a specialized form of flow cytometry


- kleurstof DAPI wordt toegevoegd aan cellen


- DAPI bindt alle DNA --> hoeveelheid DAPI in een cel is proportioneel met hoeveelheid DNA in de cel


- DAPI gebonden aan DNA fluoresceert


- cell sorter sorts cells according to their DNA content

FACS procedure

1 celcultuur wordt met DAPI geincubeerd


2 toevoegen trypsine (trypsinisatie) --> losse cellen


3 cells are put in the cell sorter


4 FACS image shows content of DNA in percentage of cells

hoeveel DNA heeft een cel in de verschillende fases van de cyclus

G1 cellen 100%


S cellen 100-200 %


G2/M cellen 200%

hoeveel cellen zijn in een asynchrone celcultuur gewoonlijk in welke fase?

(niet altijd gelijk!)



G1 30 %


S 50 %


G2/M 20%

3 methoden ter synchronisatie celculturen

1 mitotic shake off (selectie mitotische cellen omdat deze minder gehecht zijn aan het substraat dan cellen in een ander stadium)


2 celcyclus inhibitors (remmers DNA synthese en celafplatting)


3 groeifactoren onttrekken --> na 1 celcyclus zijn alle cellen in de G0- (rust) fase, vervolgens G0 cellem + gf --> cellen gaan synchroon de cyclus in en doorlopen de (eerste) cyclus ook synchroon


polypeptidegroeifactoren =

kleine eiwitten (6 - 30 kDa), hormonen die stimuleren tot groei --> celvermeerdering



6 kDa = 50 az

a) aan wie geven gf receptoren de signalen door en b) waartoe leidt dat uiteindelijk

a) aan 2 messenger


b) veranderde genexpressie

rol cysteinegroepen in eiwitten

(cysteine is een aminozuur)



Cysteinegroepen vormen disulfidebruggen


--> binding met andere cysteinegroepen


--> opgevouwen structuur en lussen

a) welke 3 aminozuren hebben een -OH groep in de zijketen



b) welke rol speelt dat in signaaltransductie

a)


S serine


T threonine


Y tyrosine



b) op deze plek kan de az met behulp va n ATP gefosforyleerd worden

a) welk enzym fosforyleert tyrosine


b) waar zit het

a) tyrosine kinase


b) in de eiwit domein van groeifactoren aan de binnenkant van de cel

hoe werkt de activtie van een gf receptor

1 gf bindt


2 dimerisatie


3 activatie eiwitdomein bv TyrKinase activiteit


--> signalen

a) wat is een split kinase


b) hoe noem je het tegendeel

a) soms is de tyrkinase domein onderbroken door een interkinase domein (voor regulatie)



b) tegendeel: continue kinase

Welke 5 groeifactor families bekijken we tijdens deze collegereeks?

1 EGF familie


2 IGF familie


3 PDGF familie


4 FGF familie


5 TGF beta familie

a) 2 eigenschappen EGF growthfactors


b) hoeveel EGF-like gfs bestaan


c) noem 3 voorbeelden

a) kleine moleculen ca. 6 kDA = 50 az, stabiliteit door 3 S-S bruggen


b) 11


c) EGF (epidermal), TGF alpha (transforming), NRG (neuregulin)

a) hoe heet de familie van EGF receptoren


b) hoeveel receptoren bevat deze familie


c) waar spelen deze gf receptoren een belangrijke rol?

a) ErbB-familie


b) 4


c) tumoren van huid, long (epidermal --> huid)

Teken de EGF receptoren

(samenvatting pagina 4)

welke 4 EGF receptoren zijn er en welke gfs kunnen ze binden?

EGFR (= ErbB1) bindt EGF of TGF alpha



ErbB2 (= neu = HER2) is een orphan receptor, kan geen gf binden, zit altijd in de actieve conformatie --> dimerisatiearm --> kan heterodimeriseren (geen homodimerisatie mogelijk vanwege negatief geladen az)



ErbB3 bindt neuregulin (NRG), heeft een defecte TK activiteit --> homodimeer inactief, heterodimeer wel actief



ErbB4 bindt neuregulin (NRG)

wat is bijzonder aan TGF alpha?

het is de embryonale vorm van EGF, hij is ook belangrijk in tumoren

wat weet je over EGFR dimerisatie

- vormt homodimere of heterodimeren met andere receptoren van de ErbB familie


- hogere concentratie EGFR --> vooral vorming homodimeren


- lagere concentratie EGFR --> vooral heterodimeren


- heterodimeren zijn iets potenter in het stimuleren van groei vanwege diverse signalen

2 verschillende wegen genregulatie door 2nd messengers

1 2nd messenger fosforyleert een nucleaire transcriptiefactor (NTF) --> activatie --> transcriptie gen


2 2nd messenger bindt ligand = nuclair hormoon (hydrofobe stoffen bv oestrogen, testosteron), deze bindt de transcriptiefactor

een transcriptiefactor kan geactiveerd worden door

1 fosforylatie door 2nd messenger


2 een ligand te binden, een nuclear hormoon (dan wordt de transcriptiefactor nuclear hormone receptor genoemd)

Op welke manieren wordt bij drug development ingegrepen in het cellulair systeem?

1 wegvangen gfs (anti-lichaam)


2 blokkeren van een receptor (anti-lichaam)


3 TK blokkeren (TKI = TK inhibitor)


4 blokkeren 2nd messengers


5 blokkeren nucleaire hormoon receptor


6 blokkeren aanmaak nucleair hormoon

wat voor soort tumor is borstkanker?

epitheliale tumor

belangrijkste eigenschap tumor

heterogeniteit

4 methodes tumorbehandeling

1 operatief verwijderen


2 chemotherapie: algemene celdodende middelen


3 bestraling


4 targeted drugs

rol oestrogen in borstkanker

- borstkankercellen hebben oestrogen nodig om te vermeerderen (oestrogeen gevoelig voor groei)


- dus: werking oestrogeen stilleggen voor bestrijding tumor


- oestrogen is een nuclear hormone (bindt aan hormoon rceptor = transcriptiefactor)


- 2 strategien: blokkeren nuclaire hormoon receptor of blokkeren aanmaak nucleair hormoon

blokkeren nucleaire hormoon receptor als strategie in borstkanker


- receptor antagonist = type ligand die bindt aan receptor maar activeert hem niet


- oestrogeen receptor antagonist: tamoxifen

blokkeren aanmaak nucleaire hormoon als strategie in borstkanker

- oestrogeen biosynthese: cholesterol --> testosteron --> oestrogen


- aromatase is het enzym voor de omzetting van testosteron naar oestrogen


- aromatase-remmers worden gebruikt

stappen behandeling borstkanker

1. operatieve verwijdering


2. chemotherapie


3. tamoxifen of aromatase-remmers



--> of tumor komt niet terug


--> of tumot komt terug als oestrogeen-ongevoelige tumor, niet meer te behandelen met tamoxifen

oestrogeen-ongevoelige tumor (borstkanker)


a) eigenschappen


b) behandeling

a) brengt hoog ErbB2 ( = neu = HER2)tot expressie


b) antilichaam tegen ErbB2. die voorkomt dimerisatie, voorkomt werking ErbB2:


trastuzumab (= Herceptin), een zogenaamd gehumaniseerd monoklonaal antilichaam

Hoe zie het eruit als Herceptin de dimerisatie van ErbB2 voorkomt? Teken!

samenvatting pagina 6

wat weet je over B-cellen en antilichamen

- elke B-cel maakt een bepaald antilichaam tegen een lichaamsvreemde stof


- B-cellen die antilichamen tegen lichaamseigen stoffen maken ondergaan apoptose tijdens B-cel ontwikkeling


wat gebeurd als je een humane eiwit in een dierlijke cel geeft

- een mengsel van antilichamen bindt aan het eiwit


- tegen elke antigene site bindt een antilichaam --> 'polyclonale antilichamen'


- als dat eiwit verontreinigd is omdat nog er nog een stukje van een ander eiwit aanzit komen ook andere antilichamen erbij, die niet specifiek voor dat eiwit zijn

2 problemen als je specifieke antilichamen wilt verkrijgen door het inbrengen van een humane eiwit in een dierlijke cel

1 je moet heel zuivere eiwitten inspuiten


2 je moet de procedure altijd herhalen als je de antilichamen nodig hebt

2 problemen als je specifieke antilichamen wilt verkrijgen door het inbrengen van een humane eiwit in een dierlijke cel



--> Hoe los je probleem 2 op (je moet de procedure altijd herhalen als je de antilichamen nodig hebt)

- een antilichaam dat bindt aan het zuivere eiwit (niet aan de verontreiniging) word aangemaakt door een specifieke B-cel


- deze B-cel moet je in de handen krijgen --> dan krijg je de antilichamen waarin je geinteresserd bent


- probleem: B-cellen zijn niet lang in kweek te houden, zij gaan dood na een tijd

Hoe hou je B-cellen langer in kweek om gewenste antilichamen te verkrijgen?

- fusie van de B-cel met een myeloma cel met behulp van PEG


- PEG = polyethyleen glycol: onttrekt water en leidt tot fysie


- myeloma cel heeft tumorigen karakter en kan permanent gekweekt worden


- er ontsaat een hybridoma (= hybrid cell line) = de gefuseerde cel: produceert gewenste antilichamen en kan permanent gekweekt worden --> monoklonaal antilichaam

a) welke dieren worden gebruik om monoklonale en polyklonale antilichamen te makent?


b) 2 kenmerken monoklonaal antilichaam

a)


polyklonaal: konijn


monoklonaal: muis


b) is ook te gebruiken tegen verontreinigd antigen, is een voortdurende bron

Hoe maak je een gehumaniseerd monoklonale antilichamen?

- maak monoklonaae antilichamen in een muis met behulp van hybridoma


- humanisatie:


1 het antilichaam gemaakt in de muis wordt in de mens gespoten --> afweerreactie


2 isolatie cDNA uit hybridoma dat codeert voor het variabel gedeelte van de antilichamen


3 het vaste (muis-specifieke) gedeelte van de antilichamen wordt vervangen door een humane Fc domein

teken het schema van een antilichaam

samenvatting pagina 7

voorbeeld monoklonaal gehumaniseerd antilichaam

trastuzumab = Herceptin, een antilichaam tegen ErbB2 ter bestrijding oestrogeen-ongevoelige borstkanker (een tumor die naar tamoxifen of aromatase behandeling terug komt)


--> daarna bestaat nog steeds het risico dat de tumor terug komt

uitleg naamgeving trastuzumab en Herceptin

trastuzumab: de chemisch naam, strategisch en extra moeilijk gekozen door ontwikkelaars, onder deze naam mogen andere het medikament naar een tijdje verkopen


Herceptin: verkoopnaam, mag alleen de ontwikkelaar gebruiken

a) wat zijn voorbeelden van epitheliale tumoren?


b) welke eigenschap hebben veel epitheliale tumorcellen?


c) welke geneesmiddelen worden daarom tegen dit soort tumoren gebruikt?

a) longkanker, hoofd-/halstumoren, borstkanker
b) overexpressie EGFRs


c) geneesmiddelen tegen EGFR


- erlotinib


- gefitinib (primaire keus longkankerbehandeling)


deze middelen blokkeren specifiek de ATP pocket van de EGFR

welke hoofdbehandelingen bestaan tegen kanker?

1 operatieve verwijdering


2 cytostatica


3 bestraling


4 targeted drugs


5 combinaties

wat zijn targeted drugs?

1 kleine organische moleculen bv erlotinib, gefitinib


2 biologicals bv trastuzumab


- eiwithormonen


- antilichamen

wat betekenen


- ib


- mab


aan het eind van de namen van sommige geneesmiddelen

ib = inhibitor


mab = monoclonal antibody

wat zijn de stappen van een clinical trial

1 patent (=octrooi) op vinding


2 in vitro test


3 dierproef


4 mens


5 FDA approval


6 phase IV trial


7 patent ± 20 jaar (disclosure = Bekanntgabe)

wat houdt de in vitro test van een clinical trial in?

remt proces dosis afhankelijk

wat houdt de dierproef van een clinical trial in?

1 wat doet het dier met de stof


2 wat doet de stof met het dier

wat moet getoetst worden in de phase van een clinical trial waar het medicijn aan de mens wordt getoetst?

phase I trial: safety (veiligheid) ± 20 gezonde personen



phase II trial: effectiviteit ± 100 personen (doet het wat?)



phase III trial: werkt jouw stof beter dan de bestaande praktijk? (1000 - 2000npatienten double-blind), deze phase is langdurig en kostbaar, het grootste hindernis in de ontwikkeling van een geneesmiddel

wat is de FDA approval?

FDA = Federation Drug Administration (USA) EMA (Europa)


zij moeten een medizijn goedkeuren voordat het verkocht mag worden

Wat is de phase IV trial?

in deze trial wordt bepaald hoe dat product op de markt gebracht wordt: dosis, frequentie etc.

wat houdt het patent van ± 20 jaar voor een geneesmiddel in?

de ontwikkelaar mag het als enige op de markt brengen, na 20 jaar hoort het bij de generieke medicijnen

welke soorten imuuntherapie bestaan tegen kanker?

1 actief (kanker weinig resultaat)


2 passief (trastuzumab)


3 algemene activering T-cellen (ipilimumab)

a) welke soorten kanker geven bijzonder slechte overlevingskansen/prognose?


b) hoe lang is de overlevingsprognose meestal?


c) wat betekent dat voor onderzoek aan deze tumoren?

a)


- melanoom


- pancreas-kanker


- glioblastoom (hersentumor)


b) 3-12 maanden


c) heel aantrekkelijk voor onderzoek, trial III is makkerlijker b.v. ipilimumab

a) Welke IGF kennen wij?


b) waar in het lichaam vind je welke van deze IGF?

IGF1 (lever)


IGF2 (embryo)


insuline (pancreas)



IGF1 en IGF2 zijn in het bloed gebonden aan IGF bindende eiwitten en zijn dan inactief

welke bijzondere rol speelt IGF1?

IGF1 is verantwoordelijk voor de groeispurt in de puberteit

Teken de IGF receptoren

samenvatting pagina 9

welke IGF receptoren kunnen welke IGFs binden?

insuline, IGF1 en IGF2 binden met hoogste affiniteit aan hun eigen receptoren


- IGF1R


- IGF2R


- insuline receptor


Zij kunnen echter ook aan sommige andere receptoren binden, --> Zie schema samenvatting pagina 9, teken dat.


wat betekent een hofe affiniteit van een ligand tot een receptor?

een lage concentratie is voldoende om de receptor te verzadigen

in welke celsignaleringsroutes hebben de drie IGF receptoren hun functie?

IGF1 receptor: suiker en vetmetabolisme


IGF2 receptor: afbraak stoffen


insuline receptor: celproliferatie

Teken de 3H-TdR inbouw bij verschillende concentraties IGF

pagina 10 samenvatting

wat is de rol van IGF2 tijdens de embronaal-


ontwikkeling?

- genomic imprinting (battle of the sexes): different genes are epigenetically silenced in egg- and sperm cells


- allel vader of allel moeder specific actief


- methylering promoter inactiveert allel


- maternal genes: IGF2 gemethyleerd


- paternal genes: IGF2R gemetyleerd


--> they normally cancel each other out


- changing the copy of one gene dramatically effects size of mice offspring


welk effect zouden volgende veranderingen hebben in betrekking tot genetic imprinting van IGF2 genes in muizen


1 deleting mother's IGF2R gene


2 deleting father's IGF2 gene


3 both, 2 and 3

1 overly large offspring


2 dwarf offsping


3 normally sized offspring

waar in je lichaam vind je PDGFs?

o.a. in bloedplaatjes

waar komen PDGF receptoren tot expressie?

selectief in mesodermale cellen


- bindweefsel


- spier


- bot


- etc.

a) wat voor PDGFs ken je?


b) wat is bijzonder aan hun?

a) er bestaan PDGF-A, PDGF-B, PDGF-C en PDGF-D ketens


b) deze zijn alleen actief als dimer van 2 ketens, alleen A en B ketens vormen actieve groeifactoren, namelijk AA, BB of AB, de twee ketens zijn verbonden door 2 S-S bruggen

a) welke PDGF receptoren ken je?


b) inhoeverre zijn ze vergelijkbaar en waardoor verschillen deze van elkaar?

a) PDGF-alpha receptor en PDGF-beta receptor


b) zij hebben dezelfde structuur maar andere aminozuren --> andere bindingsplekken

Teken de PDGF receptoren die je kent!

samenvatting pagina 10

Wanneer zijn PDGF receptoren actief?

- Alleen als dimer, dimerisatie vindt plaats bij binding van een PDGF aan de receptor.


- er bestaan homo- en heterodimeren: alpha-alpha, alpha-beta en beta-beta PDGF receptor dimeren

Onder welke naam staat PDGF-B ook bekend?

sis

welke PDGF receptoren binden welke PDGFs?

de PDGF-A keten bindt alleen de alpha PDGF receptor


de PDGF-B keten bindt zowel de alpha als de beta PDGF receptor


DUS


PDGF-AA --> alpha/alpha receptor


PDGF-AB --> alpha/alpha of alpha/beta receptor


PDGF-BB -->

Teken de 3H-TdR-inbouw tegen de PDGF concentratie

samenvatting pagina 11

Herhaal de regels voor gennamen

- volgens de regels van de Human Genome Nomenclature (HUGO namen)


- 1 naam per gen en bijhorend eiwit


- gennaam cursief, eiwitnaam rechtop


- humaan: alle letters groot, muis: alleen de eerste letter groot


- wt (+/) ko (-/-) hemi-zygoot (+/-)

a) wat voor een remmer bestaat tegen PDGFR?


b) bij welke kanker speelt hij een rol


c) welke functie heeft hij nog?

a) remmer tegen PDGFRA: imatinib (Gleevac)


b) succesvolle geneesmiddel tegen leukemie


c) remt ook kit en BCR-ABL


- kit is een receptor die op PDGFRA lijkt


- BCR-ABL is een fusie eiwit dat ontstaat door een chromosomale omlegging die leidt tot chronische myeloide leukomie

a) Welke FGFs ken je?


b) waardoor verschillen ze van elkaar?

a) er zijn 23 (FGF1-23), wij leren


FGF-1 = aFGF (acidic)


FGF-2 = bFGF (basic)


FGF-4 = kFGF (kaposi)


FGF-7 = kFGF (keratinocyte)


b) FGF-1 en FGF-2 hebben geen signaalsequentie voor secretie (--> blijven in producerende cel zitten) terwijl FGF-4 en FGF-7 wel een signaalsequentie voor secretie hebben (--> worden door producerende cel gesecreteerd)

a) welke soorten groeistimulatie ken je?


b) waardoor verschillen ze van elkaar?

a) autokrien, parakrien, endokrien


b)


- auto: cel stimuleert zich zelf (veel bij tumoren)


- para: cel stimuleert naburige cel (bv tumorcel stimuleert normale cel)


- endo: op afstand, cel ontvangt groeistimulatie via klieren

welke rol speelt FGF-2 in de wondheling?

- FGF2 wordt aangemaakt door endotheelcellen


- receptoren voor FGF2 (= basic FGF = bFGF) zitten op endotheelcellen


- bFGF komt vrij bij verwonding en stimulert herstel

Teken schematisch de rol van bFGF in de wondheling

samenvatting pagina 12

welke FGF receptoren zijn er

a) Er zijn 4 FGF receptoren


FGF1


FGF2


FGF3


FGF4


b) mesodermale cellen, endotheel, neurale cellen

Teken een FGFR

samenvatting pagina 12

welke FGF receptoren binden welke FGF?

heel complex

Waarom hebben neuronen FGF receptoren als ze toch niet groeien?

- neuronen hebben groeistimulerende signalen nodig om niet apoptose in te gaan:


anti-apoptotische werking

Wat weet je over neovascularisatie/angiogenese in betrekking tot tumoren?

- gestimuleert door groeifactoren van de VEGF familie (vascular endothelial growth factor)


- VEGF receptoren hebben 7 IG domeinen en een split kinase


- behandeling tegen tumoren die hier aangrijpt: bevacizumab: bindt VEGF (wegvangen)


- belangrijk middel tegen tumoren die bijzonder afhankeljik zijn van VEGF


- kleine organische moleculen kunnen oraal ingenomen worden


- andere niet kl.org.mol. moeten intraveneus ingenomen worden (belastend, duur)


a) wat weet je ovre de Met receptor?


b) welke rol speelt hij bij tumoren?

a) hij bindt de HGF = hepatocyte gf = scatter factor en induceert EMT = epithelial mesenchymal transition


b) HGF maakt op deze manier het ontstaan van metastasen mogelijk

Wat voor TGFbeta groeifactoren zijn er?

- de TGFbeta familie heeft ongeveer 50 leden


- er zijn enkele subfamilies


TGFbeta (zelf)


BMP (bone morphogenic protein)


activine, inhibine


etc.

waar in het lichaam vindt je TGFbeta?

in de bloedvaatjes, hier is TGFbeta in de latente vorm (inactief)

wat is bijzonder aan de TGFbeta synthese?

- de RNA codeert voor pre-pro-TGFbeta
- TGFbeta wordt eerst in de vorm van een precursor molecuul gesynthetiseerd: dit bevat naast de TGFbeta-homodimeer ook een 'pro'peptide regio en een 'pre' signaal sequentie


- TGFbeta is in de meeste cellen va ons lichaam te vinden, maar in de latente (inactieve) vorm, wordt geactiveerd als het nodig is


- TGFbetawordt geactiveert als proteolytische enzymen de pro domein afbreken (TGFbeta en pro zijn niet-covalent gebonden)

hoe/ wanneer gebeurt TGFbeta activatie ?

1. lage pH --> dissociatie pro en TGFbeta (lab)


2. afbraak pro --> actief TGFbeta bv bij bloedstolling

Welke werking heeft TGFbeta?

1 groeistimulatie: op niet-getransformeerde mesodermale cellen (bv fibroblasten (spier, bot), borstcellen), indirect via inductie PDGFs


2 groeiremming: nagenoeg alle andere cellen bv ook tumorcellen, imuuncellen


3 inductie extracellulaire matrixeiwitten (fibronectin, collagen)