Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
15 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Hoe werkt het docking van transport vesicles? |
Via specificiteit van de naakte vesicle (zonder coat) door 5 componenten: 1. Rab small-GTPase op vesicle coat 2. Rab effector op target membraan 3. Thetering complex 4. Phosphoinositide lipides 5. SNAREs |
|
|
Hoe werkt de fusie van transport vesicles? |
SNARE complex assembly: - specificiteit door 1. interactie SNAREs op donor membraan b.v. VAMP2 met 2. SNAREs op acceptor membraan b.v. Syntaxin I met SNAP25 snare proteins twist around each other like marshmallow sweets |
|
|
Hoe werkt de membraanfusie bij transportvesicle fusie? |
- details niet bekend - met behulp van SNARE zippering: alpha-helical coiled coil bundle --> 4 alpha-helices - doordat SNARE eiwitten om elkaar heen draaien, trekken ze de membranen dichter bij elkaar |
|
|
Wat gebeurt na de vesicle membraan fusie? |
SNARE recycling and disassembly: NSF in conjunction with alpha-SNAP binds to the SNARE complexes --> dissociation SNARE complexes, deze stap kost ATP (ASF is de ATPase) also, RAb dissocitaed from Rab effector |
|
|
Noem de stappen van de SNARE cyclus |
1. enkele SNARE op donor (v-SNARE) en acceptor (t-SNARE) membraan 2. vorming SNARE complex 3. vesicle fusion 4. NSF en alpha-SNAP binden SNARE complex 5. ATP-riven dissociation of SNARE complex door ASF en alpha-SNAP 6. v-SNARE recycling 7. vesicle budding 8. --> 1. |
|
|
Wat zijn de 7 stappen van de vescile cyclus? |
1. Initiation 2. Budding 3. Scission 4. Uncoating 5. Tethering 6. Docking 7. Fusion |
|
|
Wat betekent tethering? |
bindend |
|
|
Waardoor ontstaat specifieke organelidentiteit? |
door specifieke 1. RAB GTPases 2. SNAREs 3. tethering complexen 4. phosphoinositol lipides 5. coat eiwitten b.v. COPII |
|
|
Noem een paar SNARE vorbeelden |
Syntaxin SNAP-25 VAMP |
|
|
wat is een voorbeeld van organelidenteit door specifieke SNAREs? |
epitheelcellen brengen apicaal en basolateraal Syntaxin-3 en Syntaxin-4 tot expressie respectievelijk |
|
|
Wat zijn de SNAREs van COPII?
|
Bet1, Sec22b
|
|
|
Hoe recruteren tethering complexen tethering vesicles? |
door de recrutering van 1 coat eiwitten 2 RAB GTPases 3 SNAREs 4 PIs |
|
|
Wat weet je over de verschillende PIs die betrokken zijn bij vesiculair transport? |
- er zijn 7 verschillende PIs (verschillende PIPs, PIP2s en 1 PIP3) - worden door specifieke PI-kinases en fosfatases omgevormd in elkaar |
|
|
Wat is coincedence detection? |
er moeten altijd b.v. een bepaald Rab en een bepaald SNARE worden gebonden. Zonder de goede Co-factor geen binding --> specificiteit voor meerdere eiwitten/moleculen tergelijkertijd |
|
|
Welke rol spelen microtubuli tijdens vesiculair transport? |
- dicht netwerk microtubuli in cellen - vanuit MTOC microtubuli organizing center - vesicles kunnen over microtubuli bewegen - b.v. rol in transport tussen ER in Golgi in dieren - eigenlijk overal in de cel voor transport - microtubuli zijn polair: + eind: peripherie van de cel - eind: MTOC - voorbeeld van transport mbv microtubuli: COPII vesicle kan mbv dyneine naar min eind van microtubuli wandelen - de precieze functie van microtubuli verschilt tussen celtypes - er zijn ook afwijkende tafficking routes = unconvetional secretion pathways |
