Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
15 Cards in this Set
- Front
- Back
Volgens wat delen we de doelen in? |
Taxonomie van Bloom Onderverdeling van Gagné Nieuw systeem |
|
Bloom? |
I Cognitieve leerdoelen: 1. Kennen 2. Begrijpen 3. Toepassen 4. Analyseren 5. Synthetiseren 6. Evalueren II Affectieve leerdoelen III Psychomotorische leerdoelen |
|
Gagné? |
I. Reproduceren van geleerd materiaal II. Intellectuele vaardigheden 1. Onderscheid maken 2. Hanteren van concrete begrippen 3. Hanteren van gedefinieerde begrippen 4. Hanteren van probleemoplossingsregels 5. Hogere orde complexe problemen oplossen III. Cognitieve strategieën
|
|
Nieuw systeem |
Soorten kennis: - feiten - begrippen - procedurele - metacognitieve Cognitieve processen 1. Herinneren 2. Verstaan 3. Toepassen 4. Analyseren 5. Evalueren 6. Creëren |
|
Ordening van leerinhouden |
Door leerling Door docent - Lineair - Spiraal vormig - Elaboratief |
|
Ordening van leerinhouden: binnen lineair (Posner & Strike) |
- Realiteitsgebonden - Begripsgebonden - Onderzoeksgebonden - Leergebonden - Gebruiksgebonden |
|
Facetten waarop werkvormen verschillen |
- Aard - Activiteit lkr - Groeperingsvorm - Zelfstandigheid |
|
Voorwaarden om samen te werken volgens Johnson & Johnson |
1. Positieve interdependence 2. Persoonlijke aansprakelijkheid 3. Mate van interactie 4. Sociale vaardigheden 5. Functioneren niveau van groep |
|
6 condities (verschillen tussen test en assessment) |
1. Authenticiteit 2. Aantal momenten 3. Beheersingniveau 4. Dimensies van competenties (cognitief => meerdere) 5. Relatie tot het leerproces (geïsoleerd => geïntegreerd) 6. Verantwoordelijkheid |
|
Welke 4 onderwijsbenaderingen zijn er? |
1. Geprogrammeerde instructie 2. Cognitieve apprenticeship/krachtige leeromgeving 3. Probleemgestuurd onderwijs 4. Competentiegericht onderwijs |
|
Onderwijsactiviteiten binnen de situated cognition? |
1. Modelleren 2. Scaffolding 3. Coaching 4. Articulatie 5. Reflectie 6. Exploratie 7. Generaliseren 7A Decontextualiseren 7B Veralgemenen 7D Fading |
|
Geef de zevensprong |
1. Elaboreren (probleem doorlezen) 2. Representeren (probleem definiëren) 3. Analyseren in groep (brainstormen) 4. Samenvatten en evalueren 5. Individuele leerdoelen formuleren 6. Informeren 7. Oplossing formuleren |
|
Onderverdeling leerfuncties |
I. Doceeractiviteiten
- Cognitieve - Affectieve - Regulatieve |
|
Leerstijlen volgens vermunt (+ componenten) |
A. Ongericht B. Reproductiegericht C. Betekenisgericht D. Toepassingsgericht Cognitieve leerstrategieën Nauwelijks - stapsgewijs - diepgaand - concreet Regulatieve leerstrategieën Gebrek aan sturing - externe sturing - interne sturing - beide Leeropvatting Stimulerende leeromgeving - opnemen van kennis - verwerken en opbouwen van kennis - gebruiken van kennis Leeroriëntatie Ambivalant - Prestatiegericht - Persoonlijke interesse - Beroepsgericht |
|
Waarin verschillen leerlingen (behalve de leerstijlen met componenten) nog? |
1. Voorkennis 2. Individuele en sociaal-culturele verschillen 3. Intelligentie 4. Persoonlijkheid (Big five) 5. Leeftijd en ervaring 6. Sekse 7. Sociaal-economische achtergrond 8. Culturele achtergrond 9. Sociale competentie |