Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
6 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Noem de drie fases van de bloedstolling |
1. Primaire hemostase 2. Vorming van het bloedstolsel 3. Fibrinolyse (opruimen van het bloedstolsel) |
|
|
Beschrijf kort de primaire hemostase |
Als er een gat in een vaatwand komt, komt subendotheliaal collageen in contact met de von Willebrand factor en deze binden zich aan elkaar. Zo kan dit weer binden aan trombocyten (glycoproteine Ib) -> von willebrand factor is de brug tussen vaatwand en trombocyt. Glycoproteine IIb/IIIa receptor komen aan de oppervlakte van het bloedplaatjeen klonter samen met andere geactiveerde bloedplaatjes mbv in bloed aanwezige fibrinogeen. |
|
|
Beschrijf de vorming van het bloedstolsel |
1. Tissuefactor wordt mbv factor VII omgezet in factor VIIa 2. Factor VIIa zet factor X om in factor Xa 3. Factor Xa en factor V zetten protrombine om in trombine 4. Trombine zet fibrinogeen om in het onoplosbare fibrine |
|
|
Beschrijf de fibrinolyse |
Plasmine kan het onoplosbare fibrine omzetten in oplosbaar fibrine afbraak product. Dit gebeurd mbv t-PA (tissue plasminogeen activator) en U-PA (urokinase PA) |
|
|
Welke stollingsfactoren zijn vitamine-K afhankelijk? |
Factor II, VII, IX en X |
|
|
Wanneer spreken we van een aneurysma vd thoracale aorta? |
Als de diameteranderhalf keer zo groot is als die van de ' gezonde' aorta boven en onder de verwijding |
