Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
24 Cards in this Set
- Front
- Back
fossiel |
afdrukken, (versteende) harde delen of complete organismen die paleontologen veel informatie geven over uitgestorven dieren |
|
gidsfossielen |
bepaalde fossielen waarvan de ouderdom is vastgesteld |
|
realtieve ouderdomsbepaling |
met gidsfossiel ouderdom van aardlaag (of andere fossielen uit die aadlaag) bepalen |
|
absolute oudersomsbepaling |
precieze ouderdom van aardlaag of fossiel bepalen onderzoekers met natuurkundige technieken (isotopen) |
|
isotopen |
verschillende vormen van een element, elk met een eigen atoommassa |
|
allelfrequentie |
aandeel van elk allel in de genenpool van de populatie |
|
evolutie |
langdurige veranderingen in allelfrequenties en mutaties in het DNA leiden tot nieuwe combinaties van allelen. dit kan leiden tot het ontstaan van nieuwe soorten |
|
mutagene straling/ stoffen |
oorzaken van veranderingen in het DNA |
|
puntmutatie |
een stikstofbase in het DNA veranderd |
|
chromosoommutatie |
veranderen van grote stukken DNA |
|
genoommutatie |
aantal chromosomen veranderd |
|
recombinatie |
door recombinatie van de allelen van beide ouders levert bij geslachtelijke voortplanting genetische variatie in de nakomelingen |
|
genetische variatie |
door mutatie en recombinatie ontstaat binnen een soort veel variatie in het genoom, door deze variatie krijgt evolutie een kans |
|
voortplantingssucces |
organismen met succesvolle allelen hebben meer voortplantingssucces, allel zal in in volgende generatie vaker voorkomen |
|
natuurlijke selectie |
de omgeving (natuur) bepaalt welke individuen het langste leven en dus de meeste nakomelingen krijgen |
|
adaptie |
omgeving bepaalt allelfrequentie. populatie raakt steeds beter opgewassen tegen selectiedruk |
|
selectiedruk |
snelheid waarmee adaptie optreed, hoe groter selectiedruk hoe groter de snelheid van natuurlijke selectie |
|
fitness |
geeft aan hoeveel een eigenschap bijdraagt aan voortplantingssucces |
|
Genetic Drift |
veranderen van samenstelling van genenpool door toeval |
|
seksuele selectie |
leidt tot grotere voortplantingskans, niet tot een grotere overlevingskans |
|
kunstmatige selectie |
selectie van buitenaf, zodat er 'betere'producten komen |
|
reproductieve isolatie |
meerdere soorten kunnen uit één soort ontstaan: - isolatie in ruimte: barrière splitst populatie in tweeën - isolatie in tijd: ander moment van dag/jaar sexsueel actief - isolatie in gedrag: baltsgedrag veranderd voor een deel - isolatie in uiterlijk: deel van populatie krijgt ander uiterlijk |
|
genenpool |
genetische variatie binnen een populatie |
|
Biodiversiteit |
veel diversiteit, grote biodiversiteit biedt grote kans op het voortbestaan |