Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
9 Cards in this Set
- Front
- Back
II. De basisprincipes
II.1.1.1 V II.1.1.2 I II.1.1.3 R II.1.1.4 D |
II.1.1.1 Verantwoordelijkheid
II.1.1.2 Integriteit II.1.1.3 Respect II.1.1.4 Deskundigheid |
|
II.1.1.1 Verantwoordelijkheid
|
Psychologen onderkennen hun professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen, hun omgeving en de maatschappij. Psychologen zijn verantwoordelijk voor hun beroepsmatig handelen. Voor zover dat in hun vermogen ligt zorgen zij ervoor dat hun diensten en de resultaten van hun handelen niet worden misbruikt.
|
|
II.1.1.2 Integriteit
|
Psychologen streven naar integriteit in de wetenschapsbeoefening, het onderwijs en de toepassing van de psychologie. In hun handelen betonen psychologen eerlijkheid, gelijkwaardige behandeling en openheid tegenover betrokkenen. Zij scheppen tegenover alle betrokkenen duidelijkheid over de rollen die zij vervullen en handelen in overeenstemming daarmee.
|
|
II.1.1.3 Respect
|
Psychologen tonen respect voor de fundamentele rechten en waardigheid van betrokkenen. Zij respecteren het recht van betrokkenen op privacy en vertrouwelijkheid. Zij respecteren en bevorderen diens zelfbeschikking en autonomie, voor zover dat
te verenigen is met de andere professionele verplichtingen van de psychologen en met de wet. |
|
II.1.1.4 Deskundigheid
|
Psychologen streven naar het verwerven en handhaven van een hoog niveau van deskundigheid in hun beroepsuitoefening. Zij nemen de grenzen van hun deskundigheid in acht en de beperkingen van hun ervaring. Zij bieden alleen diensten aan waarvoor zij door opleiding, training en ervaring zijn gekwalificeerd. Datzelfde geldt ook voor de methoden en technieken die zij gebruiken.
|
|
III.1 Verantwoordelijkheid
III.1.1 De k III.1.2 C III.1.3 V III.1.4 V III.1.5 De p III.1.6 V |
III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen
III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen III.1.3 Voorkómen en beperken van schade III.1.4 Voorkómen van misbruik III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving III.1.6 Verantwoording |
|
III.2 Integriteit
III.2.1 B III.2.2. E III.2.3 R |
III.2.1 Betrouwbaarheid
III.2.2. Eerlijkheid III.2.3 Rolintegriteit |
|
III.3 Respect
III.3.1 A III.3.2 A III.3.3 V |
III.3.1 Algemeen respect
III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.3 Vertrouwelijkheid |
|
III.4 Deskundigheid
III.4.1 E III.4.2 V III.4.3 De g |
III.4.1 Ethisch bewustzijn
III.4.2 Vakbekwaamheid III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen |