• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/22

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

22 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Produceren
Het maken van goederen en het verlenen van diensten.
Productie in enge zin
De productie door bedrijven en de overheid.
Productie in ruime zin
Alle activiteiten waarmee je in een behoefte voorziet.
Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt om te produceren. Er zijn vier groepen productiefactoren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.
Kapitaalintensief
Productie waarvoor in verhouding meer kapitaal dan arbeid wordt gebruikt.
Bedrijfstak (of branche)
Een groep gelijksoortige bedrijven.
Toegevoegde waarde
Waarde die een producent in elke productiefase toevoegt aan het product door het te bewerken.
Productiesectoren
Indeling van bedrijven in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector.
Productiekosten
Alle kosten die gemaakt zijn tijdens het productieproces van een goed of een dienst.
Arbeidsintensief
Productie waarvoor in verhouding meer arbeid dan kapitaal wordt gebruikt..
Bedrijfskolom
Alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een eindproduct.
Afschrijving
Het geldbedrag dat de waardevermindering van een kapitaalgoed aangeeft.
afzet
Het aantal verkochte producten
Omzet
De geldopbrengst van de verkochte producten
(verkoopprijs x prijs)
Brutowinst
Het verschil tussen verkoopwaarde (omzet) en inkoopwaarde.
Nettoresultaat (nettowinst of nettoverlies)
Het bedrag dat je van de brutowinst overhoudt (of te kort komt) na aftrek van alle bedrijfskosten.
Bedrijfskosten
Alle kosten die een bedrijf maakt bij de productie
Consumentenprijs
De verkoopprijs inclusief btw
Maatschappelijke kosten
De kosten ten laste komen van maatschappij. bijvoorbeeld die van milieuvervuiling.
Productiecapaciteit
Alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten samen.
Arbeidproductiviteit
De totale productie per werknemer in een bepaalde tijd, bijvoorbeeld per uur of per jaar
Arbeidsverdeling
Een zodanige verdeling van de werkzaamheden, dat iedereen doet waarin hij goed is