Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
18 Cards in this Set
- Front
- Back
Het regenwoud |
Een enorm uitgestrekt bos waar het hele jaar door veel regen valt. Het Amazone……….. in Zuid-Amerika is het grootste ………….. ter wereld. Het is bijna net zo groot als heel Australië. |
|
Het hooggebergte |
Een gebergte met bergen die hoger zijn dan 1500 meter. De hoogste berg van het Andesgebergte is bijna 7000 meter hoog. Het is de hoogste berg van Noord- en Zuid-Amerika.
|
|
De pampa |
Een grote grasvlakte in Zuid-Amerika.
|
|
De ijskap |
Een dikke ijsmassa die op het land ligt. De ……… op Antarctica is gemiddeld ruim twee kilometer dik.
|
|
Het poolstation |
Een plek op Antarctica waar wetenschappers en andere mensen wonen en werken.
|
|
De Zuidpool |
Het zuidelijkste punt op aarde. De ……….. ligt op Antarctica.
|
|
Inheems |
Planten, dieren én mensen die altijd in een bepaald gebied hebben geleefd noem je ………… Indianen zijn de ………… bevolking van Zuid-Amerika. Ze woonden hier al voor de komst van de Europeanen.
|
|
De Inca’s |
Een indianenvolk dat aan het eind van de 15e eeuw een enorm rijk in de Andes had. Door de Spaanse veroveraars kwam er een eind aan hun rijk. In de Andes liggen nog ruïnes van hun steden, zoals: Machu Picchu.
|
|
De gaucho |
Een Zuid-Amerikaanse cowboy. Ze leven op de pampa’s.
|
|
De metropool |
Een stad met miljoenen inwoners. Voorbeelden van Zuid-Amerikaanse …………… zijn São Paulo, Rio de Janeiro en Buenos Aires.
|
|
De BRIC-landen |
De afkorting bestaat uit de eerste letters van de landen Brazilië, Rusland, India en China. In deze vier landen samen woont bijna de helft van de wereldbevolking. En in al deze landen gaat het erg goed met de economie.
|
|
De sloppenwijk |
Een wijk waar veel arme mensen wonen. De huizen zijn er klein en staan dicht op elkaar. Tussen de huizen liggen smalle stegen. Daar komt ook de naam vandaan.
|
|
De delfstof |
Stoffen die in de aarde verborgen zitten. Je kunt ze opgraven. Dat noem je ‘delven’. Voorbeelden zijn: aardolie, ijzer, goud, zilver, koper en steenkool.
|
|
De dagbouw |
Een soort mijnbouw. Soms zitten de delfstoffen al meteen onder de oppervlakte. De mijnwerkers hoeven dan niet eerst diepe gangen te graven. Ze kunnen dus gewoon bij daglicht werken. Vandaar de naam: …………………….
|
|
De afzetmarkt |
Alle mensen die een bepaald product zouden kunnen kopen, vormen samen een …………….. Brazilië heeft bijna 200 miljoen mensen en heeft dus een grote ………………….
|
|
De ontbossing |
Het kappen van grote stukken bos. In het Amazoneregenwoud is er hier veel sprake van. In 10 jaar tijd is daar een gebied zo groot als Groot Brittannië gekapt.
|
|
Het tropisch hardhout |
Het hout van bomen uit een tropisch regenwoud. Dit hout is vaak harder dan het hout van gewone bomen en gaat daardoor lang mee. Veel mensen gebruiken dit soort hout dan ook graag voor hun huis of in de tuin.
|
|
De soja |
Een gewas. Het zaad en de bonen van deze plant worden voor van alles en nog wat gebruikt, bijvoorbeeld om biobrandstof of veevoer te maken. …………. zit ook in ons eigen voedsel. |