• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/39

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

39 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Geld
ruilmiddel om mee te betalen en is algemeen geaccepteerd.
(oppotmiddel) (rekeneenheid)
Ongedifferentieerde koopkracht
Met geld kan je alles kopen, niet aan bepaalde goederen gebonden
Hoge inflatie
is geld ontwaarding, ruilmiddel funcite wordt aangetast.
Intrinsieke waarde van geld
Is de marktwaarde van het materiaal waar het geld uit bestaat
Nominale waarde van geld
De waarde die op het geld is aangebracht
Centrale bank
monopolie op uitgifte van biljetten
Rekening-couranttegoed
Direct opeisbaar tegoed
Wederzijdse schuldaanvaarding
Bank aanvaardt een directe opeisbare schuld aan lener, lener aanvaardt een schuld op korte termijn aan de bank
Primaire liquiditeiten
Munten en bankbiljetten(chartaal geld)
Secundaire liquiditeitenmassa
Bestaat uit vorderingen van het publiek op de geldscheppende banken die in geld wordt omgezet
-Kortlopende spaartegoeden
-termijndeposito's
M3
Primaire en secundaire liquiditeitenmassa vormen samen de binnenlandse liquiditeitenmassa (M3)
rentebedrijf
rentemarge die wordt verdiend met een kredietverlening
Financiele instellingen doen (3)
- geldschepping
-efficient verloop van betalingsverkeer
-aanbieden van financiële diensten(provisies)
Liquiditeit
verhouding tussen liquide middelen en de schulden van een bank, en geeft mogelijkheid aan bank om aan de verplichtingen tegenover de rekeninghouders te voldoen
Solvabiliteit
de mogelijkheid van de bank om garant te staan voor eventuele verliezen op debiteuren met het eigen vermogen
Rentabiliteit
verhouding tussen de winst en EV
toevertrouwde middelen bank
girale tegoeden, termijndeposito's en spaargeld
Transactiemotief
doordat ontvangsten en uitgaven niet samenvallen in de tijd, hebben bedrijven en gezinnen kasgeld nodig
(vraag naar actief kasgeld)
Voorzorgsmotief
eventuele ongunstige financiele ontwikkelingen
(vraag naar inactief kasgeld, beïnvloed door hoogte van rente en de verwacht renteontwikkelingen)
Speculatiefmotief
belegginsoverwegingen
(vraag naar inactief kasgeld, beïnvloed door hoogte van rente en de verwacht renteontwikkelingen)
Kwantiteitstheorie van de vraag naar geld
benodigde hoeveelheid geld in een economie afhangt van de nominale waarde van de productie en de omloopsnelheid van geld. (analyseert behoeft van liquiditeit)
Omloopsnelheid van geld(3)
- stand van techniek
-betalingsgewoonten
-hoogte van de rente
(lage rente leidt tot lage omloopsnelheid)
indicatoren van inflatie(4)
-conjunctuur
-lonen
-wisselkoers
-prijs grondstoffen
Geldmakttekort
ECB zorgt ervoor dat Europese banken een permanent tekort hebben aan liquide middelen.
Instrument ECB beïnvloeden geldmarkttekort
Hoeveelheids- en prijsinstrumenten
-geldmarktkasreserve (bedrag banken verplicht te storten bij ECB)
Euro Interbank Offered Rate (Euribor)
Rente die Europese banken elkaar in rekening brengen
Extra lening = hogere rente (marginale betalingsrente/ bovengrens)
.................=lagere rente ( depositorente/bodemgrens)
Marginale - deposito = rentecorridor
Vreemde valutaswap
ECB kan de liquiditeitspositie van banken op korte termijn beïnvloeden
vermogensmarkt
schuldbekentenissen geruild voor geld
afstemmen van liquiditeitstekort en overschot
-geldmarkt - resterende looptijd 2 jaar
-kapitaalmarkt - meere dan 2 jaar
of
-primaire markt - verhandelen van nieuwe schuldbekentenissen
-secundaire markt- arktpartijen met een tijdelijk liquiditeitsoverschot waardepapieren met een lange looptijd kunnen kopen
Geldmarkt
-groothandelsmarkt
-detailhandelsmarkt
geldmarkt rente
Monetair beleid ECB
internationale geldstromen
economische ontwikkelingen
kapitaalmarkt
-openbare markt/effecten markt - handel in aandelen en obligaties)
-onderhandse markt - transacties tussen vermogensvragers en vermogensverschaffers door rechtstreekse onderhandeling
couponrente
rente op een obligatie
effectief rendement
verschil tussen koers van een obligatie en de nominale waarde
Kapitaalmarktrente
effectief rendement op de meeste recente tienjarige staatslening, hangt af van markt factoren
Marktfactoren(4)
- marktliquiditeit
-kredietwaardigheid van de overheid
-creditrating
-triple A rating
Verwachtingstheorie
rentestructuur van een land te verklaren

hoogte van de kapitaalmarktrente is afhankelijk van de huidige en de verwachte geldmarktrente
renterisico
-rentegevoeligheid
tot welk bedrag een onderneming blootstaat aan de invloed van renteschommelingen
-beweeglijkheid van de rente
Roll overlening
lange looptijd en variabele rente
Floating rate notes
looptijd van meer dan 2 jaar en de rente is ook variabel