Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
15 Cards in this Set
- Front
- Back
Accrual accounting |
Financiële gebeurtenissen vastleggen op het moment dat ze daadwerkelijk gebeuren |
|
Going concern |
De aanname dat een bedrijf niet binnen een bepaalde tijd failliet gaat |
|
De fundamentele karakteristieken |
Relevantie (voorspellende waarde of feedback) Betrouwbare weergave (compleet, neutraal en zonder fouten) |
|
Versterkende karakteristieken |
Begrijpelijkheid Betrouwbaarheid Vergelijkbaarheid Tijdigheid (op tijd bekendmaking) |
|
Doel van accounting |
Informeren om beslissingen te maken |
|
Assets |
Economische middelen waarvan men verwacht dat deze een economisch voordeel opleveren in de toekomst |
|
Vaste activa (noncurrent assets) |
Bezittingen waarvan er niet verwacht wordt dag ze binnen een jaar omgezet worden in geld, verkocht of het bedrijf verlaten -ppe -besrijfsmiddelen |
|
Vlottende activa (current assets) |
Bezittingen die binnen een jaar het bedrijf verlaten -voorraad -debiteuren -nog te ontvangen wissel -vooruitbegaalde huur - bank -kas |
|
Liabilities |
Schuld aan derden van een onderneming |
|
Liabilities |
Schuld aan derden van een onderneming |
|
Langlopende schulden (noncurrent liabilities) |
Schulden die niet binnen een jaar betaald worden -hypotheek -nog te betalen wissel -garantievoorziening |
|
Kortlopende schulden (current liabilities) |
-crediteuren -kortlopende rekening -nog te betalen salaris -nog te betalen interest -onverdiende omzet |
|
Equity |
Het eigen vermogen van de organisatie -aandelenkapitaal -ingehouden winst |
|
Equity |
Het eigen vermogen van de organisatie -aandelenkapitaal -ingehouden winst |
|
Formule ingehouden winst |
Winst vorig jaar + winst dit jaar - dividenduitkeringen |