Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
9 Cards in this Set
- Front
- Back
Hoogtegordels
|
Geeft aan hoe hoog een plek zich bevindt
|
|
Loefzijde
|
Natte kant van een berg waar de wind tegenaan waait |
|
Lijzijde
|
Droge kant van de berg waar geen wind komt |
|
alpenweiden
|
dat ligt boven de boomgrens en bestaat uit gras en mos
|
|
rotsgordel
|
ligt 2.500 m hoog het word kouder dus er kunnen geen planten meer groeien
|
|
gletjsers
|
dat is een ijs massa die langzaam naar het dal schuift
|
|
hooggebergte
|
gebergte met bergen die hoger zijn dan 1.500m
|
|
boomgrens |
de grens waar het te koud word voor boomgroei
|
|
|
|