Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
25 Cards in this Set
- Front
- Back
guerrilla
|
ongeregelde strijd tegen indringers of tegen het staatsgezag
|
|
wendbare
|
snel te draaien; draaibare
|
|
arsenaal
|
alle middelen waarover je kunt beschikken
|
|
munitie
|
lading waarmee men kan schieten; kogels
|
|
losgeld
|
bedrag dat je betaalt om iemand vrij te kopen
|
|
reders
|
eigenaars en exploitanten van schepen –
|
|
wapenfeiten
|
krijgshandelingen; heldendaden –
|
|
ontzag
|
achting; eerbied; respect
|
|
perspectief
|
invalshoek
|
|
afhandig maakte
|
roofde; pikte in
|
|
onafhankelijkheidsstrijd
|
gevechten die een bevolking voert om onafhankelijk en vrij te zijn
|
|
ondermijnen
|
verzwakken; aantasten
|
|
strategie
|
strijdplan; groots opgezet plan voor het voeren van een oorlog
|
|
onderscheppen
|
onderweg tegenhouden, zodat de bestemming niet bereikt wordt
|
|
eskader
|
groep oorlogsschepen of -vliegtuigen
|
|
slagkracht
|
vermogen om toe te slaan, bijvoorbeeld in een gevecht
|
|
muiterij
|
oproer; opstand
|
|
expansie
|
groei; uitbreiding, vaak van grondgebied of invloedssfeer
|
|
offensief
|
aanvallend
|
|
vrijbuiter
|
piraat of zeerover die kaapt voor eigen gewin,
|
|
subtiele
|
fijnzinnige; verfijnde
|
|
enteren
|
het eigen schip vastmaken aan een ander schip en er aan boord klimmen om het te veroveren
|
|
mariniers
|
soldaten bij de marine
|
|
defensief
|
verdedigend
|
|
escalatie
|
sterke toename; verergering; het heftiger worden (van ruzies, conflicten)
|