• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/48

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

48 Cards in this Set

  • Front
  • Back
l'endroit
de plaats, de plek (e)
le lieu
de plaats, de plek (l)
le point
het punt
local, locale
lokaal
la place
de plaats, de plek (p)
situé, située
gelegen
la situation
de ligging
la position
de plaats, de ligging, de positie
waar
ici
hier
daar
là-bas
daarginds
là-haut
daarboven
là-dessus
daarop
là-dedans
daarin, daarbinnen
là-dessous
daaronder
par terre
op de grond
à, en
in
chez
bij
partout
overal
nulle part
nergens
quelque part
ergens
autre part
elders, ergens anders (a p)
ailleurs
elders, ergens anders (a)
la direction
de richting (d)
vers
naar, in de richting van
se diriger vers
zich begeven naar
le sens
de richting (s)
l'orientation
de oriëntatie, het oriëntatievermogen
s'orienter vers quelque chose
zich naar iets richten, zich op iets voorbereiden
tout droit
rechtdoor
horizontal, horizontale
horizontaal
vertical, verticale
verticaal
à droite de
rechts van
à gauche de
links van
en avant
voorwaarts, naar voren
en arrière
achterwaarts, anar achteren
opposé, opposée
tegenovergesteld
en sens inverse
in tegenovergestelde richting
parallèle à
evenwijdig aan, parallel aan
perpendiculaire à
loodrecht op, haaks op
de haut en bas
van boven naar beneden
de long en large
op en neer, heen en weer
à travers
(dwars) door
le nord (N)
het noorden
le sud (S)
het zuiden
l'est (E)
het oosten
l'ouest (O)
het westen