Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
72 Cards in this Set
- Front
- Back
heel goedkoop |
voor een appel en een ei |
|
coś się pod tym kryje, risico is dat je niet kent |
er adders onder het gras schuilen |
|
nieruchomość, budynek, een woning, een huis |
het pand |
|
zastaw |
het onderpand |
|
poniekąd, niejako, jakby, w jakiś sposób, min of meer, op een zekere manier |
enigszins |
|
niepokojący, straszny, angstaanjagend |
schrikbarend |
|
wiarygodny |
aannemelijk |
|
chaos, geen orde |
on-Duitse toestanden |
|
iets nodig hebben (aan nieuwe garderobe) |
aan iets toe zijn |
|
na próźno |
te vergeefs |
|
er is niks meer |
het is op |
|
przyłożyć komuś nóż do gardła, dreigen, bedreigen |
het mes op de keel zetten |
|
perspektywa, widoki |
het vooruitzicht |
|
sztalugi, obraz na drewnie, skrzydło tryptyku, tablica rozdzielcza, pulpit sterowniczy |
het paneel |
|
radzić, zalecać, zgadywać |
raden |
|
przypisywać, vermoed uitdrukken |
iets toeschrijven aan |
|
mniemanie, zdanie |
dunk |
|
een opinie hebben over iemand of iets (positieve of negatieve) |
een hoge (lage) dunk hebben van |
|
znaleźć na to radę/sposób, altijd oplossing voor iets vinden |
overal een mouw aanpassen |
|
pomijając, pominąwszy, abstrahując od, behalve |
afgezien van |
|
niepisane prawo |
ongeschreven wet |
|
przeważać, rozstrzygać, beslissend zijn |
de doorslag geven |
|
pogratulować, powinszować |
complimenteren |
|
oczarować, zachwycać, maakt plezier |
bekoren (hart) |
|
ulegać, padać na kolana, bezwijken, opgeven, geen weerstand hebben |
door de knieën gaan |
|
zupełny, całkowity |
volkomen |
|
zrównoważona grupa/zmiana/zespół |
uitgebalanceerde ploeg |
|
robić coś na kolanie, te snel iets aanpakken, zonder plan of overleg, heel enthousiast |
te hard van stapel lopen |
|
zdziwić się, zdumiewać |
verbazen |
|
de eerste positie |
de koppositie |
|
sprzeciw, przeciw |
de tegenspraak |
|
spotkanie przy drinkach |
de borrel |
|
porozmawiać jeszcze |
napraten |
|
skłonny |
geneigd |
|
powiedzieć wszystko, meer zeggen dat je eigenlijk wilt |
het achterste van hun tong te laten zien |
|
przeważnie, najczęściej, zazwyczaj |
veelal |
|
silnie, mocno, porządnie |
flink |
|
kierowniczy, przewodzący, przewodni |
ledinggevend |
|
wprost, otwarcie, helemaal, volkomen |
ronduit |
|
kropla w morzu potrzeb, iets wat niet helpt/geen oplossing is |
een druppel op de gloeiende plaat |
|
sierociniec |
het weeshuis |
|
sierota |
de wees |
|
ochładzać, ostygnąć |
afkoelen |
|
de begroting |
het budget |
|
parować |
verdampen |
|
samenwerking |
co-schappen |
|
grozić, zagrozić |
dreigen |
|
musieć postawić/zafundować coś komuś/wyjść naprzeciw, tegemoet komen, het initiatief nemen, een stapje naar elkaar toedoen, een compromis bereiken |
over de brug komen met iets |
|
wszystko jest zapięte na ostatni guzik, alles is klaar |
alles in kannen en kruiken |
|
zwrot kosztów podróży |
kilometervergoeding |
|
belasting toegevoegde waarde (VAT) |
BTW |
|
skorzystać, wykorzystywać, profitować, voordeel trekken uit, gebruik maken van |
profiteren van |
|
recesja, achteruitgaan |
recessie |
|
liczyć się z każdym groszem, op de kleine bedragen letten |
op de kleintjes letten |
|
źle osławiony, beroemd, berucht |
geruchtmakend |
|
okazywać się, okazać, blijken |
uit de bus gekomen |
|
mieć z kimś na pieńku, pożreć się z kimś, ruzie maken, problemen met iemand hebben |
aan de stok krijgen met iemand |
|
burgers die hun omgeving in het oog houden (observeren) |
waakzame burgers |
|
przypuszczenie, domniemanie, domysł, przypuszczać, domyślać się |
vermoeden |
|
nie być w porządku, niet in de orde |
niet in de haak zijn |
|
ideale burger |
modelburger |
|
złożyć przysięgę |
de eed afleggen |
|
dziekan |
de deken |
|
ledwo, ledwie |
amper |
|
wszczynać, wszcząć |
aanspannen |
|
zemścić się |
natrappen |
|
dobrze zarobić na czymś, obławić się przy czymś, financieel voordeel uit iets halen |
een slaatje uit slaan |
|
nie ryzykować, robić coś z rozwagą, heel goed nadenken voordat je iets doet |
niet over één nacht ijs gaan |
|
przyswoić sobie coś, opanować coś, beheersen |
iets onder de knie krijgen |
|
pchli targ, de rommelmarkt |
de vlooienmarkt |
|
twardy orzech do zgryzienia, het heeft veel problemen gekost |
het heeft heel wat voeten in de aarde gehad |
|
nie stosować półśrodków, być konsekwetnym, beslissen, concrete maatregelen |
spijkers met koppen slaan |