Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
46 Cards in this Set
- Front
- Back
In welk deel van de maag bevinden de parietale cellen zich? wat produceren deze cellen?
|
in het corpus (en in de fundus)
HCL en intrinsic factor |
|
Waar in de maag wordt zuur geproduceerd? Door welke cellen?
|
In het corpus en de fundus (het antrum niet)
Door de parietale cellen |
|
Wat cecerneren de hoofdcellen in de maag?
|
pepsinogeen
|
|
Welke cellen bevinden zich in het corpus (en in de fundus) van de maag?
|
slijmcellen
parietale cellen hoofdcellen |
|
Welke cellen bevinden zich in het maagantrum?
|
slijmcellen
G-cellen (gastrine producerende cellen) |
|
Welke drie fases zijn er van maagzuurproductie?
|
cefale fase
gastrische fase intestinale fase |
|
Wat gebeurt er in de cefale fase van de maagzuurproductie?
|
Stimulatie van de zuurproductie door acetylcholine door de nervus vagus.
Door het zien, proeven en ruiken van voedsel wordt de nervus vagus via de hersenen gestimuleerd, waarbij aan de uiteinden van zenuwvezels rond de parietale cellen acetylcholine vrijkomt. |
|
Welke drie verschillende receptoren bevatten de parietale cellen van de maag?
|
histamine
acetylcholine gastrine |
|
Waar wordt gastrine geproduceerd? Hoe bereikt het gastrine de parietale cellen?
|
antrum- en duodenumslijmvlies
via de bloedbaan |
|
Wat stimuleert de productie van gastrine? In welke fase van de maagzuurproductie speelt dit een rol?
|
uitzetting van de maag en eiwit(afbraakproducten) in maag en duodenum
in gastrische en intestinale fase |
|
Wat is de relatie tussen serumgastrinespiegels en maagzuur?
|
Zuur in de maag onderdruk de productie/secretie van gastrine. De afwezigheid van maagzuur gaat daarom samen met hoge serumgastrinespiegels.
|
|
Intrinsic factor (IF) is nodig voor de opname van B12. Waar wordt het B12-IF-complex opgenomen?
|
in het ileum
|
|
Wat voor effect hebben prostaglandinen op het maagslijmvlies?
|
Prostaglandinen stimuleren de vorming van slijm en HCO3- en geven daardoor cytoprotectie
NSAID's remmen prostaglandinen en dus ook de cytoprotectie. |
|
Wat is ongeveer het totale oppervlak van de dunne darm?
en de lengte? |
200 vierkante meter (colon: 4 vierkante meter)
3 meter |
|
Welke twee zenuwen verzorgen de innervatie van maag?
|
nervus splanchnicus
nervus vagus |
|
Wat houdt de dunne darm bacteriearm?
|
het migrerend-motorisch comlex (MMC)
|
|
Voor vetvertering en resorptie zijn twee dingen essentieel, welke?
|
gal (zouten en fosfolipiden)
pancreaslipase |
|
Wat is CCK? Waar wordt het gesecerneerd? Wat is het effect?
|
Cholecystokinine
duodenum (een hoog in jejenum) na stimulatie door verteringsproducten van vet en ewit. CCK laat de galblaas contraheren en zet het pancreas aan tot secretie van enzymen. |
|
Pet etmaal bereikt ongeveer 1500 ml water het colon. Hoeveel ml wordt er uitgescheiden met de feces? Wat gebeurt er als er 4 keer zoveel water het colon binnenkomt?
|
100-150ml
Het colon heeft een grote reservecapaciteit (er ontstaat dus geen diarree) |
|
Waar worden galzuren/-zouten vooral in geresorbeerd?
|
distale ileum
|
|
Hoe wordt het maagzuur in de duodenum geneutraliseerd?
|
NaHCO3 wordt door het pancreas (ductulus cellen) uitgesheiden o.i.v. het duodenumhormoon secretine (na contact met maagzuur)
|
|
Wat is de exocriene functie van de pancreas? Waardoor wordt deze exocriene functie gestimuleerd?
|
acinucellen: trypsine, amylase, lipase en protease
ductuluscellen: water en bicarbonaat stimulatie door acetylcholine (nervus vagus) en door hormonen (CCK en secretine door duodenum, o.a.) |
|
Waar is pijn die uitgaat van de slokdarm gelokaliseerd?
|
achter het borstbeen, evt. met uitstraling naar kaken, keel, rug en linkerarm
|
|
Welke organen (delen) kunnen verantwoordelijk zijn voor pijn in het epigastrium?
|
maag, duodenum, pancreaskop
|
|
Pancreaspijn straalt meestal uit naar?
|
de rug
|
|
Pijn rechtsboven in de buik kan veroorzaakt worden door?
|
galblaas, galwegen, lever
|
|
Galblaaspijn wordt meestal rechtsboven in de buik gevoeld, maar ook vaak...?
|
bij het rechter schouderblad
|
|
Waar in de buik wordt pijn gevoeld bij aandoeningen van de dunne darm?
|
rond de navel
(laatste ileumlis en appendix --> rechtsonder in de buik) |
|
Wat voor pijn veroorzaakt darmischemie?
|
constant en vaak slecht gelokaliseerd
|
|
Pijn door een peptisch ulcus wordt vaak verlicht door....?
|
gebruik van voedsel
|
|
waar of niet waar: braken geschiedt door retrogade peristaltiek van de maag.
|
niet waar
door aanspannen van de buikspieren. De maag is hierbij atoon en de onderste slokdarmsfincter verslapt. |
|
Is er bij rumineren misselijkheid?
|
nee
Rumineren werd vroeger vaan psychogeen braken genoemd. Hierbij wordt de maaginhoud door semibewuste kortdurende samentrekkingen van de buikspieren omhoog geperst. Een opvallend kenmerk is dat het 'braken' meestal kort na of al tijdens de maaltijd plaatsvindt en vaak niet wordt voorafgegaan door misselijkheid --> o.a. anorexia, boulimia |
|
Wat is dyspepsie?
|
een onaagenaam, vol, soms pijnlijk gevoel in de bovenbuik, dat samenhangt met het eten en gepaard kan gaan met misselijkheid, braken, een opgeblazen gevoel, ructus en velies van eetlust.
Wordt door de patient meestal aangeduid als 'maagklachten'. |
|
Hoe wordt onverklaarde dyspepsie genoemd?
|
functionele dyspesie
--> vereist uitsluiting van organische oorzaken van de klachten |
|
Wat zijn alarmsymptomen bij dyspepsie?
|
vermagering, slik- of passageklachten, haematemesis en melaena
|
|
Welke twee vormen van dysfagie zijn er?
|
orofaryngeale dysfagie: slik en verslikklachten
oesofageale dysfagie: voedselpassageklachten (het voedsel kan niet goed zakken in de slokdarm) |
|
Wat is odynofagie?
|
pijn tijdens passage van voedsel door de slokdarm
|
|
Wat is pyrosis?
|
zuurbranden
|
|
Wat is hystericus?
|
globus
Het gevoel van een brok in de keel of dat iets blijft vastzitten zonder dat daar een organische oorzaak voor te vinden is; verergert bij spanning; verdwijnt bij het slikken van vloeibaar of vast voedsel (bij organische afwijkingen wordt het ongemak juist erger bij slikken) |
|
Welk middel wordt vaak gebruikt bij sedatie tijdens endoscopie?
|
midazolam
|
|
Waar staat ERCP voor? Wanneer wordt dit gebruikt?
|
endoscopische retrograde choliangiopancreatografie
Hiermee kunnen afbeeldingen verkregen worden van de ductus choledochus en de hoger gelegen galwegen en de ductus pancreaticus met de belangrijkste zijtakken. Echter, het wordt vooral gebruikt voor: opheffen van een galwegobstructie door het plaatsen van een stent; of het verwijderen van (obstruerende) galwegstenen tegenwoordig wordt de MRCP (magnetische resonantiecholangiopancreatografie) gebruikt voor het in beeld brengen van de galwegen |
|
Wanneer wordt gebruik gemaakt van videocapsule-endoscopie?
|
bij (onbegrepen) bloedverlies uit het maag-darmkanaal (hiermee kunnen slijmvliesafwijkingen in de dunne darm worden aangetoond)
|
|
Wat kan men zien op een buikoverzichtsfotot bij chronische pancreatitis?
|
verkalkingen in de pancreasregio
|
|
Hoe kan de druk gemeten worden in de slokdarm? (bijv bij achalasie, slokdarmspasmen, etc)
|
manometrie
er wordt gebruik gemaakt van een druksonde met drukmeetmomenten op diverse niveaus, die met draagbare of gefixeerde meetapparatuur is verbonden |
|
Hoe is het serumgastrine bij het zollinger-ellison-syndroom?
|
sterk verhoogd
wordt ook wel gastrinoom genoemd |
|
Wat is de H2-ademtest? Waarvoor wordt deze test gebruikt?
|
Als er onvoldoende afbraak of resorptie van koolhydraten plaastvindt, dan worden deze door bacterien in het colon vergist, waarbij naast een aantal zuren ook waterstofgas ontstaat. Dit wordt deels geabsorbeerd en via de longen uitgeblazen.
Deze test kan dus gebruikt worden als een gevoelige indicator voor verterings- of resorptiestoornissen van koolhydraten. Van te voren wordt bijv 50 g lactose toegediend en wordt de H2 concentratie in de uitademingslucht voor de toediening en enkele uren erna gemeten. fout-negatief: bij het ontbreken van lactoseverwerkende bacterien fout-postief: na te snelle darmpassage en bij bacteriele overgroei Wanneer een H2 ademtest wordt uitgevoerd met het doel bacteriele overgroei aan te tonen, wordt meestal glucose als substraat gebruikt |