Woorden Hfd. 2 H2

Front 1

abrupt

Back 1

plotseling

Front 2

afzetten tegen

Back 2

vergelijken met

Front 3

allround

Back 3

veelzijdig, goed in alle onderdelen

Front 4

appeltje eitje

Back 4

makkelijk

Front 5

autonoom

Back 5

zelfstandig, zonder dat overleg nodig is

Front 6

de complicatie

Back 6

1. moeilijkheid

2. extra probleem, bijkomende kwaal

Front 7

de defibrillator

Back 7

apparaat waarmee je het hart een elektrische schok kunt geven, waardoor het weer klopt

Front 8

delicaat

Back 8

gevoelig, kwetsbaar

Front 9

eenzijdig

Back 9

beperk, niet compleet ontwikkeld

Front 10

essentieel

Back 10

noodzakelijk, wezenlijk, onmisbaar

Front 11

focussen

Back 11

1. scherp stellen

2. concentreren

Front 12

fundamenteel

Back 12

wezenlijk, diepgaand

Front 13

geleidelijk

Back 13

langzamerhand, langzaam een beetje meer

Front 14

iemand iets op het hart drukken

Back 14

benadrukken, iets met nadruk zeggen

Front 15

impact

Back 15

invloed, werking

Front 16

introduceren

Back 16

1. iemand voorstellen

2. iets zeggen over iemand die gaat optreden.

3. iets nieuws brengen

Front 17

het letsel

Back 17

verwonding

Front 18

de limiet

Back 18

uiterste grens

Front 19

de locatie

Back 19

plaats of plek waar iets gebeurt

Front 20

navigeren

Back 20

koersen

Front 21

onderhouden

Back 21

1. doen wat nodig is om te zorgen dat iets blijf werken

2. geld geven om van te leven

Front 22

opslokken

Back 22

alle aandacht eisen

Front 23

potentieel

Back 23

mogelijk, iets wat zou kunnen gebeuren

Front 24

resoluut

Back 24

vastberaden en zonder aarzeling

Front 25

selecteren

Back 25

uitkiezen

Front 26

de skill

Back 26

vaardigheid, handigheid

Front 27

substantieel

Back 27

wezenlijk, belangrijk

Front 28

het vermogen

Back 28

1. geld dat je bezit

2. iets dat iemand kan, vaardigheid

Front 29

zich voordoen

Back 29

gebeuren, plaatsvinden