Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
34 Cards in this Set
- Front
- Back
Neuron |
![]() Back (Definition) |
|
Dekweefsel |
Epitheel en klierweefsel |
|
Steunweefsel |
Bindweefsel, kraakbeen, botweefsel, bloed en lymfe |
|
Spierweefsel |
Dwarsgestreept, glad en hartspierweefsel |
|
Zenuwweefsel |
Zenuwcellen |
|
Kenmerken dekweefsel |
- geen tusselcelstof, de cellen liggen tegen elkaar aan - geen bloedvaten/niet doorbloedt - vormt een deklaag of klier - zitten op een basaalmembraan |
|
Functies dekweefsel |
- bescherming oftewel begrenzing tussen binnen en buiten en andersom - transport van stoffen - secretie (afscheiding) van stoffen - resorptie (opnemen) van stoffen |
|
Soorten dekweefsel |
- eenlagig kubisch, cilindrisch en trilhaarepitheel - eenlagig plaveiselepitheel - meerlagig overgangsepitheel - meerlagig verhoornendbplaveiselepitheel - meerlagig niet verhoornend plaveiselepitheel - gespecialiseerd klierweefsel |
|
Locatie dekweefsel |
- aan de “buitenkant” (huid en slijmvliezen) - binnenbekleding van het hart, bloed- en lymfevaten en longblaasjes (eenlagig plaveiselepitheel) - vliezen rond longen, hart en buikorganen (eenlagig plaveiselepitheel) - nierbuizen en de wand hiervan (kubisch) - binnenbekleding luchtwegen (trilhaarepitheel) - opperhuid - bedekking mondholte en vagina (slijmvliezen) - zweetklieren, speekselklieren en darmsapklieren - hormoonproducerende klieren bijv. Schildklier |
|
Kenmerken steunweefsel |
- geeft steun aan het lichaam - beschermd de organen - bepaald hun vorm en onderlinge beweeglijkheid - omgeven door kenmerkende tussencelstof “de matrix” (vloeibaar bijv. Bloed of compact bijv. Bot) |
|
Functie steunweefsel |
- verbindend - steunend - verzorgend |
|
Soorten steunweefsel |
- bindweefsel (straf, elastisch, reticulair, losmazig en vetweefsel) - kraakbeenweefsel - botweefsel - vloeibaar steunweefsel (bloed en lymfe) |
|
Locatie steunweefsel |
- huid en harde hersenvlies - pezen en gewrichtsbanden - wand van slagaders en longen - tussen de ingewanden - onderhuidsbjndweefsel - lymfoïde organen (milt, thymus en lymfeknoop) - ribben en borstbeen - neus en oorschelpen - bot op bot verbindingen bijv. Tussenwervelschijven - gewrichten - lymfe- en bloedvatenstelsel |
|
Kenmerken spierweefsel |
- kunnen contraheren (samentrekken) en weer uit elkaar schuiven - ATP moet beschikbaar zijn in spiercellen - sterk doorbloed en hoge stofwisselingsactiviteit |
|
Functie spierweefsel |
Het lichaam of delen ervan laten bewegen |
|
Soorten spierweefsel |
- dwarsgestreept - glad spierweefsel - hartspierweefsel |
|
Locatie spierweefsel |
- hart - alle andere spieren in het lichaam |
|
Kenmerken zenuwweefsel |
- 98% bevind zich in het centrale zenuwstelsel - erg actief en heeft veel behoefte aan glucose en zuurstof - prikkelbaar voor kleine elektrische signalen en stuurt deze door |
|
Functie zenuwweefsel |
Het vervoeren van impulsen |
|
Soorten zenuwweefsel |
- neuronen/geleidingscel: groot cellichaam met meerdere dendrieten (vangt prikkel op) en een lange axon (geleid de prikkel) met aan het einde een synaps die de prikkel over draagt - neuroglia/steuncel: centrale zenuwstelsel:astrocyten, oligodendrocyten en microgliocyten en perifeer zenuwstelsel: schwancellen |
|
Locatie zenuwweefsel |
- centraal zenuwstelsel - perifeer zenuwstelsel |
|
Eenlagig plaveiselepitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Eenlagig plaveisel epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Eenlagig kubisch epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
trilhaar epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Overgangs epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Meerlagig niet verhoornend plaveisel epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Meerlagig verhoornend plaveisel epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Eenlagig cilindrisch epitheel |
![]() Back (Definition) |
|
Straf bindweefsel |
- opgebouwd uit bundels collageenvezels als tussencelstof - zeer trek vast en relatief stijf - terug te vinden in kapsels om de organen en pezen |
|
Elastisch bindweefsel |
- bestaat voornamelijk uit elastische vezels als tussencelstof - veerkrachtig - vind je rondom organen die flink uitgerekt moeten kunnen worden maar daarna hun oude vorm moeten aannemen (longen en slagaders) - komt voor in de gewrichtsligamenten die 2 botdelen met elkaar verbinden |
|
Reticulair bindweefsel |
- word gevormd door een netwerk reticulaire vezels als tussencelstof - zeeffunctie en is te vinden in bijv. De lymfeknopen |
|
Losmazig bindweefsel |
- weinig vezels - combinatie van collagene en elastische vezels als tusselcelstof (weinig vezels) - eenvoudig te vervormen maar weinig weerstand tegen rek - dient als opvulling - het ondersteund bijv. Zenuwcellen, bloedvaten en spieren |
|
Hart spierweefsel |
![]() Back (Definition) |