Tobira Les 2

Front 1

けいご (敬語)

Back 1

Erende taal

Front 2

じつは (実は)

Back 2

Om je de waarheid te vertellen, eigenlijk

Front 3

ふくざつ[な] (複雑[な])

Back 3

Gecompliceerd

Front 4

きまり (決まり)

Back 4

Regels, gebruiken

Front 5

か (課)

Back 5

Les

Front 6

ていねい[な] (丁寧[な])

Back 6

Beleefd, hoffelijk

Front 7

げんご (言語)

Back 7

Taal

Front 8

あいて (相手)

Back 8

D'ander

Front 9

(~を) かえる (変える)

Back 9

Veranderen

Front 10

ぶぶん (部分)

Back 10

Deel, sectie

Front 11

だんせい (男性)

Back 11

Man, mannelijk

Front 12

じょせい (女性)

Back 12

Vrouw, vrouwelijk

Front 13

(~を) くらべる (比べる)

Back 13

Vergelijken

Front 14

かんじ (感じ)

Back 14

Gevoelens, indrukken

Front 15

おおく(の) (多く)

Back 15

Veel, veel van

Front 16

ばめん (場面)

Back 16

Scene, situatie

Front 17

かんさつ (観察) (観察をする)

Back 17

Waarneming, observatie (waarnemen, observeren)

Front 18

ひょう (表)

Back 18

Tabel

Front 19

だんじょ (男女)

Back 19

Mannen en vrouwen

Front 20

(～に、~を) おごる

Back 20

Trakteren

Front 21

もじ (文字)

Back 21

Letter, karakter

Front 22

こいびと (恋人)

Back 22

Vriendje / vriendinnetje

Front 23

れい (例)

Back 23

Voorbeeld

Front 24

ひょうげん (表現) (~を)

Back 24

Uitdrukking (zich uitdrukken)

Front 25

さいご (最後)

Back 25

De laatste, het einde

Front 26

れんらく (連絡) (~をする)

Back 26

Contact, communicatie (contact opnemen met)

Front 27

はっきり

Back 27

Duidelijk

Front 28

(~を、~に) さそう (誘う)

Back 28

Uitnodigen, iemand meevragen naar iets

Front 29

(~を) ことわる (断る)

Back 29

Weigeren, weigering

Front 30

つごうがわるい (都合が悪い)

Back 30

Niet goed uitkomend, spaak lopen met de agenda

Front 31

きぶん (気分)

Back 31

Gevoel, humeur (mentaal, niet fysiek)

Front 32

おねがい (お願い) (～に、～を)

Back 32

Verzoek, gunst (verzoeken, om een gunst vragen)

Front 33

(~を) たいせつにする (大切にする)

Back 33

Hoog in acht hebben, iets waardevol vinden, iets koesteren

Front 34

かんたん[な] (簡単[な])

Back 34

Makkelijk, simpel

Front 35

(~に) なれる (慣れる)

Back 35

Ergens aan wennen

Front 36

りゆう (理由)

Back 36

Reden

Front 37

じょうきょう (状況)

Back 37

Situatie

Front 38

とくちょう (特徴)

Back 38

Karakterisitiek, speciaal aan iets

Front 39

ひつよう[な] (必要[な])

Back 39

Noodzakelijk

Front 40

けいたい (でんわ) (携帯(電話))

Back 40

Mobiel(e) (telefoon)

Front 41

ふつう(の) (普通の)

Back 41

Normaal, gewoon

Front 42

ろんぶん (論文)

Back 42

Essay, scriptie

Front 43

(~に) あう (会う)

Back 43

Passen

Front 44

(~に) あやまる (謝る)

Back 44

Zich verontschuldigen

Front 45

(~に) おせわになる (お世話になる)

Back 45

Iemand iets verschuldigd zijn, onder de vleugel van iemand zijn genomen

Front 46

ごめんなさい

Back 46

Het spijt me.

Front 47

かちょう (課長)

Back 47

Afdelingshoofd

Front 48

-すぎ (過ぎ)

Back 48

Na, daarna

Front 49

むり (を) する (無理(を)する)

Back 49

Te ver gaan, te ver doorslaan