• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/57

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

57 Cards in this Set

  • Front
  • Back

De student kan de verschillende onderdelen van lichamelijke belasting opsommen.

– Tillen/ dragen


– Duwen/trekken


– Repeterende handelingen


– Blootstaan aan trillingen


– Houding


o Beeldschermwerk


o Lang staan




NB: Vaak meerdere vormen van lichamelijke belasting tegelijk.

De student kan per onderdeel van de lichamelijke belasting benoemen welke factoren de kans op overbelasting vergroten.

– Tillen/ dragen


§ Afstand tot lichaam


§ Hoogte


§ Afstand oppak en wegzethoogte


§ Draaiing van romp


§ Kwaliteit handvat


§ Frequentie tillen




– Duwen/trekken


§ Frequentie


§ Tijdsduur


§ Houding


§ Snelheid


§ Ondergrond




– Repeterende handelingen


§ Werkhouding


§ Monotoomheid


§ Bewegingsvariatie




– Blootstaan aan trillingen


§ Lichaamstrillingen


§ Hand/arm trillingen


§ Effect à zenuwweefsel en bloedvaatjes beschadigen.

Beschrijf de verschillen tussen dynamische en statische belasting (denk aan de verschillen in omschrijving, houding en beroepsgroepen)

Tijdsduur


Dynamisch: max 4 sec aangespannen


Statisch: >4 sec aangespannen


Doorbloeding spier


Dynamisch: volledig


Statisch: beperkt


Capaciteit spier


Dynamisch: blijft 100%


Statisch: snel terug naar 10%


Effecten korte termijn


Dynamisch: vermoeidheid


Statisch: prikkelen/slapen


Effecten lange termijn


Dynamisch: geen


Statisch: lichamelijke schade aan bloedvaten, spieren, pezen (RSI/KANS)

Bij welke beroepen bestaat de grootste kans op overbelasting?

Bij een combinatie van statische werkhouding en dynamische bewegingen.


o Datatypiste/ helpdeskmedewerker


o Musicus (piano/ viool)


o Schilder


o Lopendebandmedewerker

Wat is het maximale gewicht voor tillen/dragen?

23kg, al zijn er factoren die dit maximale gewicht omlaag kunnen brengen.

Wat houdt de NIOSH in?

De NIOSH-methode is een meetmethode om te bepalen hoeveel een werknemer per keer mag tillen. De NIOSH-methode kijkt niet alleen naar het gewicht van het voorwerp, maar ook naar de omstandigheden waaronder het wordt verplaatst. Zoals de frequentie, de afstand van de verplaatsing, de hoogte tot de vloer en de draaiing van het lichaam. Op basis van zes factoren berekent de NIOSH-methode het aanbevolen gewicht. Maximaal is dat 23 kilo, maar bij extra zware omstandigheden kan dat dus nog lager zijn. Over het algemeen luidt de uitkomst maximaal 12 kg of zelfs nog veel minder.




Het acceptabele tilgewicht is 23 kg x een ratiovoor ieder van deze zes factoren

Welke tips kun je een patiënt geven voor het tillen?

– Voorwerp dichtbij lichaam en bijv. tussen de benen (kleinere momentsarm!)


– Tilhouding niet zo belangrijk, kies wat je zelf als prettig en minder zwaar ervaart.


– Zware artikelen in delen omhoog/omlaag tillen


– Tillen voorkomen door gebruik hulpmiddelen.


– Vraag hulp en til met zijn 2-en


– Rustig tillen en bouw kracht rustig op!

Wat zijn de grenswaarden voor duwen/trekken?

– Man: 50 kg


– Vrouw: 35 kg


– Wel afhankelijk van:


0 duw/trekhoogte


0 1of 2 handen

Welke tips kun je een patiënt geven voor duwen en trekken?

– Voorkom rukken en stoten


– Beter duwen dan trekken


– Trek /duw op goede hoogte (tussen heup enschouder)… liefst dichtbij schouder.


– Goede handvaten + met 2 handen!


– Gebruik je lichaamsgewicht


– Goed geleidende ondergrond (vermijd obstakels!)


– Let op de wielen: niet laten zwenken tijdens rijden/ grotere wielen zijn beter/ onderhoud de wielen goed.

Welke zones van lichaamsstanden zijn bepaald voor de werkhouding?

Zone I Lichaamsdeel staat in de gewone stand. Is acceptabel en kan gedurende de hele dag aangehouden worden




Zone II Lichaamsdeel staat buiten de gewone stand. Is af en toe acceptabel: niet meer dan 2 x per minuut gedurende de gehele dag




Zone III Stand van het lichaamsdeel is sterk afwijkend. Niet acceptabel: niet meer dan 1 x per minuut gedurende de gehele dag

Benoem een meetinstrument voor de werkhouding.

REBA




Rapid Entire Body Assessment

Welke tips kun je een patiënt geven voor zijn/haar werkhouding?

– Voorkom onnatuurlijke houdingen


– Varieer zo veel mogelijk tussen houdingen


– Lopen/bewegen beter dan lang zitten of staan


– Niet lang staan op 1 plek!




Ongunstige werkhoudingen (zone II en III) kun je voorkomen door:


– Juiste werkhoogte


– Evt. hellend werkvlak


– Voldoende ruimte voor voeten en benen


– Reikafstanden die niet ver zijn


– Directe zichtlijn ogen tot plaat waarnaar gekeken moet worden.

Welke tips kun je een patiënt geven die een baan heeft waarbij hij/zij veel repeterende bewegingen moet maken of in een statische houding werkt?

– Niet in zone II/ III houdingen (onnatuurlijkehoudingen) werken


– Organiseer werk anders zodat 1-zijdig / monotoon werk voorkomen wordt


– Pas werksituatie aan.


– Varieer in werkmogelijkheden.

Wat is het effect van trillingen op het lichaam?

o zenuwweefsel en bloedvaatjes beschadigen:dystrofie (vibration induced white finger syndrome)




Totaal effect trilling op lijf afhankelijk van:


– Effectieveversnelling (m/s²)


– Amplitudevan trilling


– Frequentietrilling

Wat is het maximaal toelaatbare energieverbruik (gemiddelde over 8 uur) voor volwassen mensen met gemiddelde conditie bij 8 uur per dag werk?

– Mannen: 16,5– 18 kJ/min


– Vrouwen: 11-12kJ/min

Waar duiden gele vlaggen op?

Gele vlaggen zijn psychosociale factoren.

Welke domeinen heb je? En welk niveau van complexiteit hoort hierbij?

Leg uit door welke behandelaren mensen met ongecompliceerde, licht gecompliceerde, matig gecompliceerde en zwaar gecompliceerde psychologische klachten behandeld mogen worden.

– Ongecompliceerd▫ Algemene Fysiotherapie




– Licht gecompliceerd▫ Algemene fysiotherapie evt. i.s.m. PSF




– Matig gecompliceerd▫ PSF




– Zwaar gecompliceerd▫ PSF in multidisciplinaire setting

Wat houdt het in als iemand ongecompliceerde psychische klachten heeft? (eigenlijk geen klachten)

– In psychologisch opzicht stabiel persoon met een voor hem/haar betekenisvol leven.



– Er is in potentie een voldoende mate van zelfregulatie ten aanzien van gezondheids- of andere levensproblemen.

Wat houdt het in als iemand licht gecompliceerde psychische klachten heeft?

– Disfunctionele ziekte opvattingen, ziektegedragingen en emoties rondom de aandoening en zijn gevolgen.


▫ Deze zijn relatief eenvoudig met voorlichting te corrigeren.




– Een in psychisch opzicht, stabiel persoon met een voor hem/haar betekenisvol levenmet voldoende zelfregulatie


▫ Is door verkeerde (ziekte)opvattingen en gebrekkige informatie niet optimaal

Wat houdt het in als iemand matig gecompliceerde psychische klachten heeft?

– Meerdere ziekteopvattingen en/of ziektegedragingen, die disfunctioneel en hardnekkig zijn


▫ Eenvoudige voorlichting corrigeert dit niet.




– Impact binnen meerdere levensgebieden.




– Voor herstel ongunstige persoonskenmerken




– Levensproblematiek,niet door ziektelast veroorzaakt.


▫ Vermindert het copingpotentieel




– Zelfregulatie is onvoldoende




– Zelfsturing bemoeilijkt door levensproblematiek.

Wat houdt het in als iemand zwaar gecompliceerde psychische klachten heeft?

– Disfunctionele ziekte opvattingen, ziektegedragingen en emoties.


– Ongunstige persoonskenmerken


– Matig tot ernstige psychopathologie


– Sprake van ernstig middelen misbruik


– Traumatiserende gebeurtenissen


– Gezondheidsklachten hebben een duidelijkefunctie


– Zelfregulatie is uitermate beperkt.


– De patiënt heeft zich bij problematiek neergelegd

Wat is psychotherapie?

o Elke vorm van systematische interventie volgens bestaande en bekende psychologische paradigma’s.




o Voorbehouden aan mensen met een afgeronde menswetenschappelijke studie en gevolgd door een postdoctorale studiepsychotherapie.

Wat is de PSS-10?

Percieved Stress Scale




– In de lijst wordt gevraagd naar gevoelens en gedachten over stress over de laatste 2 weken


– De schaal geeft weer hoe onvoorspelbaar, niet controleerbaar en overbelast mensen hun leven ervaren.


– De uitkomst laat zien of iemand ‘ at risk’ is voor stress.

Wat is de 4 DKL?

4 Dimensionele klachten lijst




– 50 items, gericht op psychosociale klachten.


– Ontwikkeld in huisartsenpraktijk, i.s.m. fysiotherapie


– 4 Dimensies


▫ Distress


▫ Depressie


▫ Angst


▫ Somatisatie


– Inventariserend en Diagnostisch

Wat is de TSK>

TAMPA Scale for Kinesiophobia




– Mate van pijngerelateerde vrees


– Beïnvloeding van activiteitenniveau


– Vrees voor letsel/weefselschade


– Vermijdingsgedrag.




– 17 items




– Doelgroep:


o Patiënten met (sub)acute en chronische lage-rugpijn (LRP) en fibromyalgie




– Doel van het meetinstrument


o Prognostisch


o Evaluatief/Effectiviteit


o Inventariserend




– Persoon moet alleen, zonder hulp van anderen de vragen invullen


– Benodigde tijd ongeveer 5-10 min

Wat is de IPQ-K?

Illness Perception Questionnaire




– In kaart brengen van ziektepercepties


– Informatie richtinggevend voor de behandeling van de fysiotherapeut.'


– 9 items tellende vragenlijst.


– Invullen duurt ongeveer 4 minuten.


– Geen normscore

Wat is de RAND 36?

– Doel


o Standpunten t.a.v. de eigen gezondheid


o Hoe de persoon zich voelt


o Hoe goed cliënt in staat is de gebruikelijke bezigheden uit te voeren.




– Afname: schriftelijk, telefonisch of via interview.




– De afnametijd van het instrument bedraagt 5 minuten.




– Toepasbaar in:'


o Klinische setting, bijvoorbeeld om het effect van therapie vast te stellen,


o Vragenlijstonderzoek naar de gezondheidstoestand van een bepaalde bevolkingsgroep.




– Evaluatieperiode 4 weken.

Geef de definitie van het begrip coördinatie

} Bewegen is een complex samenspel van zowel het centraal als perifeer zenuwstelsel als de spieren en de gewrichten. Dit complexe samenspel wordt samengevat onder het begrip ‘coördinatie’.


--> Oftewel organisatie van het motorisch systeem.


} Het omvat de afstemming van activiteiten in het centraal en perifeer zenuwstelsel die gericht zijn op een beweging. Het gaat hierbij om de dosering van:


- Kracht, richting en snelheid waardoor een beweging effectief en efficiënt uitgevoerd wordt.

Wat is stabiliteit?

} Stabiliteit wordt daarbij gedefinieerd als het in de juiste stand houden van de botuiteinden t.o.v. elkaar om daarmee een houding te handhaven en/of beweging mogelijk te maken.






Bij het stabiel houden van de gewrichten spelen de volgende systemen een rol:




- Passief systeem: de passieve stabilisatoren; kapsel,banden, botten




- Actief systeem: de actieve stabilisatoren; spieren




- Neuraal systeem: de bewegingssturing; sensoren en receptoren, zenuwen, ruggenmerg en hersenen ( = coördinatie!)

Hoe wordt de baseline bepaald?

} De baseline wordt ten alle tijden 1x bepaald. (dit is om het even als het gaat over stabiliteit,krachtuithoudingsvermogen, bodybuilding methode of submaximaal kracht)




} De eerste serie is dus altijd een try-out




} Tijdens de bepaling van de baseline dien je altijd rekening te houden met de bijbehorende parameters. (Je kan dus spelen met gewicht, herhalingen en seriepauzes afhankelijk van het bijbehorende energiesysteem)

Benoem de parameters voor stabiliteit

} Er dient neuromusculaire overload rondom het gewricht plaats te vinden en/of de oefening is technisch niet meer uitvoerbaar (1 correctie is toegestaan, daarna wordt de oefening gestaakt)




} Veelseries worden uitgevoerd (4-6)




} Herhalingen: 3 - 40




} Seriepauze:10-30 seconden




} Bewegingssnelheid:2–0-2




} Energiesysteem:aeroob

Benoem de parameters voor KUHV

} Er dient neuromusculaire overload rondom het gewricht plaats te vinden en/of de oefening is technisch niet meer uitvoerbaar (1 correctie is toegestaan, daarna wordt de oefening gestaakt)




} Series: 3-6




} Herhalingen: 20-40




} Seriepauze: 30 seconden tot 1 minuut




} Bewegingssnelheid:2–0-2




} Energiesysteem:aeroob

Benoem de parameters voor hypertrofie (body building)

} Er dient musculaire overload plaats te vinden en/of de oefening is technisch niet meer uitvoerbaar (1 correctie is toegestaan, daarna wordt de oefening gestaakt)




} Series:3-6




} Herhalingen:6 - 12




} Seriepauze:1 minuut




} Bewegingssnelheid:1–0–1 of 1-0-2 (a.d.v. functie)




} Energiesysteem:anaeroob

Benoem de parameters voor submaximaalkracht

} Er dient musculaire overload plaats te vinden en/of de oefening is technisch niet meer uitvoerbaar (1 correctie is toegestaan, daarna wordt de oefening gestaakt)




} Series:2-4




} Herhalingen:1-6




} Seriepauze:3-5 minuten (90 sec. is ook geoorloofd daar in 90 sec. er +/- 90% van de fosfaatpool is hersteld)




} Bewegingssnelheid:1–0–1 of 1-0-2 (a.d.v. functie)




} Energiesysteem:anaeroob

Stress wordt veroorzaakt door een ontregeling van systemen; welke systemen zijn dit?

– Autonome zenuwstelsel


– Neuro-endocriene systeem


– Endocriene systeem


– Somatomotorische systeem

Wat zijn ergotrope en trofotrope organen?

Ergotrope organen: Worden actief als wij in staat van actie zijn (longen, hart). Worden geactiveerd door sympatische zenuwen.




Trofotrope organen: Worden geactiveerd als wij in rust zijn (darmen, maag, lever, huid, nieren). Worden geactiveerd door parasympatische zenuwen.

Sympathische aansturing van het lichaam vindt plaats vanuit een aantal ruggenmerg segmenten, welke zijn dit?

C8 t/m L2

Wat zijn de gevolgen van het vrijkomen van catecholaminen (adrenaline en noradrenaline)?

– Stimuleren (doorbloeding) ergotrope organen


– Remming (doorbloeding) trofotrope organen


– Glycogenolyse (afbraak glycogeen naar glucose)


– Toename immuunrespons


– Toename ontstekingsreactie



Wat is de HPA-as en welke processen spelen daar af?

Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as.




Endocriene systeem is langzamer, komt in actie wanneer de stress langer blijft.




Hypothalamus activeert CRH hormoon. Hypofyse moet zorgen voor meer cortisol. Hypofyse activeert ACTH. Dit activeert bijnierschors. Bijnierschors produceert cortisol.

Waar staan CRH en ACTH voor?

CRH: cortisol releasing hormoon.




ACTH: adeno corticotroop hormoon

Wat zijn de gevolgen van het vrijkomen van glucocorticoïden (worden geproduceerd door bijnierschors)?

– Gluconeogenese


– Verlaagt immuunrespons


o Je wordt vatbaarder voor ziekten


– Verlaagt ontstekingsreactie


o Remming prostaglandine


o Remming interleukine-1

Benoem de gevolgen van langdurige stress op het bindweefsel?

– Vertraging wondgenezing tot 40%


▫ Verminderde migratie en differentiatie fibroblasten


▫ Verminderde aanmaak matrix en collageen


▫ Verhoogde eiwitafbraak


▫ Afname ontstekingsrespons




Bovenstaande bij lange termijnstress.

Benoem de gevolgen van langdurige stress op de hersenen?

Hersenen




hippocampus (geheugen)


▫ Verminderde neurogenese --> minder geheugen


▫ Verkorte levensduur neuronen


▫ Kortere dendrietbomen


▫ Minder synapsen




Amygdala (angst)


▫ Dendrietgroei


▫ Synapsformatie

Wat zijn de gevolgen van langdurige stress op het cardiovasculaire systeem?

– Tachycardie (verhoogde hartslag)


– Hypertensie


– Coronaire vasoconstrictie


– Toegenomen vaatwandstress (meer druk van bloed op vaatwand)


– Ontstaan van arteriosclerotische plaques

Wat zijn de gevolgen van langdurige stress op het respiratoire systeem?

– Hypertonie en afvlakking diafragma


– Snel, oppervlakkig thoracaal adempatroon


– Verhoogde tonus intercostaalmusculatuur


– Verhoogde kans op respiratoire infecties


– Verhoogd ‘ziektegevoel’ bij respiratoire infecties

Wat zijn de gevolgen van langdurige stress op slaap?

Daling kwaliteit en duur van de slaap leidt tot:


▫ Daling immuunsysteem


▫ Verminderd weefselherstel


▫ Verminderd werk- en langetermijngeheugen


▫ Verminderde cognitieve functies


▫ Negatief effect op emoties


▫ Verandering cardiovasculaire functies


▫ Uitputting

Welke slaapfasen bestaan er?

– REM-slaap:Rapid Eye Movement (+/-20%)




– Non-REMslaap:


4 slaapfasen


- Fase 1: inslapen, lichtere slaap (+/-5%)


- Fase 2: lichte slaap (+/-50%)


- Fase 3 & 4: diepe slaap (+/- 25%)

Wat zijn de psychische kenmerken van stress?

- angst


- piekeren


- depressie


- burn out


- gevoelens van ‘onwerkelijkheid’


- paniek aanvallen

Welke factoren vergroten de kans op overbelasting bij tillen/dragen?

§ Afstand tot lichaam


§ Hoogte


§ Afstand oppak en wegzethoogte


§ Draaiing van romp


§ Kwaliteit handvat


§ Frequentie tillen

Welke factoren vergroten de kans op overbelasting bij trekken/duwen?


§ Frequentie


§ Tijdsduur


§ Houding


§ Snelheid


§ Ondergrond

Wat zijn stressoren?

Externe prikkels / prikkels van buitenaf

Stressoren kunnen worden onderverdeeld in (1)... en (2)...

1. life events: levensgebeurtenissen


2. hassles: dagelijkse beslommeringen

Wanneer is er sprake van een strain?

- waargenomen discrepantie tussen de eisen van de omgeving en eigen mogelijkheden om daarmee om te gaan


- een grotere (ervaren) draaglast dan draagkracht

Benoem de fysieke kenmerken van stress

- verhoogde spiertonus


- toegenomen pijnzin


- afname kwaliteit van het bindweefsel


- afname mechanische belastbaarheid


- vertraagd weefselherstel

Wat is slaap?

Gedragstoestand gekenmerkt door:


- verminderde activiteit


- stereotype houding


- verminderde respons op stimulatie


- omkeerbaarheid van de situatie

Wat is de functie van slaap?

- spieren ontspannen


- hartslag en ademhaling dalen


- metabolisme daalt


- hersenactiviteit wordt trager


- de hersenen sluiten zich ook af van alle niet relevante informatie uit de omgeving


- groeihormoon


- weefselherstel