Tak H9, Voor College 12

Front 1

welke twee hoofdthema's zijn er in gezinsdiagnostiek?

Back 1

- circulaire gedragspatronen (communicatie/interactie)

- circulaire denkpatronen

Front 2

wat is parentificatie?

Back 2

kind neemt ouderrol op zich

Front 3

wat is coalitievorming?

Back 3

ouder en kind vormen front tegen kind

Front 4

wat is 'omleiding'?

Back 4

ouder(s) front tegen kind

Front 5

wat is invoegen in gezinsdiagnostiek?

Back 5

dat de diagnosticus met ieder lid contact legt, en de gelegenheid geeft om mee te doen aan het gesprek. zo kan iedereen worden ingevoegd.

Front 6

wat is uitspelen in gezinsdiagnostiek?

Back 6

problemen van het gezin worden uitgespeeld in interviews. De diagnosticus respecteert alles wat wordt gezegd in de interviews, en leert alle partijen hoe ze ermee om moeten gaan en welke betekenis eraan gegeven moet worden.

Front 7

Wat is herlabeling van gezinspatronen?

Back 7

problemen worden geherlabeld voor evt vervolgbehandeling. (als er nog problemen zijn)

Front 8

Een diagnostisch interview is niet gestructureerd, dwz niet met bestaande vragen al, het kan alle kanten op gaan. Welke twee vraagstellingen kunnen er worden gebruikt?

Back 8

1. lineaire vragen

2. reflectieve vragen

Front 9

wat zijn lineaire vragen?

Back 9

gesloten en gericht op feitelijke noodzakelijke informatie

Front 10

wat zijn reflectieve vragen?

Back 10

met dit soort vragen informatie gekoppeld aan betekenisgeving van het gedrag. Deze richten zich op pathologische interactiepatronen (PIPs) en helende interactiepatronen (HIPs)

Front 11

er zijn twee soorten reflectieve vragen, welke?

Back 11

- circulaire vragen. Deze richten zich op het hele gezin. communicatiepatronen en interactiepatronen worden zo zichtbaar. Dit zijn uitsluitend reflecties.

- externaliserende vragen: het probleemged

Front 12

diagnostiek van dysfunctioneel ouderschap. Welke 3 benaderingen van waarnaar gekeken moet worden kunnen worden onderscheiden hierbinnen?

Back 12

1. opvoedstijlen

2. oudergedrag

3. oudercognities

Front 13

wat wordt er bedoeld met opvoedstijlen - benadering bij dysfunctionele ouderdiagnostiek (denk door)

Back 13

niet alleen permissief, autoritatief etc. maar ook interacties worden geanalyseerd;

1. proximale: O-k relatie

2. distale: betrekking op kenmerken van ouder

3. contextuele: kwaliteit gezinsrelaties

4. globale, sociale milieu van gezin

hier is aandacht voor de opvoedingsstijl het belangrijkst

Front 14

wat houdt de oudergedrags-benadering in bij dysfunctionele ouderdiagnostiek

Back 14

Hier wordt gedrag van de ouders bekeken. Coercie model van Patterson, coercive traps. Als kind gemeen is gaat de ouder ook gemeen doen, coercive circle.

aandacht voor overt gedrag van de ouders

Front 15

wat houdt de oudercognitie benadering in bij dysfunctionele ouderdiagnostiek

Back 15

hier wordt gekeken naar cognities bij de ouders die een mogelijke onderliggende oorzaak zijn voor een ofwel slechte opvoedingsstijl ofwel een coercive trap.

aandacht voor cognitie van de ouder

Front 16

wat voor soort problemen voor het kind kunnen angststoornissen van de ouder veroorzaken?

Back 16

minder warmte

minder respect voor autonomie

meer kritiek

Front 17

wat voor soort problemen kan het kind ondervinden van psychotische en persoonlijkheidsstoornissen van de ouders?

Back 17

ouders zijn minder emotioneel betrokken bij hun kind en teruggetrokkener. ouders hebben moeite met afstand doen bij volwassenwording van hun kind. Kinderen worden minder gestimuleerd en gemotiveerd.

Front 18

wat voor invloed kunen stemmingsstoornissen van ouders hebben op hun kind?

Back 18

depressieve moeders bieden minder structuur en begeleiding dan moeders zonder depressie. Door de negatieve stemming van ouders kunnen ze kritischer zijn en meer negatief affect naar de kinderen laten zien.

Front 19

Hoe reageren de ouders vaak op emotionele stoornissen van hun kind?

Back 19

ouders zijn dan vaak overbeschermend en laten minder emotie zien. Ook zijn ze vaak strenger en straffen meer. Bij kinderen met een angststoornis zijn ouders controlerender en ook overbeschermend. bij depressie hebbe ouders meer moeite om empathie te tonen en bekrachtigen ze vermijdend gedrag. bij OCD doet de ouder vaak mee aan rituelen etc.

Front 20

hoe reageren ouders vaak op gedragsstoornissen van hun kind?

Back 20

strenger, afwijzend, kleinerend. Negatief en inconsistent vaak bij ADHD en OD

Front 21

hoe reageren ouders vaak op contactstoornissen van hun kind?

Back 21

gestressed.

Front 22

signs of safety =

Back 22

uitgangspunt waarbij wordt uitgegaan van dat alleen met ouders samen de veiligheid kan worden verbeterd van het kind

Front 23

dimensionele invalshoek =

Back 23

dat er meerdere dimensies zijn aan veiligheid. veiligheid is een juiste balans tussen risicofactoren en protectieve factoren in het gezin. alle gezinsleden spelen hierbij een rol.