Groepsdynamica Belangrijke Begrippen+Concepten

Front 1

Wat hebben groepen te bieden?

Back 1

Steun, gedeelde verantwoordelijkheid, veiligheid, vertrouwen, de kans om elkaar te leren kennen

Front 2

De negatieve kant (destructief) bij groepen

Back 2

Zondebokvorming, emotionele chantage, pestgedrag

Front 3

Wat is de taak van de begeleider?

Back 3

Zorgen dat er kracht in de groep komt

Front 4

Waaruit bestaat een kleine groep

Back 4

Minder dan 20 personen

Front 5

Wat is groepsdynamica?

Back 5

Groepsdynamica is de studie van groepen mensen in een directe contactsituatie

Front 6

Welke 2 bepalende hoofdelementen zitten er in een groep?

Back 6

Interactie en context

Front 7

Wat is interdepentie?

Back 7

Wederzijdse betrokkenheid in een groep

Front 8

Wat is de definitie van een groep?

Back 8

Een aantal personen die over een bepaalde periode regelmatig contact met elkaar heeft

Front 9

Kenmerken van een groep volgens van Hare

Back 9

1.de leden delen een of enkele motieven of doelen die richting aangeven aan de groep

2.de leden ontwikkelen een reeks van normen die grenzen aangeeft ten aanzien van relaties tussen de groepsleden en ten aanzien van de groepsactiviteit

3.bij lang durende interactie kristalliseert zich een reeks tollen uit en gaat de nieuwe groep zich onderscheiden van andere groepen

4.er ontstaat een netwerk van interpersoonlijke attracties op basis van sympathie en antipathieën voor elkaar

Front 10

De kenmerken van primaire groepen

Back 10

Primaire groepen worden gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in directe contactsituaties en door spontaan gedrag ( gezin of griep vrienden)

, hiermee persoonlijke relaties

Front 11

De kenmerken van secundaire groepen

Back 11

Secundaire groepen zijn koel,onpersoonlijk, rationeel en formeel, hiermee door status bepaalde relaties

Front 12

Lidmaatschapgroep

Back 12

een groep waartoe je formeel behoort, meestal alleen nominaal (alleen in naam)

Front 13

Referentiegroep

Back 13

-een groep waarin iemand echt als persoon participeert

-dit blijkt uit zijn betrokkenheid bij het groepsdoel,het innemen van een plek binnen de groepsstructuur en naleven van groepsnormen

-hoe iemand zichzelf ziet en zichzelf evalueert, laat hij meebepalen door de referentiegroep

Front 14

ingroup

Back 14

Wij-groep

Front 15

Outgroep

Back 15

Zij-Groep

Front 16

Cohesie

Back 16

Samenhang

Front 17

wanneer onstaat er snel Zondebokvorming (scapegoating)?

Back 17

Ontstaat wanneer agressie binnen de groep verschoven wordt (displaced aggresion) naar een mikpunt buiten de groep, deze binnen de groep verdrongen agressie vormt dan de hoofdbron voor zondebokvorming

Front 18

Twee belangrijke principes binnen de in-group en out-groep

Back 18

-Stereotypering

-Vijandige opstelling tegenover de buitenwereld

Front 19

Wat is het verschil tussen trainingsgroepen en therapiegroepen?

Back 19

Beide zijn gericht op beter worden, bij een trainingsgroep is beter worden gericht op 'optimaliseren' (goed-beter-best), bij een therapiegroep is beter worden gericht op de geestelijke gezondheid (gezond zijn=beter zijn)

Front 20

Drie soorten groepen (HHH formule)

Back 20

-Hoofd

-Hart

-Handen

Front 21

Groepen waarin het hoofd centraal staat

Back 21

zijn cognitief georiënteerd, gericht op het uitwisselen van informatie en het verwerven van inzicht

Front 22

Groepen waarin het hart centraal staat

Back 22

zijn gericht op de ervaringen en belevingen van de groepsleden

-gaat om verwerken van gevoelens en behandelen van gevoelsmatig geladen onderwerpen

Front 23

Groepen waarin de handen centraal staan

Back 23

zijn gericht op vaardigheden en competenties

-het gaat in zulke groepen om het aanleren en oefenen van nieuw gedrag

Front 24

Benoem de niveaus in groepen

Back 24

Inhoudsniveau

Procedureniveau

Interactieniveau

Bestaansniveau

Conextniveau

Front 25

Wat is het inhoudsniveau?

Back 25

Het werken aan de doelstelling en de taak (wat)

Front 26

Wat is het procedureniveau?

Back 26

de werkwijze ter concretisering van de doelstelling (hoe)

Front 27

Wat is het interactieniveau?

Back 27

het groepsproces en de onderlinge betrekkingen (tussen)

Front 28

Wat is het bestaansniveau?

Back 28

Het individuele proces van ieder groepslid (binnen)

Front 29

Wat is het contextniveau?

Back 29

Invloeden die in de groep doorklinken vanuit de context, bijvoorbeeld maatschappelijke invloeden (buiten)

Front 30

de kracht van groepen (7 punten)

Back 30

1.veilig leerklimaat voor nieuw gedrag

2.mogelijkheden elkaar te leren kennen d.m.v feedback,ervaringen, informatie en interactie

3.ondersteunen mensen doorbreken isolement

4.helpen herkenning en erkenning eigen problematiek

5.spreken deelnemers aan op verschillende rollen

6.er gaat belangrijke preventie werking van uit

7.uitermate geschikt informatieoverdracht

Front 31

Zes contexten van groepen

de context van de....

Back 31

1.Cultuur

2.Maatschappij

3.omringende organisatie

4.groep zelf

5.persoonlijke context van ieder groepslid

6.het tijdsbeeld als context

Front 32

De context van de cultuur

Back 32

De culturele context komtbijvoorbeeld tot uiting in taalgewoonten, denkpatronen, opvoedingsstijlenenzovoort, die samenhangen met de culturen en subculturen waarin we leven enwerken.

Front 33

De context van de maatschappij

Back 33

De maatschappelijke contextwordt (soms) zichtbaar via maatschappelijke achtergronden van de groepsleden.Vroeger spraken we van sociale klassen.

Front 34

De context van de omringende organisatie

Back 34

Deorganisatiecontext raakt vooral teams binnen bedrijven en instellingen.

Front 35

De context van de groep zelf

Back 35

De groep of het team heeftvaak een eigen historie. Die voorgeschiedenis creëert ook een context.

Front 36

De persoonlijke context van ieder groepslid

Back 36

Ieder groepslid brengt zijn eigencontext mee in de vorm van zijn biografie en levensgeschiedenis. Ieder heeft inzijn leven bepaalde overlevingspatroon ontwikkeld en die neemt hij mee naar degroep, vaak zonder dat hij dat beseft.

Front 37

Het tijdsbeeld als context

Back 37

Er spelen voortdurend maatschappelijkeveranderingen en het tempo daarvan lijkt steeds hoger te liggen.

Front 38

Drie modellen van groepsontwikkeling

Back 38

-het lineaire model

-het spiraalmodel

-het polariteitenmodel

Front 39

Het lineaire model

Back 39

-Een ordelijke voortgang van de groep door meerdere voorspelbare fasen die elkaar in de tijd opvolgen

-er wordt na verloop van tijd een bepaald eindpunt bereikt (bv)

-4 fasen (Tuckman) : vorm,storm,norm,prestatie en afscheid

-tijdperspectief op toekomst

Front 40

Het spiraal model

Back 40

Hierin wordt groepsontwikkeling opgevat als een spiraalbeweging de diepte in

-thema's die bij een bepaalde groep horen komen steeds intensiever en diepgaander aan de orde

-wanneer thema eenmaal op de voorgrond--> tamelijk voorspelbaar patroon uitgediept

-van oppervlakte aspecten daar steeds diepere betekenisaspecten

-tijdperspectief op vooral op verleden gericht

Front 41

Het polariteitenmodel

Back 41

-hieronder vallen een aantal theorieën van groepsontwikkeling (polariteiten een grote rol)

-theorieën definiëren zich door het losmaken uit gepolariseerde posities

-deze theorie gaat uit wat er tussen personen afspeelt

-tijdperspectief op heden gericht