• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/54

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

54 Cards in this Set

  • Front
  • Back

What are memory stores?

Je hebt je zintuigelijke geheugen (sensory memory), korte termijn opslag (short-term store) en lange termijn geheugen (long-term store) waarin informatie tijdelijk (sensory en short-term store) of voor lange duur wordt opgeslagen en bewerkt.

Which control processes do you have and what do they do?

Aandacht, coderen, herinneren en herhalen (attention, encoding, retrieval en rehearsal). Aandacht is het proces dat bepaalt welke informatie uit de sensory stores naar de short-term store dient te worden gebracht.


Encoding is het proces dat ervoor zorgt dat bepaalde informatie vanuit de short-term store in het lange termijn geheugen wordt gebracht en opgeslagen. En retrieval oftewel herinneren is het proces dat ervoor zorgt dat informatie vanuit het lange termijn geheugen weer terug wordt gebracht naar de short-term store, zodat ermee kan worden gewerkt. Rehearsal is het proces van herhalen wat ervoor zorgt dat informatie langer in de short-term store blijft.

What is sensory memory?

Het zintuigelijke geheugen wat bestaat uit het vermogen om sporen van binnengekomen zintuigelijke informatie vast te houden . Je hebt een zintuigelijk geheugen voor ieder zintuig (o.a. zien, horen, voelen, proeven, ruiken) en hierin wordt informatie die je zintuigen opnemen voor korte duur (1 tot paar sec) opgeslagen zodat onbewuste mentale processen het kunnen analyseren en kunnen beoordelen of deze informatie naar de short-term store moet worden gebracht.

What is the short-term store?

Dit is het deel van het geheugen waar je bewust informatie bewerkt, dus waar je bewuste mentale processen uitvoert op informatie. Het wordt ook wel het werkgeheugen genoemd. Het heeft een beperkte capaciteit 7 items plus minus 2 en kan informatie slechts kort vasthouden (30 sec) tenzij er een proces van rehearsal plaatsvindt. De functie van de short-term store is het bewerken van informatie.

What is long-term memory?

Dit is het lange termijn geheugen en bestaat uit alles wat een persoon weet. De functie hiervan is opslaan. Het heeft een oneindige capaciteit en het kan informatie voor onbeperkte tijd bewaren.

What is attention?

Aandacht is het proces van selecteren van welk deel van de stroom van informatie uit het sensorische geheugen naar de korte termijn opslag wordt gebracht. Dit doe je door ergens aandacht aan te schenken.

What is encoding?

Encoderen is het proces van selecteren, inbrengen en opslaan van informatie uit de short-term store in het lange-termijn geheugen.

What is retrieval?

Herinneren is het proces van ophalen van informatie uit het lange-termijn geheugen en dit weer naar de short-term store brengen.

What are effortful processes?

Effortful processes zijn mentale processen die voor het uitvoeren mentale resources (capaciteit van de korte termijn opslag) nodig hebben. Men heeft de hypothese dat effortful processes aan de volgende 4 condities voldoen:


1) ze vinden bewust en met intentie plaats, 2) als ze worden uitgevoerd dan interfereren ze met de uitvoering van andere processen , 3) ze worden beter door oefening 4) ze worden beïnvloedt door individuele verschillen in motivatie, intelligentie en opleiding

What are automatic processes?

Automatische processen zijn processen die mentale resources (capaciteit korte termijn opslag) behoeven. Men heeft de hypothese dat automatische processen aan de volgende 4 condities voldoen:


1) ze vinden onbewust en zonder intentie plaats, 2) ze interfereren niet met andere processen als ze worden uitgevoerd, 3) ze worden niet beter door oefening , 4) ze worden niet beïnvloedt door individuele verschillen in motivatie, intelligentie en opleiding

What is memory?

Geheugen kun je zien als de verandering in een mens als gevolg van leren, die toekomstig gedrag kan beïnvloeden.

What is preattentive processing?

Het onbewust verwerken van informatie die binnenkomt in je zintuigelijke geheugen. Dit bestaat uit het beoordelen of deze informatie relevant is voor de taak die je uitvoert of relevant is voor je onmiddellijke kans op overleven of je welzijn. Preattentive processing vergelijkt informatie ontvangen door je zintuigen met informatie uit je lange termijn geheugen en korte termijn opslag.




The unconscious analysis of sensory information by the sensory memory to determine whether it is relevant to the task at hand or our immediate survival or well-being. Compares information from short term store and long term memory to information from senses.

What is selective listening?

Dit wordt ook wel het cocktail party phenomenon genoemd en is het vermogen om 1 bepaalde stem uit een hele groep stemmen te filteren, hiernaar te luisteren en ondertussen andere (even harde of zelfs hardere) stemmen te negeren. Uit onderzoek is gebleken dat mensen dit kunnen zolang de stem maar fysiek verschilt, bijv. in toon en/ of uit welke richting, van de andere stemmen.

What is selective viewing?

Dit is het vermogen om alleen visuele stimuli bewust te zien die relevant zijn voor de taak die je op dat moment uitvoert en andere gelijktijdige visuele stimuli te negeren. De andere stimuli worden wel door je hersenen opgemerkt en er wordt beoordeeld of ze relevant zijn. Bijvoorbeeld onderzoek met vormen 2 kleuren. Proefpersonen konden zich niet meer vorm van andere kleur herinneren, ook al was het een bekende vorm.

what is inattentional blindness?

Het effect dat als je je erg op een bepaalde taak concentreert je niet stimuli opmerkt die irrelevant zijn voor die taak. Zelfde als selective viewing. Voorbeeld video basketballers met aap die tussendoor komt.

What is echoic memory?

Dat is het zintuigelijke geheugen voor geluiden. Sporen worden steeds zwakker naarmate tijd verstrijkt en blijven maximaal 10 sec achter volgens onderzoek

What is iconic memory?

Dat is het zintuigelijke geheugen voor beelden. Hier blijven sporen (icons) maximaal 1/3 sec achter

What is priming?

Het door zintuigelijke input activeren van informatie (mentale concepten) die is opgeslagen in het lange termijn geheugen.




Dat is het door preattentive processing van een stimulus, ophalen van aan die stimulus gerelateerde informatie uit het lange termijn geheugen. Voorbeeld van mensen die in een korte onbewuste flits boom met vorm van eend zagen en die vervolgens een natuurtekening moesten maken en daar eenden in verwerkten.




Functie van priming is om met behulp van contextuele informatie waar we geen aandacht aan schenken, informatie waar we wel aandacht aan schenken, te interpreteren.

How does automatic, obligatory processing of stimuli work?

Je hersenen verwerken automatisch stimuli (routine taak, pre-attentive processing) en beoordelen of ze relevant zijn voor wat je nu doet of voor je wellbeing. Je kunt dit soms niet tegenhouden. Bijvoorbeeld het lezen van woorden (gedwongen/ obligatory)

What is the stroop interference effect?

Je kunt sneller de kleur benoemen waarin een woord is geschreven als het woord zelf die kleur is (bijv. het woord rood in rode kleur geschreven) dan de kleur benoemen waarin een woord is geschreven als het woord zelf een andere kleur is (bijv. het woord blauw in rode kleur geschreven). Lezen gebeurt automatisch en gedwongen en dit kan interfereren met een andere taak.



What is spatial neglect?

Spatial neglect is het niet zien van dingen in een helft van het gezichtsveld door beschadiging van de hersenen in de parietale lob, de frontale lob of de anterior cingulate cortex (kraag om voorkant corpus callosum). Bijvoorbeeld iemand waarvan de rechter hersenhelft is beschadigd negeert of ziet geen dingen meer links in zijn gezichtsveld. Plaatje 9.7 van klok en huis uit boek.

What is the phonlogical loop?

Dit is het deel van de korte termijn opslag waarmee je verbale informatie onthoudt.

What is the visuospatial sketchpad?

Dit is het deel van de korte termijn opslag waarmee je visuele en spatiële informatie onthoudt.

What is the central executive?

Dit is het deel van de korte termijn opslag die bepaalt welke informatie binnenkomt en er weer uitgaat.

What is the short-term memory span?

Ook wel de memory span of de span van de phonologische loop van het werkgeheugen genoemd. Dat is hoeveel opnoembare items je tegelijkertijd in je geheugen kunt houden en na een korte pauze nog kunt opnoemen.

What are executive functions?

De executive functions bestaan uit updating, switching en inhibiting. Updating betreft het monitoren en snel toevoegen en deleten van informatie uit de working memory. Switching is het flexibel shiften/wisselen tussen taken en mindsets (sets van o.a. aannames en methodes). Inhibiting is het inhibiëren van gedrag en cognitieve reacties en het voorkomen dat bepaalde ongewenste informatie de working memory binnenkomt.

What is explicit memory?

Je explicite geheugen is het deel van je geheugen dat je in je bewustzijn kunt brengen en onder woorden kunt brengen (declaratief). Het bestaat uit je episodische geheugen (expliciete herinneringen aan momenten en ervaringen in je leven) en je semantische geheugen (je expliciete geheugen dat niet verbonden is met specifieke momenten in je leven).

What is implicit memory?

Het explicite geheugen is het deel van je je geheugen dat je niet in je bewustzijn en onder woorden kunt brengen (non-declaratief). Het bestaat uit je procedurele geheugen (motorische vaardigheden, gewoonten en geleerde stilzwijgende afspraken of regels), priming (klaarzetten van concepten voor verwerking in KTG obv sensorische informatie) en het geheugen dat je hebt opgebouwd nav klassieke conditionering (interne condities die ervoor zorgen dat een persoon op een bepaalde manier reageert, o.a. emotionele reacties op stimuli).

What is episodic memory?

Het episodische geheugen is het geheugen dat bestaat uit expliciete herinneringen aan momenten en ervaringen in je leven.

What is semantic memory?

Je semantische geheugen is je expliciete geheugen dat niet verbonden is met specifieke momenten in je leven. Het bestaat uit betekenissen van woorden, feiten, ideëen (o.a. over jezelf), schema's die uitmaken van je begrip van de wereld.

What is a spreading-activation model?

Dat is een model van hoe informatie in ons geheugen is opgeslagen en hoe het weer wordt herinnerd. Volgens dit model is informatie opgeslagen in netwerken in ons geheugen via de kenmerken van die informatie (rode appel, rode brandweerwagen, rode neus clown). Als een bepaald stuk informatie wordt herinnerd dan worden ook daarmee verbonden stukken informatie geactiveerd, zodat zij vervolgens gemakkelijk herinnerd en in het bewustzijn gebracht kunnen worden. Des te korter de verbinding, des te sterker verbonden informatie wordt geactiveerd.

What is procedural memory?

Het procedurele geheugen bestaat uit motorische vaardigheden, gewoonten en geleerde stilzwijgende afspraken of regels

What is temporal lobe amnesia?

Hierbij is er een beschadiging van de hippocampus en de daarom liggende delen in de temporale lob en kan de persoon geen nieuwe episodische en semantische herinneringen meer opslaan in het geheugen..

What is infantile amnesia?

Hierbij is er bij de geboorte of tijdens de vroege jeugd een zuurstoftekort in de hersenen opgetreden waardoor de hippocampus is beschadigd. Deze mensen kunnen geen episodische herinneringen meer in hun geheugen opslaan, maar voor een groot deel nog wel semantische herinneringen. Het procedurele geheugen werkt ook nog.

What is memory?

Alle informatie in de mind van een persoon en de capaciteit van de mind tot het opslaan en ophalen van deze informatie.

What is maintenance rehearsal?

Dat is het proces waardoor een persoon informatie in het korte termijn opslag houdt.

What is encoding rehearsal?

Dat is het proces waardoor een persoon informatie in het lange termijn geheugen opslaat.

What is elaboration?

Diep over informatie nadenken en het proberen te begrijpen, waardoor je het koppelt aan een structuur van informatie die je al in je lange termijn geheugen hebt.

How does elaboration promote encoding?

Elaboration helpt bij het encoderen van informatie omdat het ervoor zorgt dat informatie aan reeds bestaande informatie in de hersenen gekoppeld wordt en doordat informatie aan andere concepten gekoppeld wordt.

What is chunking?

Chunking is het verbinden van losse stukken informatie tot een geheel door het creëren van nieuwe of het ontdekken van bestaande verbanden tussen die stukken. Het reduceert het aantal aparte items dat moet worden onthouden en geeft extra betekenis aan items.

How does chunking work in expert memory?

Experts hebben al netwerken van informatie mbt tot het onderwerp van hun expertise in hun hersenen. Deze informatie is een fundering voor het efficient chunken van nieuwe informatie. De reeds bestaande netwerken van informatie zijn zo in het LTG opgeslagen dat ze makkelijk als gehele structuur kunnen worden herinnert en in het werkgeheugen worden gebracht.

What is long-term working memory?

Dit is onderling verbonden informatie die in het LTG wordt vastgehouden en cruciaal is om een bepaald probleem op te lossen of een bepaalde taak uit te voeren. Denk: experts en chunking.

How does visualization promote encoding?

Visualisatie helpt bij het encoderen van informatie doordat het


1. een extra (visueel) informatie spoor vormt naast het verbalen spoor


2. informatie met elkaar verbindt en groepeert in chunks


3. het de persoon in staat stelt om nieuwe informatie op een visuele manier aan bestaande informatie te koppelen.

What is anterograde amnesia?

Bij anterograde amnesia is een persoon niet in staat om nieuwe herinneringen van gebeurtenissen te maken in het LTG.

What is retrograde amnesia?

Het verliezen van herinneringen aan momenten die hebben plaatsgevonden voor de beschadiging aan de hersenen.

What is consolidation?

Consolidatie is het omzetten van labiele, makkelijk uit te wissen informatie in het LTG naar stabiele, moeilijker uit te wissen informatie in het LTG.

What are associations?

Associaties zijn verbanden tussen kenmerken van informatie/concepten. Hierdoor ontstaan netwerken van informatie die met elkaar verbonden is.

What is a retrieval cue?

Een stimulus of gedachte die bepaalde informatie oproept uit het geheugen/ primed.

What is association by contiguity?

Dit zijn verbanden tussen informatie/concepten doordat een persoon heeft ervaren dat die informatie/ concepten in tijd of plaats bij elkaar zijn voorkwamen.

What is association by similarity?

Het verbanden leggen in het geheugen tussen informatie/concepten doordat ze een of meer gemeenschappelijke kenmerken hebben. De informatie of concepten hoeven niet tegelijkertijd zijn voorgekomen.

What is a schema?

Een gegeneraliseerde mentale representatie of mentaal concept van een groep objecten, taferelen of gebeurtenissen.





What is a script?

Een schema van gebeurtenissen in tijd. Bijvoorbeeld een verwachtingspatroon over hoe een verjaardagsfeestje of een sportles verloopt.

What is source confusion?

Mensen krijgen informatie binnen vanuit allerlei bronnen (zicht, horen, lezen, imagination etc) en de hersenen verbinden deze informatie aan elkaar, maar slaan niet goed op waar de afzonderlijke delen van de informatie vandaan komen. Daardoor kan een persoon van mening zijn dat hij bepaalde informatie heeft gezien terwijl hij het eigenlijk heeft gehoord.

What is prospective memory?

Het vermogen om iets in je geheugen te houden dat je in de toekomst moet doen. Kan betrekking hebben op plaats (event-based: als ik daar ben dan moet ik x doen) of op tijd (time-based: over 10 minuten moet ik x doen).