Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
17 Cards in this Set
- Front
- Back
Betoog |
tekstsoort waarbij schrijver de lezer wil overtuigen van zijn mening |
|
Uiteenzetting |
tekstsoort waarbij de schrijver de lezer wil informeren of iets uit wil leggenBesc |
|
Beschouwing |
tekstsoort waarbij schrijver wilt dat lezer een mening vormt |
|
Activerende tekst |
tekstsoort waarbij schrijver de lezer wil aansporen tot handelen |
|
Hoofdgedachte |
belangrijkste mededeling over onderwerp in tekst |
|
Kernzin |
zin die de belangrijkste informatie van een alinea bevat |
|
Manieren om aandacht van lezer te trekken: |
- aanleiding - belang voor lezer - geschiedenis - een anekdote |
|
Manieren om slot van tekst te schrijven |
Conclusie, samenvatting, advies, toekomstverwachting |
|
Opsommend verhaal |
verhaal waar meerdere zaken achter elkaar genoemd worden (bijv. daarnaast, vervolgens, daarbij komt, etc.) |
|
Voorwaardelijk verband |
verband waarbij een eis geveven word waaraan moet voldoen, zodat iets kan plaatsvinden |
|
Tegenstellend verhaal |
verhaal waarbij verschillen worden aangeduid (bijv. maar, echter, daarentegen, etc.) |
|
Oorzakelijk verband |
verband waarbij altijd gevolg en oorzaak gegeven is |
|
Toelichtend verbandVoor |
verband waarbij uitleg of verklaring gegeven word |
|
Voorwaardelijk verband |
verband waarbij een eis geveven word waaraan moet voldoen, zodat iets kan plaatsvinden |
|
Vergelijkend verbandEee |
verband waarbij overeenkomsten gegeven wordt tussen 2 zaken of dingen |
|
Redengevend verbandVon |
verband waarbij argument gegeven word waarom ergens voor gekozen word |
|
Concluderend verband |
iets word afgeleid uit het voorgaande |