• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/154

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

154 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Waarom is Neurowetenschappen multidisciplinair



Neurowetenschappen houdt in:


psychologie, fysiologie, anatomie,



neurologie:


aandoening van zenuwstelsel en het gevolg op het gedrag,



computerwetenschappen:


analogie informatieverwerker, technologische revolutie, computermodellen simuleren neurologische werking, filosofie.




Wat wordt er bedoeld met Multi populatie

Er wordt zowel getest op mensen als dieren.

Wat wordt er bedoeld met Multi level benadering?


Neurowetenschappen wordt benaderd op functioneel en neuraal niveau.


Wat zijn de nadelen aan het onderzoeken bij patiënten?


Hersenbeschadigingen door verwonding of ziekte altijd speling van het lot.



Wanneer je vindt dat beschadiging X leidt tot de uitval van functie Y, weet je nog niet veel over de precieze rol van gebied X, het is niet noodzakelijk de zetel van functie Y, maar kan ook een voorwaardelijke rol spelen.



Wat wordt er bedoeld met beeldvormende technieken?

Men zet de cognitieve functie aan door proefpersonen een specifieke taak te laten uitvoeren en er wordt gekeken naar welke delen in de hersenen actief zijn.

Wat zijn hersenventrikels?


Dit zijn holtes of kamers die met elkaar in verbinding staan en gevuld zijn met vloeistof en waaromheen het hersenweefsel geplooid is.

In welke 3 stadia worden zintuiglijke prikkels verwerkt?

- Mechanisme voor sensorische analyse
- Ratio, denken en waarderen
- Geheugen

Wat is de hersenschors of cortex?

Dit is de buitenste schil van de hersenen.

Wat zijn convoluties?

Dit zijn windingen aan het oppervlakte van de hersenen

Wat is het modulair standpunt?

Dit is de opvatting dat hersenen bestaan uit een samenstel van gespecialiseerde verwerkingscomponenten.

Wat zijn de 2 soorten delen in de hersenen?


Delen die erg specifiek gericht zijn en andere delen zijn voor meerdere functies inzetbaar.

Geef de anatomische posities


Craniaal – Caudaal / bovenaanzicht – onderaanzicht
Ventraal – Dorsaal / vooraanzicht – achteraanzicht
Lateraal – Mediaal / zijaanzicht – middenaanzicht
Contralateraal
Ipsilateraal
Bilateraal
Efferent – Afferent



Wat is Contralateraal?


Het dient ter aanduiding van een lichaamsonderdeel dat in vergelijking met een gelijkaardig lichaamsonderdeel aan de andere kant ligt t.o.v. een gezamenlijk referentiepunt (bijv. de lichaamsmediaan).



Voorbeeld: De rechterarm is contralateraal van de linkerarm.



Wat is Ipsilateraal?



Het dient ter aanduiding van een lichaamsonderdeel dat in vergelijking met een gelijkaardig lichaamsonderdeel aan dezelfde kant ligt t.o.v. een gezamenlijk referentiepunt (bvb. de lichaamsmediaan).



Het voorvoegsel 'ipsi' is afgeleid van het woord 'ipse', Latijn voor 'dezelfde'.



Voorbeeld: De rechterduim ligt ipsilateraal van de rechtermiddenvinger.




Wat is Bilateraal?

Het dient ter aanduiding van twee lichaamsonderdelen welke zich t.o.v. een gezamenlijk referentiepunt (bvb. de lichaamsmediaan) aan beide zijden hiervan bevinden.



In de praktijk wordt de term meestal gebruikt ter aanduiding van aandoeningen.



Voorbeeld: Bilaterale tennisellebogen: ontsteking van de elleboog zowel links als rechts.



Wat is afferent?

Het betekent 'aanvoerend' en is het tegenovergestelde van efferent.



Het dient ter aanduiding van een lichaamsonderdeel (doorgaans een zenuw of een bloedvat) dat naar een ander lichaamsonderdeel (structuur of orgaan) leidt.

Wat is Efferent?

Het betekent 'wegvoerend' en is het tegenovergestelde van afferent.



Het dient ter aanduiding van een lichaamsonderdeel (doorgaans een zenuw of een bloedvat) dat van een ander lichaamsonderdeel (structuur of orgaan) wegleidt.



Noem de 3 snijvlakken

- Horizontale of transversale doorsnede
- Sagittale doorsnede (net in het midden = mediale doorsnede, verticale doorsnede van links naar rechts of omgekeerd)
- Coronale doorsnede (verticale doorsnede van neus tot achterhoofd of omgekeerd)

Geef de structuur van het zenuwstelsel

-Centraal zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)
-Perifeer zenuwstelsel (Autonoom(onwillekeurige) en somatisch(willekeurige))

Wat valt er onder autonoom in het PZS?


Hart, maag, darmen, hormonen of onwillekeurig zenuwstelsel

Wat is het somatisch PZS?

Tactiele gewaarwordingen of willekeurig zenuwstelsel.

Hoe wordt het CZS beschermd?

Cerebrospinaal vocht waardoor hersenen schokken kunnen verdragen worden.

Wat zijn de 2 soorten vezels in het PZS?



Afferente vezels ontvangen informatie van zintuigen (receptoren)



Efferente vezels sturen info naar weefsels, organen, klieren (effectoren)


Wat zijn de Craniale zenuwen in het PZS?


Deze zenuwen staan in verbinding met de hersenen of hersenstam.


Wat zijn de Spinale zenuwen in het PZS?


Deze zenuwen staan in verbinding met het ruggenmerg.


Uit hoeveel paar bestaat de Craniale zenuwen?


De Craniale zenuwen bestaan uit 12 paar.



Het eerste 2 paar zijn rechtstreeks met de hersenen verbonden en de rest via de hersenstam.
Deze zijn afferent ofwel efferent ofwel gemengd.


Hoe zijn de spinale zenuwen in het PZS ingedeeld?


In 31 paar en krijgen de benaming volgens de wervels.



Deze paren zijn allemaal gemengd.

Hoe is het autonoom zenuwstelsel opgedeeld?


Sympatisch zenuwstelsel (spoort aan tot actie)
Parasympatisch zenuwstelsel (spoort aan tot rust)


Hoe is het centraal zenuwstelsel opgedeeld?

Ruggenmerg
Hersenen: - hersenstam
- cerebellum
- tussenhersenen (diëncephalon)
- grote hersenen (cerebrum)

Uit wat bestaat de hersenstam?


Verlengde merg (medulla oblongata)
Pons
Middenhersenen (mesencephalon)

Uit wat bestaan de tussenhersenen (diëncephalon)?


Thalamus (verbindingsstation)
Hypothalamus (genot centrum)
Hypofyse (hormonen centrum)
Epifyse (pijnappelklier) (produceert melatonine)

Uit wat bestaan de grote hersenen (cerebrum)?

2 hemisferen
Hersenbalk (Corpus callosum)
Cortex (grijze schors): - winding (gyrus)
- groef (sulcus)
Limbisch systeem
Basale ganglia (ganglia = kernen)

Uit wat bestaat de hersenschors (cortex)?

Groeven (sulci) en windingen (gyri).
Hersenkwabben: - frontale lob (voorhoofdskwab)
- pariëtale lob (wandbeen kwab)
- temporale lob (slaapbeenkwab)
- occipetale lob (achterhoofdskwab)
Neocortex – paleocortex
Area’s van Brodmann (visuele cortex)

Wat is de functie van de Neocortex?

Zintuiglijke waarneming, bewuste bewegingen en (bij mensen) redeneren, abstract denken en taal


Wat zijn de 3 soorten vezelbanen?


Projectievezels
Associatievezels
Comissuurvezels: -homotoop
- heterotoop


Hoe zijn de zenuwvezels herkenbaar?


Dit is de witte stof
Gemyeliniseerde axonen

Hoe wordt het lymbische geheugen opgedeeld?

Oa in Amygdala (emotioneel gedrag) en Hippocampus (geheugen)
Limbus = grens

Wat is de Basale ganglia?


Een ander woord voor Basale ganglia is basale kernen.
Dit zijn celklusters
En kunnen deel uitmaken van het motorisch controlesysteem.


Door hoeveel slagaders wordt er bloedtoevoer voorzien?


4 grote slagaders (arteria)
2 halsslagaders (80%, links & rechts): - Arteria cerebri arterior
- Arteria cerebri media
2 wervelslagaders (20%, links & rechts): - Arteria cerebri posterior



Deze vormen samen de cirkel van Wilis

Wat zijn de bouwstenen van het zenuwstelsel?

Neuronen
Gliacellen: - Macroglia (Astrocyten & Oligodendrocyten)
- Microglia (Schwanncellen)

Wat is de structuur van een neuron


Cellichaam/soma (celmembraan & nucleus/kern)
Dendrieten
Axon (Axon heuvel, gemyeliniseerde uitloper, knopen van Ranvier & eindplaatje)

Wat is de taak van het zenuwstelsel?

-Opvangen en doorsturen van info
-Ordenen en verwerken van info
-Sturen van instructies naar het PZS

Wat zijn de basis kenmerken van neuronen?

Elektrische geleiding in de cellen
Chemische geleiding tussen de cellen

Waarvoor dienen Astrocyten (Gliacellen/Macroglia)?

Stevigheid
Vorming littekenweefsel
Maar vooral bloed-hersenbarrière

Waarvoor dienen Oligodendrocyten (Gliacellen/Macroglia)?

Myeliniseren van axonen in het CZS.

Waarvoor dienen de Microglia (Gliacellen)?

Opruimen van celresten en parasieten

Waarvoor dienen de Schwanncellen (Gliacellen/Microglia)?

Zelfde taak als de Oligodendrocyten maar dan in het PZS.



Dus Myeliniseren van axonen in het PZS.



Wat is een synaps en waarvoor dient deze?


Een synaps zit tussen het eindplaatje met vesikels (met daarin neurotransmitters) en membraam (receptor-effectorcomplex) die ervoor zorgt dat er contact is tussen 2 neuronen.



Dit gebeurd in de synaptische spleet

Geef 3 soorten synapsen?

Axo-dendritisch
Axo-somatisch
Axo-axonaal

Hoe verloopt de communicatie tussen neuronen?

Deze communicatie verloopt volgens een elektrochemisch proces.

Hoe verloopt het rustpotentiaal bij de informatiegeleiding in neuronen?



-Toestand in rust = niet-geleiding
-Negatieve intracellulaire lading/polariteit
-70 mV in cel
-Celmembraan is zeer goed doorlaatbaar voor K+
-Celmembraan is praktisch niet doorlaatbaar voor Na+

Hoe verloopt het actiepotentiaal bij de informatiegeleiding in neuronen?


-Bij stimulatie van het neuron: elektrische polariteit veranderd
-Centraal: doorlaatbaarheid van het membraam verandert
-Uitwisseling van Na+-ionen en K+-ionen (in de knopen van Ravier)
-Korte heftige verandering van rustpotentiaal
-Tijdelijke positieve spanning in het axon
-Neuron vuur (= zenuwimpuls)
-Natrium-kalium pomp herstelt naar rust toestand

Wat is leren?

Toenemen van aantal synapsen
Toename van het aantal dentrieten
Versteviging van neuronale circuits

Hoofdstuk 3: beeldvormende technieken




Waarvoor staat EEG en wat doet die?


Elektro-encofalogram



Elektrische activiteit in neuronen meten aan de schedel
De hersenen krijgen verscheidene prikkels te verwerken
Potentiaalverandering -> pieken (pos/neg)

Waarvoor staat MEG en wat doet die?

Magneto-encofalogram



Is minder gevoelig dan EEG (nadeel) -> registreert geen dieper gelegen activiteit (sulci)
Registreert wel focaler/gefocused (voordeel)

Waarvoor staat PET en wat doet die?


Positron-emissie-tomografie



Licht radioactieve stof wordt in de bloedbaan gebracht
Radio actieve straling wordt gedetecteerd
Hogere doorbloeding -> hogere radioactiviteit

Waarvoor staat fMRI en wat doet die?


Functionele magnetische resonantie imaging



Meet verandering in doorbloeding
Scanner creëert zelf een magnetisch veld -> meet storingen hierin veroorzaakt door bepaalde bloedeigenschappen
Contraststoffen zijn overbodig

Hoofdstuk 4: Het brein en visueel waarnemen



Wat is waarnemen?


Resultaat van toekennen van een betekenis aan een sensatie
Hoeft niet altijd bewust gebeuren (vb democRATS)

Wat gebeurd er op zintuigniveau?


Elk zintuig heeft zijn specialisatie
Sensorische transductie
Prikkel -> potentiaalverandering -> zenuwimpuls -> CZS
Zintuiglijke informatie komt dus onder de vorm van zenuwimpulsen in het CZS
In CZS: - Reflex (ruggenmerg)
- Gewaarworden en waarneming (cortex)

Wat zijn receptoren?


Dit zijn gevoelige cellen die instaan voor het opvangen van de prikkels
Elk zintuig heeft zijn eigen specifieke receptor

Welke soorten receptoren bestaan er?

-Exteroceptoren
-Interoceptoren
-Proprioceptoren

Wat zijn de 2 stappen van visuele waarneming?

Opvangen van lichtprikkels
Via het CZS omgezet tot mentaal beeld

Oogdoorsnede



Wat is de taak van de harde oogrok?

-Constant vorm oog
-Bescherming inwendige delen
-Hechting oogspieren

Wat is de taak van het hoornvlies (cornea)?

Lichtinval
Verzamellens

Wat is de taak van het regenboogvlies (iris)?

-Diafragma (groter of kleiner naar gelang van licht inval, zoals bij een fototoestel)
-Regelt hoeveelheid binnenvallend licht

Wat is de taak van de lens en hoe is deze gevormd?


De lens is dubbelbol en convergeert het licht.
Alles staat in spiegelbeeld en ondersteboven.


Wat is het straallichaam?


Dit is de ciliaire spier.



Hun taak is de lens op zijn plaats te houden
Wanneer je lang op iets met kleine letters geconcentreerd zit te kijken krijg je last van je ogen. Dit is door de constante spanning van het straallichaam.



Wat is het glasachtig lichaam en wat is zijn functie?


Dit is de oogbol en is een geleiachtige substantie.
Deze oefent druk uit op de oogrok.

Waar bevindt zich het netvlies (retina) en wat bevat deze allemaal?


Het netvlies bevindt zich in de binnenzijde van de oogbol.
En bestaat uit lichtreceptoren (kegeltjes en staafjes) die zorgen voor de omzetting lichtenergie in potentiaalverandering.


Verder bestaat deze nog uit een macula/gele vlek en een blinde vlek.



Waarvoor dienen de kegeltjes receptoren?


Er zijn 3 soorten kegeltjes, dit komt doordat kegeltjes gespecialiseerd zijn in de 3 basis kleuren.
De kegeltjes zullen enkel vuren als er voldoende licht is.


Wat is de functie van de staafjes receptoren?


De staafjes zorgen ervoor dat we verschillen zien in donker en lichter waardoor je vormen en dieptes kan zien.

Wat is de macula/gele vlek?


Dit is een punt op het netvlies waar de kegeltjes en staafjes dicht op elkaar staan waardoor je scherper ziet.


De macula scant constant net zoals een digitaal oog van een cd speler.

Wat is de blinde vlek?


Op 1 bepaalde plaats van het netvlies zijn er geen staafjes en kegeltjes aanwezig, een plek waar je dus blind bent. Maar dit valt niet op omdat de hersenen het beeld gewoon aanvullen.


Wat is het visuele baansysteem in het CZS?


-Nervus opticus (oogzenuw)
-Optisch chiasma = splitsing: linkertractus en rechtertractus
-Thalamus, meer bepaald Corpus geniculatum laterale
-Primaire visuele cortex (retinotroop georganiseerd, 4 kwadranten)

Er zijn ook andere visuele cortexareas, welke zijn dit?


Ventrale route -> Occipetaal-temporale stroom
-> objectidentificatie: wat zie ik?
Dorsale route -> Occipetaal-pariëtale stroom
-> objectlokalisatie: waar zie ik iets?

Hoe worden de 4 kwadranten van het gezichtsveld gescheiden?


Verticaal door de linker en rechter hersenhelft
Horizontaal door de groef genaamd Fissura calcarina

Wat is hemianopsie?



De helft niet meer zien
bv. Enkel nog maar van alles de rechterkant zien


Wat is kwadrantanopsie?


Dit is een kwadrant niet meer zien
bv. Alles nog kunnen zien behalve rechtsonder

Wat is corticaal blind?


Bij deze aandoening werken de ogen nog goed, maar de V1 (achterhoofdskwab, primair visueel geheugen) niet meer.


Wat zijn de 2 mogelijke oorzaken van kleurenblindheid?


Bepaalde kegeltjes die niet meer werken
Cortexaal probleem

Wat is de functie van het secundaire cortexzone?


Het secundaire cortexzone geeft betekenis aan voorwerpen

Wat is de functie van het tertiaire cortexzone?


Dankzij het tertiair cortexzone zijn we in staat om te lezen
-Een storing in het tertiaire cortexzone = dislexy
-Een volledige storing in het tertiaire cortexzone = alexy

Wat is het bewegingsnaeffect of waterval effect?


Dit zijn de neuronen die aan het vuren waren die nog niet stilgevallen zijn
Dit gaat via de dorsale route naar de bewegings cortexzone (V5)

Er zijn 4 gespecialiseerde cortexzones wat visuele waarneming betreft

-Beweging (dorsaal) V5
-Diepte (dorsaal) V3
-Kleur (ventraal) V4
-Vorm (ventraal) V2

Wat is objectagnosie?

Dit is het niet langer herkennen van objecten

Hoofdstuk 5: Aandacht



Wat is oriëntatiereactie?


Dit is onvrijwillige aandacht.
Deze wordt uitgelokt door nieuwe prikkels en vergt geen inspanning. Men is er niet bewust mee bezig (elementaire vorm van aandacht).



Er is ook sprake van habituatie.

Wat is habituatie?

Dit is de gewoon wording van je omgeving (uitdoving).

Geef 2 stoornissen bij gerichte/selectieve aandacht

-Onderscheid relevante & irrelevante stimuli valt weg.
-Afleidbaarheid.

Geef de kenmerken van verdeelde aandacht

-Situaties eisen stimulante verdeling van aandacht.
-Beperkt
-Alternerende aandacht: flexibiliteit (constant wisselen tussen beeld & ondertitels)
-Stoornissen mogelijk

Geef de kenmerken van volgehouden aandacht

-Vergt langere tijd aandacht
-Alertheid = bewustzijnsgraad
-Vigilantie = waakzaameheid
-Stoornissen mogelijk bv. Niet langdurig aandacht houden

Aandacht en hersenen



Hersenstam

-Formatio reticularis -> ARAS (ascenderend retriculair activerend systeem)
-Alertheidsniveau
-Al dan niet activeren van de cortex
Letsels (tumor, CVA (cerebro-vasulair accident), trauma, …) -> bewustzijnsdaling tot coma.
-Hypothalamus
Sterk betrokken bij primitieve gedragingen (dorst, agressie, sex, …)
-Rol in behouden van bewustzijn en alertheid volgens noden
-Belangrijke rol in ontstaan van gerichte en volgehouden aandacht

Limbische structuren



-Geheugen & emoties
-Hippocampus (geheugen, oriëntatiereactie, inhiberende invloed op formatio reticularis)
-Amygdala -> belang dat een individu aan stimuli hecht

Cortex

-Prefrontale cortex (executieve gedragdscontrole) -> letsel = verhoogd afleidbaarheid
-Pariëtale cortex (visuele selectieve aandacht) -> letsel rechts = linkerneglect (negeren wat links gebeurd)
-Temporale cortex is samen met pariëtale cortex het kennisreservoir

Lateralisatie

Linkerhemisfeer:


- aandacht details
- gerichte, selectieve aandacht
- keuzeprocessen



Rechterhemisfeer:


- panoramische (verdeelde) aandacht
- volhouden aandacht
- alertheid



Bij letsel linkerhemisfeer blijft panoramische aandacht de taken deels over te nemen
Geen ziekte inzicht -> letsel rechterhemisfeer.

Wat zijn de problemen bij het meten van aandacht


Aandacht is geen unitair begrip -> het is dus niet met 1 test na te gaan
Je kan nooit slechts 1 aspect van aandacht meten.
Belangrijk: impact op dagelijks leven nagaan

Hoe kun je aandachtsstoornissen testen?

-Doorstreeptest
-Trail-making test
-Stroop kleur-woordtest
-Test of everyday attention

Hoofdstuk 6: Het geheugen



Wat is geheugen?


Vermogen om informatie op te slaan en er later weer gebruik van maken.

Geef de verschillende geheugenbewaarplaatsen

-Zintuiglijk geheugen
-Kortetermijngeheugen
-Langetermijngeheugen

Geef de 2 soorten geheugenprocessen

Inprenten & ophalen

Zintuiglijk geheugen


Prikkels -> zintuig -> code -> hersenen



Alle prikkels komen binnen via het zintuiglijk geheugen -> kortstondige vorm van bewaring
Enkel aantoonbaar via experimenten
Functie -> info vasthouden tot herkenning -> patroonherkenning
Stoornis -> perceptie problemen.

Kortetermijngeheugen

Werk geheugen



Massale informatiestroom -> selectie van de aandacht -> buffer
Capaciteit is beperkt -> chunking (samenvoegen van items)
Slechts enkele minuten actief (herhaling)
+/- 7 items = geheugenspan
Opslag, bewerken en transformeren van informatie



Bestaat uit 3 componenten

Uit welke 3 componenten bestaat het kortetermijngeheugen?


2 buffers


-> fonologische/articulatorische lus = verbaal materiaal
-> visuospatieel werkblad = visuoruimtelijk materiaal



- organisatie systeem -> centraal controle systeem (centrale executieve systeem)

Langetermijngeheugen


Archief geheugen
-Capaciteit is enorm groot -> kennisreservoir
-KTG -> LTG = inprentingsproces
-LTG -> KTG = oproepingsproces
-Oproepen (reproductie) vs herkennen (recognitie)

Geef de 2 geheugenaspecten van het langetermijngeheugen


Expleciet geheugen


-> declaratief, direct (feitenkennis)
-> semantisch geheugen (algemene kennis)
-> expisodisch geheugen (persoonlijke, plaatsgebonden kennis)



Impliciet geheugen


-> niet-declaratief, indirect (vaardigheden)
-> Procedureel geheugen: vaardigheden, gewoonten, onbewust geleerde regels
-> Priming -> komen vlugger binnen via een hint voordien bv. Elk elk elk, een koe drinkt?
-> Primitieve leerprocessen -> klassieke conditionering en habituatie



Stoornissen bij heel specifieke uitval



amnesie


anterograde amnesie


retrograde amnesie

Wat is amnesie?

Dit is de algemene term voor geheugen stoornissen

Wat is anterograde amnesie?

Onvermogen om nieuwe informatie op te slaan

Wat is retrograde amnesie?

Onvermogen om informatie te herinneren die is opgeslagen voor het ontstaan van de stoornis

Waar is het geheugen gelokaliseerd?

Temporale lobben voornamelijk de mediaal temporale regio



Hippocampus -> links opslag van verbaal materiaal
-> rechts opslag van non-verbaal materiaal
Prefrontale cortex (centrale executieve)

Hoofdstuk 7: Emoties



Wat is introspectie?

Dit is het praten over gevoelens

Wat zijn de functies van emoties?

Non-verbale communicatie
Motorisch actiecomponent
Onbewuste informatieverwerking
Sturen van cognitieve processen en handelen

Wat is het model van Papez?

Neuroanatomisch circuit van emotie
Rol hypothalamus


Wat is het model van McLean?

Uitbreiding -> limbisch systeem
Amygdala centraal

Wat zijn de 2 routes van het Amygdala?


Subcortinale route: thalamus-amygdala route: korte route (low road) -> zorgt dat je leven niet in gevaar komt



Corticale route: thalamus-cortex-amygdala route: lange route (high road) -> betekenis geven aan wat je waargenomen hebt.

Waar spelen emoties zich af in de hersenen?

In de prefrontale cortex


Frontale lobotomie ->

ijspriem door oogkas

Lateralisatie



Babinski

Rechterhemisfeer is meer betrokken bij emotionele informatieverwerking.

Goldstein

Linkerletsels -> catastrofale reacties
Rechterletsels -> onverschilligheid of euforie
-> valentiehypothese

Motivationele-richtings model

Li: toenaderen -> bv blij, boos, …
Re: terugtrekken -> bv angstig, …



Dit is de aanpassing van de valentiehypothese van Goldstein

Emotiestoornissen na focale laesies

hersenmodel

Hoofdstuk 8: Motoriek



Wat zijn sensorische systemen


Interne perceptuele voorstelling van de buitenwereld
Fysieke energie -> neuronale impulsen

Wat zijn motorische systemen?

Staat in voor de belevingscontrole
Neuronale impulsen -> fysieke energie

Wat zijn de hiërachische controleniveaus van de motorische subsystemen

-Motorische controle zones
-Hersenstam
-Ruggenmerg

Wat zijn de subcorticale systemen die zorgen voor onafhankelijke indirecte controle?


Basale ganglia & Cerebellum.

Wat zijn de 3 gebieden van de corticale motorische zones

-Primaire motorische cortex
-Premotorische cortex
-Supplementair motorische area (SMA)

Primaire motorische cortex


-Precentrale gyrus
-Somatopisch georganiseerd -> Motorische homunculus
-Stimulatie à contralateraal samentrekking van de overeenstemmende spiergroep
-Verantwoordelijk voor eenvoudige bewegingen waarbij slechts 1 spiergroep betrokken is
-Hoe complexer de beweging, hoe groter het verantwoordelijke hersengebied



Letsel: hemiparese – hemiplegie

Hoe gebeurd de diagnostiek van het letsel aan de primaire motorische cortex?


Dynamometer (arts)
Tapping test
Purdue pegboard (psycholoog)

Hoe wordt een letsel aan de primaire motorische cortex behandelt?

Gebruik van niet-aangedane hand ontmoedigen
Visualisatie (motor imagery)
Spiegelneuronen -> geeuwen door iemand te zien geeuwen

Hoe kun je de premotorische cortex stimuleren?


Door het doen van complexe bewegingen (meerdere spiergroepen)

Wat is de functie van de premotorische cortex?

Zorgen voor vloeiende bewegingen

Hoe is het letsel in de premotorische cortex?

Opsplitsing van complexe handelingen in eenvoudige bewegingen

Wat zijn de functies van SMA?

Bilaterale projecties naar primair motorische cortex
Bimanuele coördinatie

Hoe ziet het letsel eruit van SMA?

Bimanueel coördinatieprobleem

Wat zijn de taken van de prefrontale cortex?

-Indirecte controle
-Intentie en planning (vooral in nieuwe en ongewone situaties)
-Vermogen om gedrag te controleren
-Feedbackmechanisme

Wat is de functie van de posterieure pariëtale cortex?

-Ruimtelijke oriëntatie
-Veel verbindingen met premotorische cortex -> bezorgt PMC coödinaten voor de bewegingstrajecten

Samenvattend gebeurt de motoriek op de volgende manier


Tertiaire: prefrontale cortex
Secundaire: premotorische cortex + SMA
Primaire: primair motorische zone
De informatie stroom gaat van tertiair naar primair

Wat is apraxie?

-Verworven stoornis in het uitvoeren van complexe, doelgerichte, willekeurig aangeleerde bewegingen
-Uitvoeren van de deelbewegingen lukt
-Niet in staat verschillende bewegingen te integreren in complexe handeling
-Duidelijkst bij uitbeelden op verzoek, buiten context

Welke vormen van apraxie heb je ?

-Ideomotorische apraxie -> niet kunnen uitvoeren/nabootsen
-Ideationele/ideatorische apraxie -> niet kunnen uitvoeren, nabootsen, uitleggen. Wel imiteren
-Buccofaciale apraxie -> controle kwijt gelaat spieren
-Oculomotorische apraxie-> controle kwijt oogspieren
-Constructieve apraxie -> geen constructies/tekeningen namaken
-Kledingsapraxie -> niet in staat om zich juist aan te kleden

Hoe gebeurd de diagnostiek bij apraxie?

Onderzoek waarbij patiënt beweging of handeling moet uitvoeren

Hoe gebeurd de behandeling bij apraxie?

ADL-training

De vier gebieden van de motorische cortex

Hoofdstuk 9 : Taal



Waar bevindt zicht de taaldominatie ?


In de linkerhemisfeer -> Zone van Broca
-> Zone van Wernicke
-> SMA
-> temporale cortex



Wat is de rol van de rechterhemisfeer ?

Specifieke taalvaardigheden -> extralinguïstische aspecten
- emotioneel aspect
- situationele & sociale context
- ironie, gebruikt metaforen
- prosodie (intonatie, volume, snelheid, ritme)
Je spreekt met je linkerhemisfeer en je communiceert met je rechterhemisfeer

Wat is afasie ?

Verlies of dysfunctioneren van het taalvermogen als gevolg van een hersenletsel



Stoornis in codering (formuleren, taalproductie à expressief) en/of decodering (interpreteren, begrijpen à receptief)

Welke soorten afasie heb je?

-Afasie van Broca
-Afasie van Wernicke
-Globale afasie
-Conductieafasie
-Amnestische afasie
-Modaliteitspecifieke afasieën
zuivere woorddoofheid
zuivere woordblindheid
Zuivere woordstomheid

Wat is de afasie van Broca?

= motorische afasie



Bij letsel in het gebied van Broca:
-Spraakmoeilijkheden bij quasi intact taalbegrip
-Ernstige spraakbeperkingen:
Articulatieproblemen met parafasieën
Woordvindingsproblemen
Agrammatisme


-Lichte begripsbeperkingen (vnl. bij complexe syntaxis)

Wat is afasie van Wernicke?


= sensorische afasie



Bij letsel in het gebied van Wernicke
-Gestoord taalbegrip
-Spreken vloeiend maar inhoud is zinloos (= empty speech)
-> uitgesproken problemen om klanken samen te voegen tot zinvolle spraak
-Literale/semantische parafasieën -> -neologismen à jargon
-Paragrammatisme
-Geen ziekte-inzicht!



Wat is globale afasie?

Uitgebreid letsel in volledig taalgebied



Combinatie van motorische en sensomotorische afasie

Wat is conductie afasie?

Niet meer in staat om dingen te herhalen


Letsel verbindingsbanen tussen Broca en Wernicke

Wat is amnestische afasie?


Woordvindingsproblemen -> geven dikwijls omschrijvingen
-Geen probleem met taalbegrip en taalproductie

Wat zijn modaliteitspecifieke afasieën?

Dit is zuivere woorddoofheid (auditief verbale agnosie)
-Niets begrijpen van gesproken taal
-Spraak en visueel taalbegrip zijn intact
-Primair auditieve regio is gescheiden van Wernicke-area



-Zuivere woordblinheid (alexie zonder agrafie)
Ernstige leesstoornissen
Gyrus angularis is geïsoleerd van visuele input



-Zuivere woordstomheid (afemie)
Start met initieel mutisme
Voornamelijk articulatiestoornissen


Spraakapraxie
Taalbegrip, lezen en schrijven zijn intact
Bij herstel -> buitenlandsaccentsyndroom

Hoe worden deze stoornissen gediagnosticeerd en behandeld?

Domein van logopedie



Gebruik gemaakt van afasietests: AAT, SAN-test, Tokentest

Wernicke Geshwind model