• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/28

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

28 Cards in this Set

  • Front
  • Back


5.5.2 De amygdala



Laesies van de amygdala hebben aanzienlijke effecten op het emotioneel gedrag. Een aap met bilaterale verwijdering van de amygdala en de inferieure temporale cortex verandert in:




(1) een sociaal geïsoleerd dier dat niet reageert op sociale signalen van zijn soortgenoten,


(2) is uitzonderlijk tam en vertoont geen angstreacties meer (zelfs niet ten aanzien van natu urlijke vijanden),


(3) maakt geen visueel onderscheid meer tussen eetbare en oneetbare substanties en inspecteert vrijwel alles dat binnen het bereik komt door het in de mond te nemen ,


(4) vertoont sterk toegenomen auto-erotische , homoseksuele en heteroseksuele gedragingen , en


(5) heeft een uitgesproken visuele onderzoeksdrift ge­koppeld aan een visuele agnosie (de onmogelijkheid om familiaire objecten te herken­nen).

Hoe heet dit syndroom?




(1) een sociaal geïsoleerd dier dat niet reageert op sociale signalen van zijn soortgenoten,


(2) is uitzonderlijk tam en vertoont geen angstreacties meer (zelfs niet ten aanzien van natu urlijke vijanden),


(3) maakt geen visueel onderscheid meer tussen eetbare en oneetbare substanties en inspecteert vrijwel alles dat binnen het bereik komt door het in de mond te nemen ,


(4) vertoont sterk toegenomen auto-erotische , homoseksuele en heteroseksuele gedragingen , en


(5) heeft een uitgesproken visuele onderzoeksdrift ge­koppeld aan een visuele agnosie (de onmogelijkheid om familiaire objecten te herken­nen).

Deze spectaculaire gedragscluster wordt het Klüver-Bucysyndroom genoemd en komt er in wezen op neer dat het dier geen gepaste emotionele associatie legt met de gebruikelijke situaties of voorwerpen uit zijn omgeving (Klüver, 1937 ; Klüver & Bucy, 1939).



Verder onderzoek toonde aan dat de visuele deficits van het Klüver-Bucysyn­ droom vooral worden veroorzaakt door

beschadiging van visuele associatieareas in de temporale cortex.



De hippocampus , corpora mamillaria en anterieure thalamische kernen zijn vooral betrokken bij de geheugenopslag .



De centrale emotionele component van het Klüver-Bucysyndroom zijn de amygdala . De amygdala kunnen worden beschouwd als een 'actieve onderzoeker ' van de buitenwereld (Nauta & Feirtag, 1986) gericht op het zelfbehoud van het individu (MacLean , 1952).



Volgens Halgren (1992) mediëren de amygdala de invloeden van de prefrontale cortex en de hypothalamus . De amygdala voegen een emotionele inhoud toe aan de cognitie en associëren biologische driften met specifieke stimuli (bijvoorbeeld het speuren naar voedsel bij honger).

De hippocampus , corpora mamillaria en anterieure thalamische kernen zijn vooral betrokken bij

de geheugenopslag .



De centrale emotionele component van het Klüver-Bucysyndroom zijn de amygdala . De amygdala kunnen worden beschouwd als een 'actieve onderzoeker ' van de buitenwereld (Nauta & Feirtag, 1986) gericht op het zelfbehoud van het individu (MacLean , 1952).



Volgens Halgren (1992) mediëren de amygdala de invloeden van de prefrontale cortex en de hypothalamus . De amygdala voegen een emotionele inhoud toe aan de cognitie en associëren biologische driften met specifieke stimuli (bijvoorbeeld het speuren naar voedsel bij honger).

De centrale emotionele component van het Klüver-Bucysyndroom zijn de amygdala .



De amygdala kunnen worden beschouwd als

een 'actieve onderzoeker ' van de buitenwereld (Nauta & Feirtag, 1986) gericht op het zelfbehoud van het individu (MacLean , 1952).



Volgens Halgren (1992) mediëren de amygdala de invloeden van de prefrontale cortex en de hypothalamus . De amygdala voegen een emotionele inhoud toe aan de cognitie en associëren biologische driften met specifieke stimuli (bijvoorbeeld het speuren naar voedsel bij honger).

Volgens Halgren (1992) mediëren de amygdala de invloeden van de prefrontale cortex en de hypothalamus .



De amygdala voegen

een emotionele inhoud toe aan de cognitie en associëren biologische driften met specifieke stimuli (bijvoorbeeld het speuren naar voedsel bij honger).

Elektrische stimulatie van de amygdala heeft aanzienlijke autonome en emotionele effecten.



Deze effecten zijn vaak gelijkaardig aan diegene die worden geassocieerd met stimulatie en laesies van de laterale of mediale gebieden van hypothalamus , zoals veranderingen in het hartritme en de ademhaling.



Stimulatie van sommige regio 's leidt tot verhogingen van het hartritme, veroorzaakt door de activatie van de sympathische tak van het autonoom zenuwstelsel.



Stimulatie van andere regio 's vertraagt het hartritme. Deze vertraging wordt gemedieerd door de nervu vagus. Ook emotionele veranderingen werden gerapporteerd bij de stimulatie van de amygdala. Bij dieren veroorzaakt stimulatie van de laterale en centrale amygdalaire regio's angst.



Defensieve en agressieve responsen worden uitgelokt door stimulatie van de basomediale regio.



Elektrische stimulatie van de menselijke amygdala wordt algemeen als


onaangenaam ervaren .



Extreme onaangename emotionele reacties zoals onrust en angst komen vaak voor.

Activatie van de amygdala (bijvoorbeeld bij een epileptisch insult) kan sterke emotionele reacties uitlokken .



Deze resultaten komen overeen met de gegevens van elektrische stimulatie van de amygdala in lagere diersoorten (Heath, 1964).



Beschadiging van de anterieure delen van de temporale lob (cfr. frequent bij contusies) zijn geassocieerd met het

'dyscontrol syndro­me' dat wordt waargenomen bij patiënten met een temporale lobepilepsie en gepaard gaat met emotionele labiliteit, een verhoogde impulsiviteit en achterdochtigheid .

Bilaterale destructie van de amygdala bij de mens vermindert

de woede in chronisch agressieve patiënten (Mark et al., 1972).


De sleutel om de rol van de amygdala te kunnen begrijpen ligt bij een

overzicht van de verschillende input- en outputstructuren (Figuur 5.7.).

Figuur 5.7.


De rol van de amygdala in de verwerking van emotionele informatie (naar Ledoux, 1992 en LaBar & LeDoux, 1997).

Het corpus amygdaloideum (de 'officiële' naam van de anlygdaJa) wordt gevormd door

een groep van kernen gelokali­seerd onder het anterieure deel van de temporale lob aan de top van de laterale ventrikels.



De kernen liggen bij elkaar in een amandel vormige formatie (amygdala is het Griekse woord voor amandel).



Hoewel het aantal onderscheiden kernen in de amygdala nog ter discussie staat, wordt de structuur in vier area opgedeeld :



l


c


b


b

-de laterale,


-de centrale,


-de basolaterale en


-de basomediale regio 's.

De verschillende kernen onderhouden een aantal belangrijke verbindingen met de



c


h


h


d (t&h)

de cerebrale cortex,


hippocampus ,


hersenstam en


de omliggende diencephale structuren (thalamus en hypothalamus) .



De amygdala ontvangen de meeste projecties vanuit andere hersen tructuren in de laterale kern. De projecties vanuit de amygdala naar andere hersen structuren vertrekken vanuit de centrale nucleus.

De amygdala ontvangen de meeste projecties vanuit andere hersenstructuren in de laterale kern.



De projecties vanuit de amygdala naar andere hersen structuren vertrekken vanuit

de centrale nucleus.


Het belangrijkste doel van de omvangrijke zintuiglijke input naar de amygdala is


het laterale amygdalaire complex.

Zintuiglijke informatie bereikt de amygdala via

-een directe thalamo-amygdalaire projectie en


-via een indirecte thalamo-cortico-amygdalaire lus (LeDoux, 1986, 1989, 1994).



Voor vele types van emotie (maar vooral voor angst) is de directe projectie van de thalamus naar de amygdala van groot belang.



De directe route is sneller dan de indirecte route, maar biedt enkel

ruwe informatie over de kenmerken van de stimulus.



De directe projectie van de thalamus naar de amygdala resulteert in een primitieve sensorische voorstelling van de timulus om de amygdala snel te activeren, wat belangrijk kan zijn in gevaarlijke situaties.



Vermoed wordt dat de directe thalamische input snelle, primitieve emotionele responsen medieert en de amygdala voorbereidt om snel op het gevaar te reageren terwijl de meer gedetailleerde analyse van het binnenko­ mend signaal wordt overgelaten aan hogere corticale regio 's van vooral frontale en temporale cortex. Zoals wanneer men op een schemerige landweg zijn voet bliksemsnel wegtrekt van een krassend en kronkelig object dat bij nader inzien slechts een dorre tak blijkt te zijn.



Deze reactie gebeurde automatisch , zonder bewuste controle en op grond van ruwe zintuiglijke informatie (als de stok een slang was geweest, was het allicht beter eerst te reageren en pas daarna te kijken).



Vermoed wordt dat de directe thalamische input snelle, primitieve emotionele responsen medieert en de amygdala voorbereidt om

snel op het gevaar te reageren terwijl de meer gedetailleerde analyse van het binnenko­mend signaal wordt overgelaten aan hogere corticale regio 's van vooral frontale en temporale cortex.



Zoals wanneer men op een schemerige landweg zijn voet bliksemsnel wegtrekt van een krassend en kronkelig object dat bij nader inzien slechts een dorre tak blijkt te zijn. Deze reactie gebeurde automatisch , zonder bewuste controle en op grond van ruwe zintuiglijke informatie (als de stok een slang was geweest, was het allicht beter eerst te reageren en pas daarna te kijken).

De directe, meer primitieve en voor mensen onbewuste route biedt een interessante denkpiste voor het (freudiaanse) argument dat

emotionele reactie op een stimulus kunnen optreden zonder een bewuste perceptie van deze stimulus.

Recent onderzoek naar de functionele anatomie van angst bij dieren en mensen beschouwt de amygdala als een hersenzone die verantwoordelijk is voor


het aanleren en/of de uiting van aangeleerde angstassociaties.



Laesies in het basolaterale complex verstoren geconditioneerde angstresponsen.

Laesies van de amygdala blokkeren niet alleen de aangeleerde maar ook de

aangeboren responsen voor angstwekkende stimuli (cfr. de Klüver-Bucy-aapje vertoonden geen enkele schrik meer voor slangen (een natuurlijke vijand) en namen ze zelf in de mond).



Bovendien blokkeren laesies van de amygdala ook het vermogen om emotioneel significante stimuli te herkennen, wat van belang is voor de conditionering van een organisme ten aanzien van zijn specifieke leefomgeving .



De overleving van een organisme is namelijk afhankelijk van gedrag dat het contact met biologisch veilige plaatsen maximaliseert en tevens het contact met gevaarlijke plaatsen minimaliseert.



De associatie tussen gevaar en omgeving kan slechts door ervaring worden aangeleerd en de hippocampus speelt hierbij een belangrijke rol.



Het aanleren en onthouden van de pecifieke omstandigheden waarin zich bedreigende stimuli kunnen voordoen (complexe contextuele informatie) kan voor het individu immers van levensbelang zijn.



Vermoed wordt dat de hippocampus

een invloed uitoefent via anatomische connectie met de amygdala.



Deze verbindingen voorzien in een neuraal baansysteem waardoor hogere cognitieve en geheugenprocessen emotionele ervaringen kunnen bepalen en vormen. en vice versa (LaBar & LeDoux, 1997).



Dergelijk leergedrag kan experimenteel worden gedemonstreerd wanneer een dier zich bij voorkeur in een omgeving leert op te houden waar het op belonende stimuli (seks, voedsel en drank) werd vergast en het contact met aversieve of gevaarlijke omgevingen leert schuwen.



Er is een duidelijk bewijs dat de amygdala fundamenteel betrokken zijn bij

de associatie van deze plaatsstimuli met beloningswaarde (LaBar & LeDoux, 1997).




De parallelle inputbaansystemen komen samen in de grote laterale nucleus van de amygdala die dient als een sensorisch schakelbord voor deze regio.



Wanneer de zintuig­ lijke informatie verwerkt is door de laterale kern, wordt ze via intra-amygdalaire verbin­dingen naar de centrale nucleus gevoerd, het belangrijkste outputcentru m van de amygda­la.



Doelgebieden van de centrale nucleus zoals de hersenstam en het diencephalon zijn fundamenteel voor

de opbouw van de verschillende aspecten van de emotionele reactie.



De centrale nucleus projecteert naar de laterale hypothalamus (amygdalofugale projec­ ties) en hersenstamgebieden die de autonome responsen reguleren.



Tevens projecteert de centrale kern direct en indirect (via de stria terminalis) naar de mediale hypothalamus die belangrijk is voor de mediatie van neuro-endocriene responsen ten aanzien van angst­ wekkende of stressvolle stimuli.



Bovendien lopen er ontelbare projecties tussen de amygdala en de thalamische kernen. Elektrische stimulatie van de centrale nucleus produceert autonome responsen (een toename van het hartritme, de bloeddruk en de ademhaling) zoals wordt gezien tijden angstconditioneri ng.

Bovendien lopen er ontelbare projecties tussen de amygdala en de thalamische kernen. Elektrische stimulatie van de centrale nucleus produceert autonome responsen (een toename van het hartritme, de bloeddruk en de ademhaling) zoals wordt gezien tijden angstconditionering.



Omgekeerd blokkeren laesies van deze kern de

autonome veranderingen die normaal plaats vinden bij angstcondi­tionering.



De centrale nucleus projecteert ook naar de corticale associatiegebieden, vooral naar de orbitofrontale cortex en de gyruscinguli.



Dit feedbacksysteem ((basolaterale) amygdala ontvangen corticale input, (centrale) amygdala reflecteren de amygdalaire verwerking van de corticale input terug naar de cortex) is belangrijk voor de bewuste perceptie van de emotie.

Laesies van de orbitofrontale en anterieure cortex cinguli resulteren in

een veranderde emotionele responsiviteit.



Wanneer de laesie beperkt blijft tot de orbitofrontale cortex is de normale agressiviteit en de emotionele responsiviteit gereduceerd.

Het isoleren van de orbitofrontale cortex door het laesioneren van de limbische associatieverbindingen met de mens (lobotomie) resulteert in

een verminderde angstgevoeligheid.