• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/12

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

12 Cards in this Set

  • Front
  • Back

1.3 De anatomische positie



Neuroanatomische beschrijvingen noodzaken een aantal specifieke termen en concepten om de verschillende posities en richtingen in relatie met de hersenen of het lichaam te kunnen beschrijven.



• Wanneer we ons bewegen in de richting van het hoofd (in craniale of rostrale (letterlijk : 'bek ') richting) , dan bewegen we ons naar de bovenliggende of superior gebieden van het lichaam.
• Wanneer we ons bewegen naar de voeten (in caudale richti ng), bewegen we ons naar de onderste of inferior gebieden van het lichaam.
• Wanneer we ons bewegen inde richting van de neus (in ventrale richting), begeven we ons naar de voorste of anterior delen van het lichaam.
• Bewegen we ons naar de rug (in dorsale richting), dan bewegen we ons naar de achterste of posterior delen van het lichaam .
• Wanneer we ons bewegen naar het midden van ons lichaam of ons brein , dan bewegen we ons in een mediale richting.
• Bewegen we ons naar de zijkanten van ons lichaam of brein, dan bewegen we ons in een laterale richting.



• De positie op het Lidmaat dichter bij de romp is proximaal gelegen.
• Verder van de romp verwijderd noemen we distaal.



We gebruiken deze termen ook om aan te duiden of twee structuren dichtbij (proximaal) of verder (distaal) van elkaar verwijderd zijn.


• De positie op het Lidmaat dichter bij de romp is

proximaal gelegen.



• Verder van de romp verwijderd noemen we distaal.



We gebruiken deze termen ook om aan te duiden of twee structuren dichtbij (proximaal) of verder (distaal) van elkaar verwijderd zijn.

• Verder van de romp verwijderd noemen we

distaal.



We gebruiken deze termen ook om aan te duiden of twee structuren dichtbij (proximaal) of verder (distaal) van elkaar verwijderd zijn.

We gebruiken deze termen ook om aan te duiden of twee structuren

dichtbij (proximaal) of verder (distaal) van elkaar verwijderd zijn.

• Met contralateraal bedoelen we

dat twee structuren in tegenovergestelde lichaams- of hersenhelften liggen of duiden we een richting aan die van de ene zijde van het lichaam naar de andere zijde loopt.



Onze linkerhersenhelft is verantwoordelijk voor de willekeurige motoriek van onze rechterhand. We zeggen dus contralaterale hand.



• Met ipsilateraal bedoelen we

dat de tructuren zich in dezelfde lichaams- of hersenhelft bevinden of geven we een richting aan die zich tot één lichaamshelft (hersen helft) beperkt.



• Structuren die in beide lichaams- of hersenhelften gelegen zijn, noemen we bilateraal.



• Ten slotte noemen we een projectie die (naar het) centraal (zenuwstelsel) gericht is afferent, en noemen we een projectie die het centrum verlaat efferent.



Zenuwcellen die prikkels van uit de buitenwereld naar onze hersenen leiden, volgen dus een afferente koers en zijn sensorisch van aard. Neuronen die prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de periferie leiden, volgen een efferente koers en hebben een motorische functie.



Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.

• Structuren die in beide lichaams- of hersenhelften gelegen zijn, noemen we

bilateraal.



• Ten slotte noemen we een projectie die (naar het) centraal (zenuwstelsel) gericht is afferent, en noemen we een projectie die het centrum verlaat efferent.



Zenuwcellen die prikkels van uit de buitenwereld naar onze hersenen leiden, volgen dus een afferente koers en zijn sensorisch van aard. Neuronen die prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de periferie leiden, volgen een efferente koers en hebben een motorische functie.



Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.


• Ten slotte noemen we een projectie die (naar het) centraal (zenuwstelsel) gericht is

afferent, en noemen we een projectie die het centrum verlaat efferent.



Zenuwcellen die prikkels van uit de buitenwereld naar onze hersenen leiden, volgen dus een afferente koers en zijn sensorisch van aard. Neuronen die prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de periferie leiden, volgen een efferente koers en hebben een motorische functie.



Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.


Zenuwcellen die prikkels van uit de buitenwereld naar onze hersenen leiden, volgen dus een

afferente koers en zijn sensorisch van aard.



Neuronen die prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de periferie leiden, volgen een efferente koers en hebben een motorische functie.



Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.

Neuronen die prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de periferie leiden, volgen een efferente koers en hebben een

motorische functie.



Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.

Naast de verschillende richtingen kunnen we ook verschillende oriëntaties of snijvlakken in lichaam en hersenen onderscheiden die gebruikt worden om de anatomische structuren in kaart te brengen.



• Een verticaal vlak dat van het ene oor naar het andere loopt doorheen het hele brein, noemen we een coronaal vlak.
• Ook van oor tot oor maar loodrecht op het coronale vlak is het horizontale vlak.
• Een sagittale snede ten slotte is een verticaal vlak dat de hersenen van voor naar achter doorsnijdt.