• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/48

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

48 Cards in this Set

  • Front
  • Back

orkest waarvan de spelers als hobby muziek maken

amateur orkest

muzikale tijdperiode van 1600 tot 1750 waarbij het belangrijkste instrument de klavecimbel was

barok

Een instrument dat de baspartij speelt

basinstrument

de laagste partij van een muziekstuk

baspartij

orkest waarvan de spelers voor hun werk spelen

beroepsorkest

de instrumenten en of zangstemmen die in een ensemble voorkomen

bezetting

de vorm van de binnenkant van de buis van een blaasinstrument

boring

buis is overal even wijd

cilindrische boring

zaal die speciaal is gebouwd voor concerten

concertzaal

vanaf het mondstuk wordt de buis steeds wijder

conische boring

degene die leiding geeft aan een orkest

dirigent

instrumenten waarvan de trillingen elektrisch versterkt worden

elektrische instrumenten

instrumenten waarbij de trillingen met behulp van elektriciteit gemaakt worden

elektronische instrumenten

groep zangers en of spelers die samen muziek maakt

ensemble

blaasinstrumenten met een rieten of een mondstuk met een scherpe rand

houten blaasinstrumenten

Het omschakelen naar machinale productie vanaf eind 18e eeuw

industriële revolutie

alleen met of voor instrumenten

instrumentale muziek

instrumenten die beschikbaar zijn

instrumentarium

instrumenten van dezelfde soort maar andere hoogten

instrumentenfamilie

Een aantal instrumenten die om een rede bij elkaar horen

instrumentengroep

bij muziek: andere naam voor orkest

kapel

muzikale stijlperoide van 1780 tot 1810 waarbij het belangrijkste toetsinstrument de piano forte was

klassieke periode

toetsinstrument waarbij het geluid wordt gemaakt Doordat snaren getokkeld worden

klavecimbel

bespeler van klavecimbel

klavecinist

Een vocaal ensemble met korische bezetting

koor

instrumenten met een ketelvormig mondstuk van metaal

koperen blaasinstrumenten

Een partij wordt gezongen of gespeeld door meerdere stemmen en of instrumenten

korische bezetting

Een toneelstuk waarbij alle tekst gezongen wordt

opera

iemand die in een orkest op een instrument speelt

orkestmusicus

muziek voor orkesten geschreven

orkestmuziek

muziekstukken die Door een orkest gespeeld kunnen worden

orkestwerken

Het geleidelijk veranderen van geluidssterkte

overgangsdynamiek

muzikale stijlperiode van 1810 tot 1910 waarbij het belangrijkste instrument de piano is

romantiek

de melodieën die gespeeld moeten worden op een instrument

partij

overzicht van alle partijen

partituur

alle saxofoons

saxofoonfamilie

houten blaasinstrument met dubbel riet en een conische buisvorm

schalmei

koperen blaasinstrument met een schelle klank

scherp koper

sopraan, mezzo sopraan, alt, tenor, bariton, bas

stemsoorten

instrumenten waarbij de toon onstaat door het aanstrijken van de snaar

strijkinstrumenten

Een orkest dat alleen bestaat uit strijkinstrumenten

strijkorkest

vanaf het mondstuk wordt de buis steeds smaller

tapse boring

Het plotseling veranderen van geluidssterkte

terassendynamiek

rondreis van orkest of artiest

tournee

Een ensemble met een vaste combinatie van instrumenten en of zangstemmen

vaste bezetting

Bedoeld voor stemmen

vocaal

muziek waarbij gezongen wordt

vocale muziek

koperen blaasinstrumenten met een milde ronde klank

zacht koper