• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Wereldmuziek

Een combinatie van niet-westerse volksmuziek en popmuziek.

Melodie

Een herkenbare opeenvolging van tonen.

Akkoord

Een samenklank van 3 of meer tonen.

Baslijn

De lijn die gevormd wordt door de laagste tonen van een akkoord, eventueel opgevuld met doorgaande tonen.

Traverso

Een houten dwarsfluit.

Basso continuo

Een ensemble dat meestal bestaat uit een klavecimbel en een cello.

Sonate

Een compositie voor 1 of enkele instrumenten in meestal 4 delen.

Kamermuziek

Muziek die is geschreven voor kleine ensembles.

Thema

Een melodie die bepalend is voor een muziekstuk en vaak voorkomt.

Motief

Een kort melodisch of ritmisch gegeven.

Sequens

Herhaling van een motief een toon hoger of lager.

Tweede stem

Een instrumentale of vocale melodie die tegelijk met een hoofdmelodie klinkt en geen eigen karakter heeft.

Tegenmelodie

Een instrumentale of vocale melodie die tegelijk met de hoofdmelodie klinkt en een eigen karakter heeft.

Pianoconcert

Een compositie voor piano en orkest in meestal 3 delen.

Triool

Een ritmisch figuur, waarbij 3 noten in plaats van 2 noten gespeeld worden.

Syncope

Een verschuiving van een accent.

Beat

Sterk accent op de 1ste en 3de tel van een 4/4 maat.

Afterbeat

Sterke accenten op de 2de en 4de tel van een 4/4 maat.

Verbindingsboog

Een verbinding van 2 tonen van dezelfde toonhoogte, waardoor de eerste noot wordt verlengd met de waarde van de 2de.

Rondo

Een instrumentale compositie waarin het thema minstens 3 maal voorkomt en wordt afgewisseld door andere andere melodieën, bijv. a-b-a-c-a.

Couplet

Een onderdeel van een lied; in een volgend couplet blijft de melodie hetzelfde maar verandert de tekst.

Refrein

Een onderdeel van een lied; bij herhalingen blijven tekst en melodie onveranderd.

Intro

Een inleiding van een muziekstuk; vaak instrumenteel.

Coda

Slot van een muziekstuk.

Ostinaat

Een muzikaal gegeven dat meerdere malen achter elkaar wordt herhaald.

Bridge

Een onderdeel van een lied waarvan de tekst en melodie afwijken van couplet en refrein; een bridge komt in een song in het algemeen maar 1 keer voor.

Sopraan

Hoge vrouwenstem.

Alt

Lage vrouwenstem.

Tenor

Hoge mannenstem.

Bas

Lage mannenstem.