• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/16

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

16 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Beroepsbevolking

Bestaat uit de werkende en werkzoekende beroepsbevolking. Iedereen die ten minste 12 uur per week werkt of wilt werken.

Beroepsgeschikte bevolking

Beroepsbevolking + de werklozen die geen werk zoeken.

Welke twee factoren hebben invloed op de macht van arbeiders?

1. Hoeveel kosten een bedrijf moet maken om een werknemer te vervangen.




2. Hoe hoog de werkloosheid is op dat moment, ofwel de omstandigheden op de arbeidsmarkt.

Welke problemen zijn er bij het meten van de beroepsbevolking?

1. het is op basis van een steekproef




2. Er zijn veel ontmoedigde werklozen




3. antwoorden van respondenten worden niet geverifieerd




4. Het is een duur en langzaam proces waardoor de cijfers nooit exact zijn.

Welke 4 soort werkloosheid zijn er?

1. frictiewerkloosheid (het niet bezitten van de juiste kwalificaties voor een baan)




2. seizoenswerkloosheid (horeca)




3. structurele werkloosheid (werkloosheid die geen verband heeft met de economische conjunctuur, bijvoorbeeld automatisering en vervanging van personeel)




4. conjuncturele werkloosheid (werkloosheid door schommelingen in de economie)

Welke 3 factoren beïnvloeden het nominale loon?

1. Een stijging in het verwachte prijsniveau zorgt voor een proportionele stijging in het nominale loon




2. Een verhoging in het daadwerkelijke werkloosheidspercentage zorgt voor een daling in het nominale loon.




3. Overige variabelen zoals minimumloon en werkprotectie waarvan een stijging betekent dat het nominale loon ook stijgt.

Wat zijn de wage-setting en price-setting relaties?

De wage-setting is de relatie tussen het reële loon en de werkloosheid.




De price-setting relatie bepaalt dat hoe hoger de markup van bedrijven, hoe lager het reële loon.

Wat heeft een stijging van de markup voor gevolg in de PS-WS grafiek?

Een stijging in de markup zorgt van een daling van de PS-lijn op de WS curve. Het reële loon daalt en de werkloosheid wordt groter omdat men minder kan kopen en daardoor de output daalt.

Welke aanname geldt bij het natuurlijke evenwichtspunt punt van werkloosheid?

Het verwachte reële loon is gelijk aan het verwachte reële prijsniveau.

Welke factoren hebben invloed op het stijgen en dalen van de WS curve?

Een toename in werkloosheid laat de curve dalen en een toename in Z (werkprotectie, minimumloon) laat de WS curve stijgen en visa versa.

Welke 2 eigenschappen heeft de AS relatie

1. Gegeven een verwacht prijsniveau zal een toename in output leiden tot een toename in het werkelijke prijsniveau. (meer output > meer werkgelegenheid > minder werklozen > hoger nominaal loon > meer besteedbaar inkomen > hoger werkelijk prijsniveau.)




2. Gegeven de werkloosheid zal een toename in het verwachte prijsniveau leiden tot een toename in het werkelijke prijsniveau. (hoger verwacht prijsniveau > loononderhandelingen > meer kosten voor bedrijven > hogere prijzen)

Welke factor zorgt voor een verschuiving van de AS curve?

Een stijging in het verwachte prijsniveau zorgt voor een stijging van de AS curve. Een daling van het verwachte prijsniveau zorgt voor een daling van de AS curve.

De AD curve is gebaseerd op het IS-LM model. Welke factoren laten de AD curve verschuiven?

Een stijging in overheidsuitgaven en expansioneel monetair beleid laten de curve naar rechts verschuiven en visa versa.




Een verhoging van belasting en contractioneel monetair beleid laten de AD curve naar links verschuiven.





Wat voor gevolgen zijn er in het AS-AD model te zien als de output hoger ligt dan het natuurlijke niveau van output?

Wanneer de output hoger is dan het natuurlijke level van output dan is de prijs hoger dan de verwachte prijs. Dit betekent dat de prijsverwachtingen van de toekomst hierop aangepast zullen worden en als gevolg zullen er hogere lonen onderhandeld worden voor de toekomst wat leidt tot een waardevermindering van de geldvoorraad, een stijging in de rente en een verlaging in output. Dit zorgt weer voor een hoger prijsniveau om de kosten te dekken voor bedrijven. Dit alles heeft als gevolg dat de AS curve een verschuiving omhoog maakt langs de AD curve totdat het natuurlijke level van output weer hersteld is. Op dit punt is het verwachte prijsniveau weer gelijk aan de natuurlijke output dus er er is geen reden meer om te onderhandelen voor hogere lonen.

Neutraliteit van geld

De neutraliteit van geld houdt in dat monetair beleid op de middellange termijn geen invloed heeft op de output of het renteniveau. Echter, het effect van monetair beleid kan wel een tijdelijke schok in de economie veroorzaken waardoor de economie uit een recessie kan geraken.

Wat voor invloed heeft de prijs van olie binnen het AS-AD model?

Olie heeft een speciale rol binnen het AS-AD model. Een stijging in de olieprijen is te vergelijken met een stijging in de markup. De PS curve daalt en zorgt voor lagere lonen. Het gevolg is een stijging in de werkloosheid en een daling in de output. De effecten van olieprijzen gaan verder dan dat. Een stijging verschuift namelijk het natuurlijke level van output tot een punt waar de output lager is terwijl de prijzen hoger zijn dan voorheen. Dit zorgt voor een opwaartse verschuiving van de AS curve.