Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
32 Cards in this Set
- Front
- Back
Theorieën behaviorisme / associationisme |
- klassieke conditionering - operante conditionering |
|
Theorieën cognitieve benadering |
- Gestaltpsychologie - informatieverwerking - radicaal constructivisme
|
|
Theorieën gesitueerd leren |
- sociaal constructivisme - situated cognition |
|
Definitie van leren voor behaviorisme / associationisme |
Leren = permanente gedragsverandering in reactie op gebeurtenissen in de omgeving oiv externe stimuli |
|
Definitie van leren voor cognitieve benadering |
Leren = gedragswijziging na individueel verwerven en verwerken van kennis en inzichten |
|
Definitie van leren voor gesitueerd leren |
Leren = gedragswijziging oiv omgeving en context |
|
Kernideeën klassieke conditionering |
UCS + CS -> UCR -> CS + CR |
|
Kernideeën operante conditionering |
Stimulus wordt gegeven als positieve of negatieve beloning of straf op gewenst gedrag |
|
Kernideeën Gestaltpsychologie |
Leren door middel van patronen en structuren |
|
Kernideeën informatieverwerking |
Verworven info stockeren in het geheugen |
|
Kernideeën radicaal constructivisme |
Zelf actief nieuwe kennis construeren |
|
Kernideeën sociaal constructivisme |
Leren in interactie met de sociale omgeving |
|
Kernideeën situated cognition |
Leren in een specifieke zinvolle context |
|
Bekrachtigen |
- primaire / secundaire bekrachtiger - gradiënten: continu / intermitterend - schema's: interval (vast, variabel), ratio (vast, variabel) |
|
Effectief straffen |
- beperkt in duur en intensiteit - duidelijk en telkens na ongewenst gedrag - gericht op gedrag ipv persoon - beperkt binnen foute context - geen dubbelzinnige boodschap - beter negatieve straf |
|
Ontwikkelingsfasen volgens Piaget |
- sensori-motorisch (0-2) - pre-operationeel (2-6) - concreet-operationeel (6-11) - formeel-operationeel (11-...) |
|
Soorten geheugens |
- zintuiglijk / sensorisch - korte termijn / werk - lange termijn / permanent (declaratief of expliciet, procedureel) |
|
Soorten competentie die samen expertise vormen |
- domeinspecifieke kennis - cognitieve strategieën - motorische vaardigheden - attitudes en motivatie - metakennis en - vaardigheden |
|
Feitenverwerving |
- incidenteel - intentioneel (rote / meaningful) (Ausubel) |
|
Verschillen in voorkennis |
- hoeveelheid - organisatie - oproepbaarheid - correctheid |
|
Motorisch leerproces |
- cognitieve fase - associatieve fase - autonome fase |
|
Categorieën in metacognitieve vaardigheden |
- orienteren - plannen - proces bewaken - toetsen - diagnosticeren - bijsturen |
|
Reguleringsstrategieën |
- attribueren - motiveren - concentreren - zichzelf evalueren - waarderen - inspannen - emoties opwekken |
|
Noodzakelijke componenten van leertheorieën om transfer te voorzien naar onderwijspraktijk |
- competenties die moeten geleerd worden - noodzakelijk leerproces - principes en richtlijnen om leren te ondersteunen - evaluatiemethodes |
|
Noodzakelijke componenten voor het opbouwen van flexibele competentie |
- duidelijk en flexibel referentiekader - heuristische methodes - metakennis (metacognitieve en zelfkennis) - zelfregulatieve vaardigheden - positieve opvattingen |
|
Componenten van effectief leren |
- C: Constructief - S: gesitueerd - S: zelfregulerend - C: collaboratief - maar ook: doelgericht, aansluitend op voorkennis |
|
Mate van begeleiding bij leren |
- impliciet (ervaringsgericht) - informeel (actief) - formeel (begeleid) |
|
Europese resolutie over levenslang leren |
- toegang verzekeren - mogelijkheden scheppen tot verwerven van basisvaardigheden - opleiding, aanwerving, bijscholing van opleiders - internationale erkenning van competenties - voorlichting, kennisverspreiding - bestaande structuren ondersteunen |
|
Theorieën van Vygotsky |
- relatie tussen denken en taal - interiorisatiehypothese - zone van de naaste ontwikkeling |
|
Gestaltwetten |
- eerste: figuur-achtergrond-structuur - tweede: geheel is meer dan som van de delen - derde: groeperingswetten van oa. nabijheid, gelijkheid, continuïteit |
|
Aha-Erlebnis |
- Gestaltpsychologie - het doorbreken van een Einstellung of grenzen die men zichzelf oplegt bij het probleemoplossend denken |
|
Maatschappelijke ontwikkelingen tweede helft 20 e eeuw |
- kennisexplosie, verouderde kennis - informatisering, technologisering - globalisering, internationalisering, mondialisering - levenslang, levensbreed leren - competentiegericht leren - multimediale maatschappij, beeldcultuur |