Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
49 Cards in this Set
- Front
- Back
fMRI |
Functional Magnetic Resonance Imaging |
|
EEG |
Elektro encefalografie |
|
NIRS |
Near Infrared Spectoscopy |
|
Welke manier van hersenonderzoek meet zowel hersen activiteit als structuur? |
fMRI |
|
Hersenonderzoek geeft informatie over: |
Informarie verwerking Cognitieve en Emotionele toestand |
|
Wanneer herkennen kinderen de stem van hun moeder en hoe is dit zichtbaar? |
Enkele uren na geboorte: verschil in hersenactiviteit en de intensiteit |
|
Wanneer herkend een baby de moeder van een foto en hoe is dit zichtbaar? |
Na 6 maanden: verschil in hersenactiviteit |
|
Rechter frontale asymmetrie |
Terugtrek motivatie |
|
Linker frontale asymmetrie |
Motivatie tot benaderen |
|
Frontale asymmetrie |
Verschil in activiteit in de linker en rechter frontale cortex |
|
Babys en peuters met een depressieve moeder: |
Meer rechter frontale asymmetrie en onveilige gehechtheid kind |
|
Weeshuis |
Vooral lichamelijke zorg, geen duurzame band |
|
Wat is het gevolg van het ontbreken van een gehechtheidsrelatie op de ontwikkeling van een kind? |
Meer langzame golven (minder snelle): dit wijst op achterblijvende hersenontwikkeling |
|
Wat is de reactie van een vermijdend gehecht persoon op een vrolijk filmpje? |
Minder linker asymmetrie dan een normaal persoon |
|
Waar wordt oxytocine geproduceerd? |
In de hypothalamus |
|
Hoe wordt oxytocine vervoerd als hormoon? |
Hypofyse > bloed > organen |
|
Wat is het gevolg van hoge oxyticine gehalten tijdens de zwangerschap? |
Ook na de geboorte en na knuffelen hogere oxytocine. Keken meer naar kind. |
|
Bij vaders stijgt het oxytocine level bij.. |
Meer fysiek uitdagende interacties. |
|
Wat is volgens Ainsworth sensitiviteit? |
Prompt en adequaat reageren op een signaal van een kind. W > I > R |
|
Oxytocine en sensitief ouderschap. Opzet |
Oxy en placebo; Luisteren naar huilen. |
|
Effect in de hersenen van oxytocine: |
Amygdala (angst en afkeer) is minder actief. Insula + frontale gyrus (empathie) is actiever. |
|
Extra effect bij sensitiviteit onderzoek : |
Meer plezier bij lachende babys |
|
Conclusie onderzoek oxytocine in group out group: |
Met oxytocine: Minder selfish; Meer ingroup love; Benadeling outgroup |
|
Tend-and-defend gedrag |
Beschermen eigen nageslacht |
|
Oxytocine en reactie op emoties |
Niet bij sociaal angstige mensen |
|
Oxytocine en donaties aan goed doel |
Alleen toename bij mensen die niet in hun jeugd emotioneel onder druk zijn gezet door hun ouders |
|
Oxytocine en voorkomen reactie op huilende babys |
Alleen wanneer je in je jeugd niet hardhandig bent aangepakt. |
|
Fenotype |
Zichtbare of meetbare kenmerken |
|
Gedragsgenetica |
Probeert de grootte van de invloed van nature en nurture op het fenotype te schatten |
|
Hoeveel procent van de genen zorgen voor verschillen? |
0.2% |
|
Hoeveel chromosomen zitten in het DNA: |
23 paar (46) |
|
Correlatie |
Overeenkomst op fenotype tussen twee leden van tweelingenpaar |
|
Mz > dz |
Genen |
|
Mz = dz |
Invloed gedeelde omgeving |
|
Genetische bijdrage A = |
2(rmz - rdz) |
|
Gedeelde omgeving C = |
2rdz - rmz |
|
Unieke omgeving E = |
1 - A - C |
|
Genen en omgeving kunnen elkaar versterken of tegenwerken door: |
Assortive mating Correlatie genen en omgeving Interactie genen en omgeving Sociale interactie |
|
Interactie genen omgeving |
Het effect van de omgeving hangt af van de genetische bagage |
|
Sociale interactie |
Kinderen gaan veel om met genetisch verwante personen |
|
Opzet onderzoek gehechtheid |
Mz en dz Bij geboorte gescheidde mz Kieboets (omgeving) |
|
Uitkomst onderzoek |
Geen bewijs voor genetisch effect gehechtheid |
|
Moneculaire genetica |
Probeert specifieke genen aan te wijzen voor verschillen in fenotype |
|
2 typen moneculaire genetica |
GCTA GWAS |
|
GCTA |
Genome-wide Complex Trait Analysis: grote groepen worden vergeleken op een bepaald fenotype en dna profiel |
|
GWAS: |
Genome-wide Association Studies: het hele genoom wordt systematisch gescand voor samenhang tussen SNPs en een bepaald fenotype |
|
Borstvoeding kan zorgen voor een hoger iq. Maar alleen wanneer: |
Je het FADS2-gen hebt |
|
Kinderen met een lang DRD4-allel zijn.. |
Vatbaar voor sensitiviteit moeder en hierdoor ook voor externaliserend probleem gedrag |
|
Voorbeeld moneculaire genetica: differentiële ontvankelijkheid |
Dopamine D4 Receptor |