Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
109 Cards in this Set
- Front
- Back
3. De strijd om de identiteit
Acceptatie van de meervoudige identiteit is niet vanzelfsprekend. Veel autochtonen Nederlanders bezinnen zich op hun wordtels. Dit heeft invloed op |
de omgang met autochtonen
|
|
De vraag is: Hoe kan er een gemeenschappelijke identiteit ontstaan zonder de identiteit van herkomtst te negeren?
Wellicht is het 'koppelteken' de oplossing: |
Surinaams-Nedrelands
Turks-nederlands etc Dat doen de Amerikanen ook. |
|
Identiteit hangt samen met het beeld van anderen. 'Kan je trots zijn op jezelf?'
Identiteit moet je 'regelen' dat doet iedereen anders. NIet elke manier is even efficient. Belangrijk is tijd om de manier te vinden zich aan te passen binnen de samenlving. Dit aanpassen heten |
adaptie strategieen.
|
|
Er wordt gesproken over dubbele loyalitiet en identiteit.
Wat kan er gebeuren? |
Deze kunnen in conflict komen met elkaar. Wie ben je nu?
|
|
Identiteit en sociale identiteit
Identiteit: |
alle kenmerken en gedragingen waarvan de mens aanneemt dat deze uit zichzelf komen. Zijn 'zelf'.
We hebben het dan ook over zelfbeeld. |
|
We hebben het dan ook over zelfbeeld.
Aangezien alles waarmee men zich mee vereenzelfdigd dan wel identificeerd deel uit maakt van het zelfbeeld is het dan ook logisch dat wat daar toe behoren? |
daar ook groeps eiegnschappen toe behoren.
Je maakt ook deel uit van groepen. |
|
sociale identiteit
|
Je identificeerd je veelal met je omgeving, dus je sociale identiteit.
|
|
Positief zelfbeeld
Het groepslidmaatschao is van belang omdat je een positief zelfbeeld wil, ergens waar je je geaccepteerd voelt. Waar je niet uitgesloten wordt, maar ingesloten. Is deze keuze voor identiteit vrij? |
Nee. Veel aspecten kun je niet kiezen.
|
|
Consequenties van de ontwikkeling van de socioale identiteit:
|
In en uitsluiting.
De sociale identiteit gaat hiermee gepaard. Je hoort ergens bij of niet. Cultureel bepaalde gedragingen: Sociale identiteit zie je terug in zichtbare culturele gedragingen Groepsindeling: Je wordtvanzelf ingedeeld. Er worden je door anderen eigenschappen toegekend. Het gaat dus bij de bepaling van de sociale identieteit over de waarnemening van jezelf en die van de anderen. Dit kan dynamisch zijn, veranderen. En hangt af van situatie en tijd |
|
Etnitisering.
Hoe meer nederland de eigen identiteit benadrukt door bijv te wijzen op geschiedenis, hoe meer er 'etnitisering van de nederlandse identiteit' plaatsvandt. Dit werkt als uitsluitingsmechanisme. Hoe? |
Alleen nederlands hebben deze gedeelde achtergrond. Ze kunnen, de allochtonene het dus niet delen.
|
|
Regelen identiteit.
Gelaagde of meervoudige identiteit: Welke identiteit je hebt, hangt af waar en in welkje situatie je zit. Redenen hiervoor zijn: |
Je verenigd jezelf met diverse groepen. Daarnaast bestaat er niet zoiets als 'de nederlandse identiteit'. Heel nederland is een vergaarbak van identiteiten door de jaren heen. Groepen hebben da ook een hybtryde of meervoudige identitet.
De identiteit staat niet vast, maar ontwikkeld zich continu. Probleem: Mensen zijn vrij een identieit te bepalen, zich met een groep te afficieren, maar het is pas onproblematisch als deze groep ze ook accepteerd. |
|
Er zijn 2 problemen:
|
1. Het dilemma:
Keuze Er is sprake van een dilemma: De alochtoon voelt een keuze. Of nederlander, of allochtoon Ze voelen de druk van 'copyright leden' de autochtonen bevolking. Ze willen deel uit maken van de autochtonen bevolking, maar de 'roots' niet kwijt. De verenigde staten heeft dat opgelost door: Het koppelteken identiteit Afro-Amerikaans. Het is dan en en in plaats van of of. 2. Het niet accepteren wens tot identificatie door omgeving Allkochtionen identificeren zich vaak met Nederland. Hun siociale omgeving accepteerd deze identificatiewens niet altijd |
|
Identiteit en positie bepaling.
Allochtonen Nederlanders kunnen mbt identiteit uit de volgende uitwegen kiezen: |
of-of positie
en-en positie Noch het en-noch het ander positie. of-of positie De wisselende identiteit Afhankelijk van de situatie wordt de identiteit geregeld. Niet echt een oplossing vaoor het dilemma. en-en positie Meervoudige, hybride identiteit. Spanningsveld is hier het gewenste zelfbeeld en de toegekende identiteit. Voordeel: erkenning van afkomst Nadeel: ontkenning volwaardig Nederlanderschap. Noch het en-noch het anderpositie. of: identiteit van de 3e stoel. Deze groep kist voor het beste uit twee werelden en kan goed in het een en goed in het ander functioneren. Identiteiest beleving is positief. |
|
Moeilijker is het met een islamitische achtergrond.
Waarom? |
De 2e en 3e generaties zitten 'klem' tussen culturen.
|
|
De familie-eer is springlevend bij de 2e en 3e generatie allochtonen.
|
Niet letterlijk, er zijn nuance verschillen maar er is veel invloed en warmte vanuit de familie. Dit maakt deel uit van de identiteit.
Familie eer en eerwraak hangen samen. Namus=Eer, en kan je alleen maar verliezen. Meisjes=Kuisheid Jongens en mannen=het hebben van kuise familieleden Seref=aanzien, status, prestige. Het gaat om het beeld naar buiten. |
|
Parallelsamenleving.
|
Turken vormen in Duitsland een samenleving op zich. Er worden bruiden geïmporteerd. De vrouwen mogen niets, behalve man verzorgen en koran onderwijs.
Kelec spreekt van moderne slavenhouderij. |
|
Adaptie strategieën.
|
Integratie
Eigen cultuur handhaven: Ja Behoefte aan contact met immigratieland: Ja Assimilatie Eigen cultuur handhaven: Nee Behoefte aan contact met immigratieland: Ja Kosmopolitische orientatie/separatie Eigen cultuur handhaven: Ja Behoefte aan contact met immigratieland: nee Marginalisatie Eigen cultuur handhaven: Nee Behoefte aan contact met immigratieland: Nee |
|
Integratie
Houdt vast aan eigen cultuur en identiteit. Doen ook moeite tot integratie meerderheidscultuur Effectief voor het immigratieland Assimilatie Moeite om maatschappelijk succesvol te zijn bij meerderheidscultuur en identiteit Afzien van behoefte contact met eigen cultuur en identiteit. Effectief voor het immigratieland |
Separatie
Vermijding contact meerderheid Koestern contact eigen cultuur en identiteit: zigeuners Voordelig omdat men de confrontatie niet aangaat Nadeel is geen aansluiting meerderheid. Isolatie Marginalisatie Geen contact meerderheidscultuur Geven ook eigen cultuur op. Levert weinig op. geen identiteit, geen contact meerderheidsgroep. Kosmopolitische oriëntatie. Engelssprekend openheid naar multiculturele samenleving Geen behoefte tot volledige integratie. Bijv. buitenlandse werknemers. Geen bedreiging voor heersende cultuur |
|
Bonding en Bridging
Succesvolle integratie gaat samen met |
bonding en bridging
|
|
Bonding
Verwijst naar proces van |
versterking van interne banden binnen de etnische gemeenschap.
Voordeel is de sterke familiband en hechte netwerken. Er is veel steun. |
|
Bridging
Het proces van |
versterken van de externe banden: Verbindingen met andere groepen.
Integratie is geslaagd als bridging succesvol is. Het mengen van groepen. Het is de middenklasse waar dat nu bij lukt. |
|
Indicatoren voor Bridging:
|
Gevaren voor bridging: Huwelijks migratie.
Zelfstandig worden: eigen bedrijf oprichten. Handig vanwegen de weinige educatie Werkplek: is nog weinig gemengd Woonplaats: ruimtelijke segregatie gevaarlijk iscde clustering van allochtonen in 'aparte' wijken Er is dan weinig contact. Armoede: Veel armoede onder immigranten Onderwijs: Gevaarlijk is de segregatie van onderwijs. Witte en zwarte scholen. Media gebruik: veel allochtonen ontvangen d.m.v. schotelantennes alleen info uit land van herkomst. Zelf gekozen isolatie. |
|
Cyclisch proces.
Hoe kan adaptie binnen een samenleving het beste worden gezien? |
Als een cyclisch proces. Er is steeds een groot verschil tussen generaties.
|
|
verschillen 1e, 2e en 3e generatie
|
generatie 1.
Etnitisering van armoede. Door weinig onderwijs, of onderwijs wat hier niet als waardevol wordt gezien, of omdat de taalvaardigheid slecht is komt men in een klagere SES terecht. generatie 2. Tussen twee cultueren, de spagaat. Veel 2e generatie migranten zitten in een spagaat van cultueren. Ze hebben het gevoel nergens bij te horen. Dit heeft te maken met het lage onderwijzs van hun ouders. Ze wonen in hun 'enclaves' maar hebben meer contact met autochtonen. Generatie 3. Veel interesse voor hun origine. Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de groep. |
|
Identiteit en loyaliteit
Er is Discussie rond politiek actief zijn en een dubbele nationaliteit hebben. Er zijn 2 vormen van loyaliteit |
-Uitgekleed staatsburgerschap. (Nederland)
De burger krijgt nauwelijks extra rechten, wel stemrecht, nauwelijks extra plichten. -Staatsburgerschap 'niet van liberaal-democratische soort'. Exclusieve rechten en plichten. Iemand valt nog steeds onder het gezag van land van herkomst. Zodra degene dit land bezoekt, zijn alle rechten en plichten uit dat land weer van toepassing. Voorbeeld: familierecht, vrijheid van meningsuiting, dienstplicht |
|
Verscheidenheid binnen Eenheid
Al met al geeft dubbele loyaliteit dus problemen Voorbeeld. |
Kan je vrij spreken als Iraanse Nederlander over je eigen land?
|
|
Etzioni spreek van
|
Verscheidenheid binnen Eenheid.
Dit principe houdt in dat de identiteit van het immigratieland allesoverheersend moet zijn. Wel roept VBE op tot een gelaagde identiteit en loyaliteit. Immigranten moeten akkoord gaan met de maatschappelijke voorwaarden, de wet, de taal, en niet alleen willen profiteren, maar ook bijdragen aan de lasten van het land. Als ze dit aangetoond hebben, dan kunnen ze een staatsburgerschap verwerven. |
|
Een gemeenschappelijke identiteit.
De streepjes identiteit. Amerika laat ons zien dat er sprake kan zijn van een overstijgende identiteit. Hoe? |
Mensen voelen zich en Afrikaans en Amerikaans.
Indisch-amerikaans. etc. |
|
Bonding en bridging.
Bonding is belangrijk voor het vergaren van sociaal kapitaal: sociale netwerken die de mensen ondersteunen. Op de langeduur dient het bondingsprincipe de grenzen van de eigen etnische groep te ..... |
overstijgen. Dan is er spraken van bridging.
|
|
H3. De strijd om de identiteit.
|
Identiteit en sociale identiteit
Het 'regelen' van de identiteit Adaptie strategieën Identiteit en loyaliteit Een gemeenschappelijke identiteit. |
|
Acceptatie van de meervoudige identiteit is niet vanzelfsprekend. Veel autochtonen Nederlanders bezinnen zich op hun wortels.
Dit heeft invloed op |
de omgang met autochtonen.
|
|
De vraag is: Hoe kan er een gemeenschappelijke identiteit ontstaan zonder de identiteit van herkomst te negeren?
|
Wellicht is het 'koppelteken' de oplossing:
Surinaams-Nederlands
Turks-Nederlands
etc.
Bonding en bridging. |
|
Identiteit hangt samen met het beeld van anderen. 'Kan je trots zijn op jezelf?'
Identiteit moet je 'regelen' dat doet iedereen anders. Niet elke manier is even efficiënt.
Belangrijk is tijd om de manier te vinden zich aan te passen binnen de samenleving. Dit aanpassen heten |
adaptie strategieën.
|
|
Er wordt gesproken over 'dubbele loyaliteit en identiteit.
Deze kunnen in conflict komen met elkaar. Wie ben je nu?
Identiteit en sociale identiteit Identiteit: |
alle kenmerken en gedragingen waarvan de mens aanneemt dat deze uit zichzelf komen. Zijn 'zelf'.
We hebben het dan ook over zelfbeeld.
Aangezien alles waarmee zich men mee vereenzelvigt dan wel identificeert deel uit maakt van het zelfbeeld is het dan ook logisch dat daar ook groepseigenschappen toe behoren. Je maakt ook deel uit van groepen. sociale identiteit Je identificeert je veelal met je omgeving, dus je sociale identiteit. |
|
Zelfbeeld:
Identiteit kan je ook omschrijven als zelfbeeld. Identiteit verwijst naar alle kenmerken en gedragingen waarvan de mensen geloven dat die samen ‘het zelf’ vormt. Identiteit is het antwoord op ‘Wie ben ik? En wie wil ik zijn? Identiteit verwijst naar |
alles wat hem of haar uniek maakt: afkomst, sekse, geloof, naam, uiterlijk, familie etc etc., je financiële positie, je woning. Je auto. Al die kenmerken vormen een persoon. Ook de groep waartoe je behoort.
|
|
Sociale identiteit
Mensen behoren tot groepen, deels uit vrije wil, deels omdat je er bij ingedeeld wordt. Je identiteit bestaat dan uit |
groepseigenschappen waarmee je je wil identificeren en of waarmee anderen je associëren. Je identiteit is dus deels een sociale identiteit.
|
|
Etnische afkomst
Belangrijk in de sociale identiteit is |
etnische afkomst. Een al dan niet gemeenschappelijke oorsprong, afstemming en geschiedenis..
Daarmee verwijst het naar ‘het idee en het gevoel van continuïteit met het verleden en verbondenheid met generaties. Daarom is etniciteit het ook psychologisch belangrijk en heeft sociale functies. |
|
Positief zelfbeeld.
Mensen streven in het algemeen naar een positief zelfbeeld. Het lidmaatschap van een groep bepaalt in belangrijke mate |
welke eigenschappen mensen je toeschrijven en of het wordt geaccepteerd of niet. Of je wordt ingesloten of buitengesloten.
Zo zijn Nederlanders trots op hun verleden, en voor etnische minderheden heeft etniciteit een belangrijke betekenis omdat ze zich op deze wijze verbonden voelen met hun verleden en hun groep. |
|
Positief zelfbeeld
Het groepslidmaatschap is van belang omdat |
je een positief zelfbeeld wil, ergens waar je je geaccepteerd voelt. Waar je niet uitgesloten wordt, maar ingesloten.
|
|
Is deze keuze voor identiteit vrij?
|
Nee. Veel aspecten van je sociale identiteit kun je niet kiezen.
|
|
Consequenties van de ontwikkeling van de sociale identiteit:
|
• In en uitsluiting.
De vorming van identiteit gaat gepaard met processen van in en uitsluiting. Indelingen die tot sociale identiteit leiden vinden plaats op basis van zichtbare verschillen. Huidskleur, herkomst of plaats in de samenleving. De sociale identiteit gaat hiermee gepaard. Je hoort ergens bij of niet. • Cultureel bepaalde gedragingen: Sociale identiteit zie je terug in zichtbare culturele gedragingen. Een jonge Moslima kiest voor een hoofddoekje. • Groepsindeling: Anderen schrijven je eigenschappen toe op basis van bijv. je kleding en uitspraken. Je wordt in een sociale groep ingedeeld. Voorbeeld: je zit in een rolstoel en wordt niet serieus genomen. |
|
Identiteit als resultaat van sociale indelingen en lidmaatschap van groepen
Identiteit als resultaat van sociale indelingen en lidmaatschap van groepen heeft dus vooral te maken met: |
Waarnemingen van mensen.
Mensen hebben beelden van zichzelf en van anderen. Waarnemingen kunnen wel worden aangepast, of geïnterpreteerd of ter discussie worden gesteld. De identiteit hangt daarmee samen met de situatie waarin men zich bevindt. |
|
Groepindeling:
Je wordt vanzelf ingedeeld. Er worden je door anderen eigenschappen toegekend. Het gaat dus bij de bepaling van de sociale identiteit over |
de waarneming van jezelf en die van de anderen. Dit kan dynamisch zijn, veranderen. En hangt af van situatie en tijd
|
|
De ontwikkeling van de Nederlandse identiteit.
De naturalisatieprocedure in Nederland is verandert. |
Voorheen erg formeel, wordt ze nu gevierd.
|
|
Canon van Nederland.
Veel Nederlanders zijn geïnteresseerder in de nl geschiedenis dan voorheen. De Canon van Nederland legt de basiskennis van Nederland vast. Er zijn veel herdenkingen. Het Rembrandt jaar, Jaar van Michiel de ruiter etc. Wat lastig is, hoe meer je die identiteit, de Nederlandse benadrukt, |
hoe eerder mensen zich buitengesloten voelen.
|
|
Nederlandse identiteit.
De Nederlandse overheid wil graag bij van origine Nederlanders en nieuwkomers de Nederlandse identiteit versterken. De Nederlandse identiteit staat echter sterk in relatie met de |
etnische identiteit.
Dat geeft problemen, zodra er meer nadruk wordt gelegd op de Nederlandse identiteit, vindt er ‘etnitisering van de Nederlandse identiteit plaats’. Kennis van de vaderlandse geschiedenis helpt alleen etnische Nederlanders positief hun identiteit te versterken. Maw: witte etnitisering werkt als uitsluitingsmechanisme |
|
Kennis van de vaderlandse geschiedenis helpt alleen etnische Nederlanders positief hun identiteit te versterken.
Maw: |
witte etnitisering werkt als uitsluitingsmechanisme
|
|
Etnitisering.
Hoe meer Nederland de eigen identiteit benadrukt door bijv. te wijzen op geschiedenis, hoe meer |
er 'etnitisering van de Nederlandse identiteit' plaatsvindt.
Maw: witte etnitisering werkt als uitsluitingsmechanisme
Dit werkt als uitsluitingsmechanisme. Hoe? Alleen Nederlands hebben deze gedeelde achtergrond. Ze kunnen, de allochtonen het dus niet delen. |
|
witte etnitisering werkt als uitsluitingsmechanisme
Dit werkt als uitsluitingsmechanisme. Hoe? |
Alleen Nederlands hebben deze gedeelde achtergrond. Ze kunnen, de allochtonen het dus niet delen.
|
|
3.2 Regelen identiteit.
Iedereen heeft in meer of mindere mate een ‘Gelaagde of meervoudige identiteit’: Welke identiteit je hebt, hangt af waar en in welke situatie je zit. Redenen hiervoor zijn: |
• Je verenigd jezelf met diverse groepen.
• Je wordt door anderen tot bepaalde groepen gerekend. Je sociale identiteit. Het gaat er om die identiteiten op elkaar af te stemmen. • Daarnaast bestaat er niet zoiets als 'de Nederlandse identiteit'. Heel Nederland is een vergaarbak van identiteiten door de jaren heen. Groepen hebben dan ook een hybride of meervoudige identiteit. De identiteit staat niet vast, maar ontwikkeld zich continu. Hall schrijft: over hybride identiteit of meervoudige identiteit. ‘Culturele identiteit staat niet vast maar ontwikkeld zich altijd. Ze grijpt terug op verschillende culturele tradities. En zijn zo het resultaat van gecompliceerde kruisingen en verbindingen’. |
|
Groepen hebben dan ook een hybride of meervoudige identiteit. De identiteit staat niet vast, maar
|
ontwikkeld zich continu.
Hall schrijft: over hybride identiteit of meervoudige identiteit. ‘Culturele identiteit staat niet vast maar ontwikkeld zich altijd. Ze grijpt terug op verschillende culturele tradities. En zijn zo het resultaat van gecompliceerde kruisingen en verbindingen’. |
|
Hall schrijft: over hybride identiteit of meervoudige identiteit.
|
‘Culturele identiteit staat niet vast maar ontwikkeld zich altijd. Ze grijpt terug op verschillende culturele tradities. En zijn zo het resultaat van gecompliceerde kruisingen en verbindingen’.
|
|
Ontwikkeling van identiteit is anno nu moeilijker dan het was. Toch was er vroeger ook sprake van multicultureelheid.
Er was sprake van |
verzuiling.
Denk maar aan ‘twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen’. Maar beide echte lieden hadden wel veel gemeen qua cultuur. |
|
Probleem:
Mensen zijn vrij een identiteit te bepalen, zich met een groep te afficheren, en daarmee ook het zelfbeeld te bepalen. maar het is pas onproblematisch als deze groep ze ook accepteert. Identiteit is dus niet vanzelfsprekend. Er zijn 2 problemen: |
De identiteit van allochtonen blijkt niet vanzelfsprekend te zijn:
Er zijn 2 problemen: 1. Het dilemma Keuze: Er is sprake van een dilemma: De allochtoon voelt een keuze. Of Nederlander, of allochtoon. Ze voelen de druk van 'copyright leden' de autochtonen bevolking. Ze willen deel uit maken van de autochtonen bevolking, maar de 'roots' niet kwijt. Er is een voortdurende afweging tussen ‘anders willen zijn’ en ‘gewoon’ willen zijn. Koppelteken identiteit: De verenigde staten heeft dat opgelost door: Het koppelteken identiteit Afro-Amerikaans. Het is dan en en in plaats van of of. 2. Het niet accepteren wens tot identificatie door omgeving Allochtonen identificeren zich vaak met Nederland. Hun sociale omgeving accepteert deze identificatiewens niet altijd. Zo kan je je als Somaliër Nederlander voelen, maar als je met ‘bounty’ aangesproken wordt… Wordt er bevestigd dat je ‘er niet bij hoort’. Je krijgt een andere behandeling waarvoor je niet hebt gekozen. |
|
Identiteit en positie bepaling.
Allochtonen Nederlanders kunnen uit de volgende uitwegen kiezen: |
• of-of positie
• en-en positie • Noch het en-noch het ander positie. |
|
of-of positie
De wisselende identiteit
Afhankelijk van de situatie wordt de identiteit geregeld. Niet echt een oplossing voor het dilemma. Marokkaan onder de Marokkanen, Nederlander onder de Nederlanders. In de praktijk |
zit men tussen twee culturen in. Een spagaat dus.
Nederlandse Marokkanen worden in Marokko ‘Hoelandien’ genoemd en in Nederland worden ze met stigma’s geconfronteerd. In Marokko zijn ze de geslaagde Nederlandse Marokkaanse patser, in Nl zijn ze weer Marokkaan. Waarom? • Een motief is heimwee. In Nederland verlangen ze naar Marokko, in Marokko naar Nederland • Ander motief is en spelletje. Het opvieren van een show en koketteren met hun identiteit.. In Nederland voelen ze zich vrijer, onaantastbaar, ze zijn immers Marokkaan. In Marokko moeten ze de geslaagde mythe in stand houden. • Dat Nederlandse Marokkanen zich terugtrekken in Nederland heeft oo te maken met het versterken van de identiteit. Ze voelen zich in NL niet altijd geaccepteerd. Ook in Marokko zijn ze niet altijd gelieft In beide landen moeten ze opboksen tegen negatieve beelden. en-en positie De en en positie wordt ook wel de meervoudige, hybride identiteit. Typisch spanningsveld is hier het gewenste zelfbeeld en de toegekende identiteit. • Voordeel: erkenning van afkomst • Nadeel: ontkenning volwaardig Nederlanderschap. Door de reacties van buiten vervallen mensen met een en en inslag vaak in een gedwongen of of positie. Ze voelen zich gedwongen Turk te zijn onder de Nederlanders. Met een islamitische achtergrond Moeilijker is het met een islamitische achtergrond. Met namen voor meisjes De 2e en 3e generaties zitten 'klem' tussen culturen. De familie-eer is springlevend bij de 2e en 3e generatie allochtonen. Niet letterlijk, er zijn nuance verschillen maar er is veel invloed en warmte vanuit de familie. Dit maakt deel uit van de identiteit. Familie eer en eerwraak hangen samen. Namus= Eer, en kan je alleen maar verliezen. Meisjes= Kuisheid Jongens en mannen=het hebben van kuise familieleden Seref= aanzien, status, prestige. Het gaat om het beeld naar buiten. Voor de jongere generaties is het dus lastig. Ze zitten tussen botsende waarden en nomen in en zitten klem tussen het verwachtingspatroon van hun ouders en aan de andere kant dat van de buitenwereld. Kloof tussen de culturen. Het is moeilijk de kloof tussen culturen te overbruggen. Dit blijkt met name uit de verhalen doordochters van traditionele migranten in Nederland. De zorg van de ouders om de familie eer groeit Familie eer speelt niet alleen een belangrijke rol in de eerste generatie. |
|
In de praktijk zit men tussen twee culturen in. Een spagaat dus.
Nederlandse Marokkanen worden in Marokko ‘Hoelandien’ genoemd en in Nederland worden ze met stigma’s geconfronteerd. In Marokko zijn ze de geslaagde Nederlandse Marokkaanse patser, in Nl zijn ze weer Marokkaan. Waarom? |
• Een motief is heimwee. In Nederland verlangen ze naar Marokko, in Marokko naar Nederland
• Ander motief is en spelletje. Het opvieren van een show en koketteren met hun identiteit.. In Nederland voelen ze zich vrijer, onaantastbaar, ze zijn immers Marokkaan. In Marokko moeten ze de geslaagde mythe in stand houden. • Dat Nederlandse Marokkanen zich terugtrekken in Nederland heeft oo te maken met het versterken van de identiteit. Ze voelen zich in NL niet altijd geaccepteerd. Ook in Marokko zijn ze niet altijd gelieft In beide landen moeten ze opboksen tegen negatieve beelden. |
|
en-en positie
De en en positie wordt ook wel de meervoudige, hybride identiteit. Typisch spanningsveld is hier |
het gewenste zelfbeeld en de toegekende identiteit.
• Voordeel: erkenning van afkomst • Nadeel: ontkenning volwaardig Nederlanderschap. Door de reacties van buiten vervallen mensen met een en en inslag vaak in een gedwongen of of positie. Ze voelen zich gedwongen Turk te zijn onder de Nederlanders. Met een islamitische achtergrond Moeilijker is het met een islamitische achtergrond. Met namen voor meisjes De 2e en 3e generaties zitten 'klem' tussen culturen. De familie-eer is springlevend bij de 2e en 3e generatie allochtonen. Niet letterlijk, er zijn nuance verschillen maar er is veel invloed en warmte vanuit de familie. Dit maakt deel uit van de identiteit. Familie eer en eerwraak hangen samen. Namus= Eer, en kan je alleen maar verliezen. Meisjes= Kuisheid Jongens en mannen=het hebben van kuise familieleden Seref= aanzien, status, prestige. Het gaat om het beeld naar buiten. Voor de jongere generaties is het dus lastig. Ze zitten tussen botsende waarden en nomen in en zitten klem tussen het verwachtingspatroon van hun ouders en aan de andere kant dat van de buitenwereld. Kloof tussen de culturen. Het is moeilijk de kloof tussen culturen te overbruggen. Dit blijkt met name uit de verhalen doordochters van traditionele migranten in Nederland. De zorg van de ouders om de familie eer groeit Familie eer speelt niet alleen een belangrijke rol in de eerste generatie. |
|
Met een islamitische achtergrond
Moeilijker is het met een islamitische achtergrond. Met namen voor |
meisjes
|
|
De 2e en 3e generaties zitten 'klem' tussen culturen.
De familie-eer is springlevend bij de 2e en 3e generatie allochtonen.
Niet letterlijk, er zijn nuance verschillen maar er is veel invloed en warmte vanuit de familie.
Dit maakt deel uit van |
de identiteit.
Familie eer en eerwraak hangen samen.
|
|
Namus=
Meisjes= Jongens en mannen= Seref= |
Namus= Eer, en kan je alleen maar verliezen.
Meisjes= Kuisheid Jongens en mannen=het hebben van kuise familieleden Seref= aanzien, status, prestige. Het gaat om het beeld naar buiten. Voor de jongere generaties is het dus lastig. Ze zitten tussen botsende waarden en nomen in en zitten klem tussen het verwachtingspatroon van hun ouders en aan de andere kant dat van de buitenwereld. Kloof tussen de culturen. Het is moeilijk de kloof tussen culturen te overbruggen. Dit blijkt met name uit de verhalen doordochters van traditionele migranten in Nederland. De zorg van de ouders om de familie eer groeit Familie eer speelt niet alleen een belangrijke rol in de eerste generatie. |
|
Voor de jongere generaties is het dus lastig. Ze zitten tussen botsende waarden en nomen in en zitten klem tussen
|
het verwachtingspatroon van hun ouders en aan de andere kant dat van de buitenwereld.
Kloof tussen de culturen. Het is moeilijk de kloof tussen culturen te overbruggen. Dit blijkt met name uit de verhalen doordochters van traditionele migranten in Nederland. De zorg van de ouders om de familie eer groeit Familie eer speelt niet alleen een belangrijke rol in de eerste generatie. |
|
Kloof tussen de culturen.
Het is moeilijk de kloof tussen culturen te overbruggen. Dit blijkt met name uit |
de verhalen doordochters van traditionele migranten in Nederland. De zorg van de ouders om de familie eer groeit
Familie eer speelt niet alleen een belangrijke rol in de eerste generatie. |
|
Familie eer.
De eermoraal is springlevend onder de 2e en derde generatie. Waarom? |
Er zijn nuance verschillen maar ze associëren hun familie met warmte hartelijkheid en gastvrijheid. Dat maakt deel uit van hun identiteit..
Daardoor wordt hun gedrag beïnvloed door de familie eer. Het gaat niet om hunzelf, maar om hun ouders niet te schande te maken. Met familie eer hangt eerwraak samen |
|
Eerwraak
Man en vrouw hebben Namus: het Turkse woord voor |
eer.
Deze mag niet worden bedoezeld. Voor vrouwen geldt kuisheid, voor jongen en mannen het hebben van vrouwelijke familie die kuis is. Namus kan je alleen maar verliezen. Een potentieel huwbaar meisje is dan ook binnen de familie een groot gevaar. Wat telt ius of er geroddelt wordt. Zo ja is ze haar Namus kwijt en met haar haar familie. Naast Namus heb je ook Seref. Seref is: aanzien, status, prestige. Daarom ook veel zelfstandig ondernemerschap. Eer speelt een grote rol in een homogene samenleving waar iedereen elkaar kent en waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Het komt van het platteland, maar is nu verhuist naar de stad. Bij Turkse eerwraak wordt de veroorzaker van het verlies van Namus gedood. De vrouw dus. Bij overspel worden beide gedood, de vrouw door haar eigen familie. Eerwraak is het uiterste. Andere vormen zijn naar het buitenland sturen, uithuwelijken, verstoten, als gezin wegtrekken, doen alsof er niets aan de hand is, de schande accepteren, excuses, mishandeling, laten bemiddelen, of een rechtszaak. Vrouwen die dus een opleiding volgen, verwestersen, vormen dan ook een gevaar voor de Namus. |
|
Een potentieel huwbaar meisje is dan ook binnen de familie een
|
groot gevaar.
Wat telt is of er geroddelt wordt. Zo ja is ze haar Namus kwijt en met haar haar familie. Naast Namus heb je ook Seref. Seref is: aanzien, status, prestige. Daarom ook veel zelfstandig ondernemerschap. Eer speelt een grote rol in een homogene samenleving waar iedereen elkaar kent en waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Het komt van het platteland, maar is nu verhuist naar de stad. Bij Turkse eerwraak wordt de veroorzaker van het verlies van Namus gedood. De vrouw dus. Bij overspel worden beide gedood, de vrouw door haar eigen familie. Eerwraak is het uiterste. Andere vormen zijn naar het buitenland sturen, uithuwelijken, verstoten, als gezin wegtrekken, doen alsof er niets aan de hand is, de schande accepteren, excuses, mishandeling, laten bemiddelen, of een rechtszaak. Vrouwen die dus een opleiding volgen, verwestersen, vormen dan ook een gevaar voor de Namus. |
|
Naast Namus heb je ook Seref.
Seref is: |
aanzien, status, prestige. Daarom ook veel zelfstandig ondernemerschap.
Eer speelt een grote rol in een homogene samenleving waar iedereen elkaar kent en waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Het komt van het platteland, maar is nu verhuist naar de stad. Bij Turkse eerwraak wordt de veroorzaker van het verlies van Namus gedood. De vrouw dus. Bij overspel worden beide gedood, de vrouw door haar eigen familie. Eerwraak is het uiterste. Andere vormen zijn naar het buitenland sturen, uithuwelijken, verstoten, als gezin wegtrekken, doen alsof er niets aan de hand is, de schande accepteren, excuses, mishandeling, laten bemiddelen, of een rechtszaak. Vrouwen die dus een opleiding volgen, verwestersen, vormen dan ook een gevaar voor de Namus. |
|
Paralelsamenleving.
Turkse import bruiden vormen in Duitsland een samenleving op zich. Dit importeren komt voort uit |
de eer van de familie. Ze vinden geen enkele aansluiting bij de maatschappij, ze spreken de taal niet, zijn analfabeet. Er worden bruiden geïmporteerd om de namus in stand te houden. De vrouwen mogen niets, behalve man verzorgen en koran onderwijs.
Kelec spreekt van moderne slavenhouderij.
De en en ‘meervoudige identiteit kan ook goed gaan. Denk aan een meisje wat op pad gaat met hoofddoek, buiten is, en hem afdoet, voor haar werk. Eenmaal naar huis doet ze hem voor op voor thuis. |
|
Noch het en-noch het ander positie.
of: identiteit van de 3e stoel. IK hoor er bij maar ben toch anders. Dit zijn voornamelijk vervolggeneraties die hun meervoudige identiteit vaak met meer gemak managen. Ze komt het meest voor bij |
relatief kleine culturen in Nederland die een relatief kleine afstand tot Nederland ervaren. Deze groep kiest voor het beste uit twee werelden en kan goed in het een en goed in het ander functioneren.
De Identiteitsbeleving is positief. Ze voelen zich bijv thuis in en nederland en suriname. Ze kiezen voor het best uit twee werelden. |
|
Hybride persoonlijkheden
|
Door vermenging van etnische herkomsten wordt het steeds moeilijker mensen van elkaar te onderscheiden. Denk aan Adv. Van Voque.
|
|
3.3 Adaptie strategieën.
• I • A • K/S • M |
3.3 Adaptie strategieën.
• Integratie Eigen cultuur handhaven: Ja Behoefte aan contact met immigratieland: Ja • Assimilatie Eigen cultuur handhaven: Nee Behoefte aan contact met immigratieland: Ja • Kosmopolitische oriëntatie/separatie Eigen cultuur handhaven: Ja Behoefte aan contact met immigratieland: nee • Marginalisatie Eigen cultuur handhaven: Nee Behoefte aan contact met immigratieland: Nee |
|
3.3 Adaptie strategieën.
|
• Integratie:
de nieuwkomer houdt vast aan eigen cultuur en identiteit. Tvens wordt de moeite gedaan op een geaccepteerde wijze maatschappelijk succesvol te zijn. Er wordt contact gezocht met de meerderheid. • Assimilatie Moeite om maatschappelijk succesvol te zijn bij meerderheidscultuur en identiteit Afzien van behoefte contact met eigen cultuur en identiteit. Effectief voor het immigratieland • Separatie Vermijding contact meerderheid Koesteren contact eigen cultuur en identiteit: zigeuners Voordelig omdat men de confrontatie niet aangaat. Nadeel is geen aansluiting meerderheid. Isolatie • Marginalisatie Geen contact meederheidscultuur Geven ook eigen cultuur op. Levert weinig op. geen identiteit, geen contact meederheidsgroep. Kosmopolitische oriëntatie. Engelssprekend openheid naar multiculturele samenleving Geen behoefte tot volledige integratie. Bijv. buitenlandse werknemers. Geen bedreiging voor heersende cultuur • Kosmopolitische oriëntatie De meesten zijn Engelssprekend en staan open voor een multiculturele samenleving, beheersen niet altijd de Nederlandse taal, maar hoppen ook weer door naar een ander land. Vaak wordt er gewerkt bij internationale bedrijven. |
|
• Integratie:
|
de nieuwkomer houdt vast aan eigen cultuur en identiteit. Tvens wordt de moeite gedaan op een geaccepteerde wijze maatschappelijk succesvol te zijn. Er wordt contact gezocht met de meerderheid.
|
|
• Assimilatie
|
Moeite om maatschappelijk succesvol te zijn bij meerderheidscultuur en identiteit
Afzien van behoefte contact met eigen cultuur en identiteit.
Effectief voor het immigratieland
|
|
• Separatie
|
Vermijding contact meerderheid
Koesteren contact eigen cultuur en identiteit: zigeuners
Voordelig omdat men de confrontatie niet aangaat.
Nadeel is geen aansluiting meerderheid. Isolatie
|
|
• Marginalisatie
|
Geen contact meederheidscultuur
Geven ook eigen cultuur op.
Levert weinig op. geen identiteit, geen contact meederheidsgroep.
Kosmopolitische oriëntatie.
Engelssprekend
openheid naar multiculturele samenleving
Geen behoefte tot volledige integratie.
Bijv. buitenlandse werknemers.
Geen bedreiging voor heersende cultuur
|
|
• Kosmopolitische oriëntatie
|
De meesten zijn Engelssprekend en staan open voor een multiculturele samenleving, beheersen niet altijd de Nederlandse taal, maar hoppen ook weer door naar een ander land. Vaak wordt er gewerkt bij internationale bedrijven.
|
|
De indeling van strategieën is theoretisch.
In de praktijk zie je |
vloeiende overgangen en mengvormen tussen de 5vstrategieen. Ook binnen gezinnen kan het veranderen. Of verschillen.
|
|
Integratie en assimilatie
Integratie en assimilatie zijn of lijken het meeste effectief voor het immigratieland. Integratie komt tegemoet aan de wensen van de meerderheid en die van de minderheid.. Assimilatie faalt te koste van de eigen groepsidentiteit. Separatie Separatie werkt voordelig omdat men niet de confrontatie aangaat. Nadeel is dat men geen aansluiting vindt bij de meerderheid. |
Marginalisatie:
Marginalisatie levert het minste op. Je houdt nog de eigen identiteit, nog die van de meerderheidsgroep. Kosmopolitische nieuwkomers Kosmopolitische nieuwkomers zijn meestal Engelstalig en werken in Amsterdam en Brussel. De aanpassing naar Nederland of België is vaak gebrekkig. Toch gaat het integratie debat niet over hen. Waarom? Niemand voelt zich bedreigd. |
|
Integreren als activiteit
Integreren als activiteit wordt in het regeringsbeleid verbonden met integratietoetsen, inburgeringscursussen, en naturalisatieceremonies. De meeste Nederlanders vinden minderheden goed geïntegreerd als ze de samenleving niet tot last zijn. Denk maar aan wat in A’dam gangbaar is: |
‘Maatschappelijk succes ius: geen bom leggen of oude vrouwtjes beroven’.
Integreren is dus een activiteit die een eindresultaat is van hard werken. Wat die activiteit is, dat doet er niet zo toe. Het belangrijkst is op een vreedzame wijze naast elkaar samenleven. |
|
Bonding en Bridging
Succesvolle integratie gaat samen met bonding en bridging |
• Bonding
Verwijst naar proces van versterking van interne banden binnen de etnische gemeenschap. Voordeel is de sterke familieband en hechte netwerken. Er is veel steun. • Bridging Het proces van versterken van de externe banden: Verbindingen met andere groepen. |
|
Hoe meer het sociale netwerk van immigranten bestaat uit bonding en minder uit bridging, te minder kans op
|
het perspectief van een susccesvolle integratie.
De adaptie strategieën separatie en marginalisatie zijn kenmerkend voor groepen migranten die in een vreemde samenleving geen bruggen kunnen slaan naar anderen. Integratie is geslaagd als bridging succesvol is. Het mengen van groepen. Het is de middenklasse waar dat nu bij lukt. Voorbeeld is hierbij is de Roma en de Sinti. Hierdoor, omdat ze dat niet doen, kunnen ze hun maatschappelijke positie niet verbeteren. |
|
Wat is positief aan bonding?
|
• Familiebanden en netwerken
• Cyclisch proces. In de eerste plaats zijn familiebanden voor alle immigranten zeer belangrijk. Dit is een groot verschil met Nederlanders. Migranten vormen ook hechte netwerken, ook met ex landgenoten in andere Nederlandse steden en ondersteunen elkaar.. Je moeder naar een bejaardentehuis brengen is voor hen erg vreemd. In de 2e plaats kan adaptie als een cyclisch proces voorgesteld worden. Er treden grote verschillen op tussen ouders en kinderen. E met de generatie neemt de arbeidsparticipatie toe. |
|
Drie generaties.
De eerste generatie. Laaggeschoolden houden vast aan |
eigen taal, gebruiken en geloof uit land van herkomst
Hard werkend, vaak ondernemer om aan laaggeschoold werk te kunnen ontsnappen Dit zie je vooral bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Minder bij Hindoestaanse Surinamers en minder bij Creoolse Surinamers. Etnitisering armoede Er heerst veel armoede onder immigrantengroepen van de eerste generatie. Hooggeschoolden vinden eerder een baan. De tweede generatie De kinderen van migranten of vluchtelingen balanceren tussen twee culturen. Enerzijds wilen ze geen afstand nemen van hun buitenlandse afkomst, anderzijds willen ze nieuwe kansen benutten. Het percentage schoolverlaters is hoog. Het slagingspercentage van deze generatie en het opleidingsniveau hangt samen met verschillen tussen etnische afkomst. Jongens van de 2e generatie vallen vaak negatief op door criminaliteit en macho gedrag.. Het percentage van verdachten is bij alle minderheidsgroepen het hoogst onder de 18 e tot 25 jarigen. De meisjes zijn op school succesvoller dan de jongens van de 2e generatie. Ouders zijn kritisch naar scholen en zien ze als gevaar e vijand van de eigen cultuur omdat de omgangsvorm veel losser is dan in de eigen groep gebruikelijk is. spagaat De positie van de tweede generatie is het moeilijkst omdat ze in een soort spagaat zitten. Ze hebben het gevoel nergens bij te horen.. En bijzondere groep zijn de Afghaanse en Iraanse vluchtelingen. Ze doen het vaak erg goed. Dit heeft te maken met hun scholing. Ook vormen ze minder dan de ‘grote vier’ eigen enclaves en hebben meer contact en wonen meer tussen autochtone Nederlanders. |
|
Etnitisering armoede
|
Er heerst veel armoede onder immigrantengroepen van de eerste generatie.
Hooggeschoolden vinden eerder een baan. |
|
De tweede generatie
|
De kinderen van migranten of vluchtelingen balanceren tussen twee culturen. Enerzijds wilen ze geen afstand nemen van hun buitenlandse afkomst, anderzijds willen ze nieuwe kansen benutten. Het percentage schoolverlaters is hoog.
Het slagingspercentage van deze generatie en het opleidingsniveau hangt samen met verschillen tussen etnische afkomst. Jongens van de 2e generatie vallen vaak negatief op door criminaliteit en macho gedrag.. Het percentage van verdachten is bij alle minderheidsgroepen het hoogst onder de 18 e tot 25 jarigen. De meisjes zijn op school succesvoller dan de jongens van de 2e generatie. Ouders zijn kritisch naar scholen en zien ze als gevaar e vijand van de eigen cultuur omdat de omgangsvorm veel losser is dan in de eigen groep gebruikelijk is. spagaat De positie van de tweede generatie is het moeilijkst omdat ze in een soort spagaat zitten. Ze hebben het gevoel nergens bij te horen.. En bijzondere groep zijn de Afghaanse en Iraanse vluchtelingen. Ze doen het vaak erg goed. Dit heeft te maken met hun scholing. Ook vormen ze minder dan de ‘grote vier’ eigen enclaves en hebben meer contact en wonen meer tussen autochtone Nederlanders. |
|
Jongens van de 2e generatie vallen vaak negatief op door criminaliteit en macho gedrag..
Het percentage van verdachten is bij alle minderheidsgroepen het hoogst onder de 18 e tot 25 jarigen. De meisjes zijn op school succesvoller dan de jongens van de 2e generatie. Ouders zijn kritisch naar scholen en zien ze als gevaar e vijand van de eigen cultuur omdat de omgangsvorm veel losser is dan in de eigen groep gebruikelijk is. spagaat De positie van de tweede generatie is het moeilijkst omdat |
ze in een soort spagaat zitten.
Ze hebben het gevoel nergens bij te horen.. En bijzondere groep zijn de Afghaanse en Iraanse vluchtelingen. Ze doen het vaak erg goed. Dit heeft te maken met hun scholing. Ook vormen ze minder dan de ‘grote vier’ eigen enclaves en hebben meer contact en wonen meer tussen autochtone Nederlanders. |
|
En bijzondere groep zijn de Afghaanse en Iraanse vluchtelingen. Ze doen het vaak erg goed. Dit heeft te maken met
|
hun scholing. Ook vormen ze minder dan de ‘grote vier’ eigen enclaves en hebben meer contact en wonen meer tussen autochtone Nederlanders.
|
|
De derde generatie.
De kleinkinderen interesseren zich sterk voor hun etnische herkomst. Fran verhagen schrijft in zijn boek ‘the american way’: |
Wat de zoon liever vergeet, wil de kleinzoon zich juist herinneren.
|
|
Etnische segregatie
Etnische segregatie staat in kwaad daglicht. Helemaal terecht is dit niet, want |
in elke laag gaan mensen met een X sociale kenmerk naar elkaar toe. Gelijkgestemden, gelijk opgeleiden, geld,. Wie heeft niet de behoefte om met ‘ons soort mensen’ ‘OSM’ om te gaan?
Bonding contacts. Door bonding contacts komen ze weer in een vertrouwde omgeving terecht. Vergeet ook niet dat veel migranten niet willen verhuizen, maar dat ze wel moesten door omstandigheden. • Honger: Duitsers en Ieren trokken naar de VS in de 19e eeuw. • Armoede: Italianen gingen naar de VS in de begin 20e eeuw. Oost Europeanen trekken naar west Europa de laatste tijd. • Discriminatie en onderdrukking: Joden door alle tijden heen.. • Religie: Nederlandse gereformeerden in de q9e en 120e eeuw.. Sociaal kapitaal Bij het vinden van werk en huwelijkspartners en vrienden is de nabijheid van lotgenoten een belangrijke vorm van sociaal kapitaal. Hiermee worden ondersteunende netwerken bedoeld.. Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de eigen groep. |
|
Bonding contacts.
Door bonding contacts komen ze weer |
in een vertrouwde omgeving terecht.
Vergeet ook niet dat veel migranten niet willen verhuizen, maar dat ze wel moesten door omstandigheden. • Honger: Duitsers en Ieren trokken naar de VS in de 19e eeuw. • Armoede: Italianen gingen naar de VS in de begin 20e eeuw. Oost Europeanen trekken naar west Europa de laatste tijd. • Discriminatie en onderdrukking: Joden door alle tijden heen.. • Religie: Nederlandse gereformeerden in de q9e en 120e eeuw.. Sociaal kapitaal Bij het vinden van werk en huwelijkspartners en vrienden is de nabijheid van lotgenoten een belangrijke vorm van sociaal kapitaal. Hiermee worden ondersteunende netwerken bedoeld.. Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de eigen groep. |
|
Sociaal kapitaal
Bij het vinden van werk en huwelijkspartners en vrienden is de nabijheid van lotgenoten een belangrijke vorm van |
sociaal kapitaal. Hiermee worden ondersteunende netwerken bedoeld..
Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de eigen groep. |
|
Sociaal kapitaal binnen de eigen groep:
|
De nieuwe etnische gemeenschappen verzachten voor immigranten de invloed van culturele veranderingen en economische problemen. Bekent is dat veel mensen werk vinden via hun eigen netwerk en dit geldt ook voor immigranten
|
|
Sociaal kapitaal buiten de eigen groep:
|
Om op lange termijn succesvol te zijn, is een beslissende vorm het aan gaan van bindingen met anderen.
Dus buiten de eigen groep. Het sociale kapitaal bestaat er dan uit bruggen te kunnen slaan tussen de verschillende personen uit de groepen. Deze mensen ontwikkelen betere ideeën en kunnen effectiever werken dan diegenen die niet over die sociale kapitaal beschikken. |
|
Etnische wijken.
Er zijn positieve ontwikkelingen. Etnische wijken ontwikkelen hun eigen dynamiek. Bedreigingen ontstaan wanneer |
de etnische minderheid te weinig gebruik maakt van de mogelijkheden die de nieuwe omgeving hun biedt.. Met name onderwijs.
Amsterdam: Bos en Lommer Utrecht: Lombok Den Haag: Laak kwartier |
|
Bonding wordt bridging.
|
Ook is er een deel dat steeds meer de etnische enclavers verlaat. Ze trekken naar Almere, lelystad en in andere nieuwbouwwijken in steden. Bonding wordt bridging. Deze mensen vinden hun huwelijkspartner teeds meer buiten de eigen groep.
|
|
Illusie
Volgens het CBS is het een |
illusie dat de seggregatieop korte termijn wordt opgelost. Het gaat dus niet zo vlot met de bridging. Alleen de succesvollen daarbij lukt het.
|
|
Intergratie.
Integratie kost |
tijd.
Denk aan de creools-Surinaamse Nederlanders die in de jaren 70 opvielen zoals nu de Marokkanen doen. Of de generatiekloof tussen de jongeren en hun ouders in de jaren 60. Die lijkt verder weg dan ooit. Bridging. Doorslaggevend voor de kansen van migranten is dus een geslaagde bridging. |
|
Bridging.
Doorslaggevend voor de kansen van migranten is dus |
een geslaagde bridging.
|
|
Indicatoren voor Bridging:
H Z W W A O M |
• Een huwelijk zorgt voor veel sociaal kapitaal.
Zolang huwelijks migratie een item blijft door ‘importhuwelijken’ beperken mensen de mogelijkheden tot bridging. Maatregelen zijn nu de leeftijd: minimaal 321 en een inkomen. Van minimaal 130 van het NL minimum. • Zelfstandig worden Nu is het zogenaamde etnisch ondernemerschap mede verantwoordelijk voor de stijging van het aantal zelfstandigen de laatste jaren. Eigenbedrijf oprichten. Handig vanwege de weinige educatie • Werkplek De spreiding van allochtonen en autochtonen over organisaties is nog weinig gespreid. Op deze manier, allochtonen werken met allochtonen en autochtonen met autochtonen weerhoudt het kunnen vergaren van sociaal kapitaal op de werkvloer. • Woonplaats: ruimtelijke segregatie gevaarlijk is de clustering van allochtonen in 'aparte' wijken Er is dan weinig contact tussen allochtonen en autochtonen in buurten. De concentratie van alle groepen bij elkaar bemoilijkt hun integratie. • Armoede vraagstuk Er is veel armoede onder immigranten. Ht CBS spreekt over etnitisering van armoede • Onderwijs De ruimtelijke segregatie wordt zichtbaar in het ontstaan van ‘zwarte scholen’. Bij deze basisscholen is er sprake van zichtbare etnische segregatie. In de helft vormen de Nederlandse scholen geen afspiegeling van de samenleving. Er zijn aanwijzingen dat verschillen in leerlingen doorwerken in leerplannen, in het schoolklimaat en i de kwaliteit van de leeraren en de schoolleiding. De uitval percentages van allochtonen leerlingen is ook hoger. Interessant is dat meisje het wel heel goed doen. • Media gebruik veel allochtonen ontvangen d.m.v. schotelantennes alleen info uit land van herkomst. Zelf gekozen isolatie. |
|
Cyclisch proces.
Hoe kan adaptie binnen een samenleving het beste worden gezien? |
Als een cyclisch proces. Er is steeds een groot verschil tussen generaties.
1e, 2e en 3e generatie
Generaties • Generatie 1. Etnitisering van armoede. Door weinig onderwijs, of onderwijs wat hier niet als waardevol wordt gezien, of omdat de taalvaardigheid slecht is komt men in een lagere SES terecht. • Generatie 2. Tussen twee culturen, de spagaat. Veel 2e generatie migranten zitten in een spagaat van culturen. Ze hebben het gevoel nergens bij te horen. Dit heeft te maken met het lage onderwijs van hun ouders. Ze wonen in hun 'enclaves' maar hebben meer contact met autochtonen. • Generatie 3. Veel interesse voor hun origine. Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de groep. Identiteit en loyaliteit Er is discussie rond politiek actief zijn en een dubbele nationaliteit hebben. Een individu kan 1 nationaliteit hebben, bijv. Nederlands, en toch verbonden blijven met het land van herkomst. DE discussie begon met immigranten die actief zijn in de Nederlandse politiek. Hun juridische werkelijkheid is dubbelzinnig., hun betrokkenheid eenduidig: Nederland dienen. Toch wordt er aan die loyaliteit getwijfeld. |
|
Generaties
|
• Generatie 1.
Etnitisering van armoede. Door weinig onderwijs, of onderwijs wat hier niet als waardevol wordt gezien, of omdat de taalvaardigheid slecht is komt men in een lagere SES terecht. • Generatie 2. Tussen twee culturen, de spagaat. Veel 2e generatie migranten zitten in een spagaat van culturen. Ze hebben het gevoel nergens bij te horen. Dit heeft te maken met het lage onderwijs van hun ouders. Ze wonen in hun 'enclaves' maar hebben meer contact met autochtonen. • Generatie 3. Veel interesse voor hun origine. Sociaal kapitaal wordt gevonden binnen en buiten de groep. Identiteit en loyaliteit Er is discussie rond politiek actief zijn en een dubbele nationaliteit hebben. Een individu kan 1 nationaliteit hebben, bijv. Nederlands, en toch verbonden blijven met het land van herkomst. DE discussie begon met immigranten die actief zijn in de Nederlandse politiek. Hun juridische werkelijkheid is dubbelzinnig., hun betrokkenheid eenduidig: Nederland dienen. Toch wordt er aan die loyaliteit getwijfeld. |
|
Het begrip loyaliteit kan op meerdere manieren worden uitgelegd:
2 vormen van loyaliteit: |
1. Uitgekleed staatsburgerschap. (Nederland)
De burger krijgt nauwelijks extra rechten, wel stemrecht, nauwelijks extra plichten.
2. Staatsburgerschap 'niet van liberaal-democratische soort'. Exclusieve rechten en plichten. Iemand valt nog steeds onder het gezag van land van herkomst. Zodra degene dit land bezoekt, zijn alle rechten en plichten uit dat land weer van topassing. Voorbeeld: familierecht, vrijheid van meningsuiting, dienstplicht. |
|
Staatsburgerschap 'niet van liberaal-democratische soort' wordt heel zichtbaar wanneer bijvoorbeeld het familierecht van bijv. Syrië of Marokko beslist over het lot van Nederlandse vrouwen en kinderen die een dubbele nationaliteit hebben.
Het Familierecht is in islamitische landen sterk in het voordeel van de man. Voorbeeld 2: |
In sterk islamitische landen moeten mensen erg opletten wat ze zeggen met kritiek op de islam of de regering. Dit kan gevaarlijk zijn bij een bezoek aan het land van herkomst.
De dubbele rol van Nederland is dat ze de dienstplicht van turken in Turkije financiert. |
|
Dubbele nationaliteit
Uit onderzoek blijkt dat mensen met een dubbele nationaliteit zich meer inzetten voor hun nieuwe land als ze het gevoel hebben |
dat hun allochtone achtergrond door autochtonen gewaardeerd wordt.
Bovendien blijkt dat mensen met een dubbele nationaliteit gemotiveerder zijn ook hun positie te verbeteren als ze het gevoel hebben dat beide identiteiten worden gewaardeerd. Volgens Etzioni moet een dubbele loyaliteit niet leiden tot conflicterende belangen en mag het andere staatsburgerschap van niet liberaal democratische soort niet in botsing komen met rechten en plicten uit een andere dan de Nederlandse rechtsorde. Als dat zo is wordt het een en/en discussie in plaats van een of/of discussie. |
|
Volgens Etzioni moet een dubbele loyaliteit niet leiden tot
|
conflicterende belangen en mag het andere staatsburgerschap van niet liberaal democratische soort niet in botsing komen met rechten en plichten uit een andere dan de Nederlandse rechtsorde.
Als dat zo is wordt het een en/en discussie in plaats van een of/of discussie. |
|
• Verscheidenheid binnen Eenheid
Al met al geeft dubbele loyaliteit dus problemen Voorbeeld. Kan je vrij spreken als Iraanse Nederlander over je eigen land? Etzioni spreek van Verscheidenheid binnen Eenheid. Dit principe houdt in dat |
de identiteit van het immigratieland allesoverheersend moet zijn.
Wel roept VBE op tot een gelaagde identiteit en loyaliteit. Immigranten moeten akkoord gaan met de maatschappelijke voorwaarden, de wet, de taal, en niet alleen willen profiteren, maar ook bijdragen aan de lasten van het land. Als ze dit aangetoond hebben, dan kunnen ze een staatsburgerschap verwerven. |
|
Een gemeenschappelijke identiteit.
Hoe kan een gemeenschappelijke identiteit tot stand komen zonder die van herkomst te negeren? Omdat de migratiegeschiedenis van deze mensen nog vers is, beleven ze hun identiteit als gelaagd of meervoudig. Je kan dit oplossen door de streepjes identiteit. Dit is de Amerikaanse oplossing. Wat is er nodig om migranten een eigen geaccepteerde identiteit te geven? |
Bonding en bridging.
Bonding is van belang voor sociaal kapitaal. Sociale netwerken die mensen ondersteunen. Op de lange duur moet er sprake zijn van bridging. Bonding moet de eigen groepsgrenzen overstijgen.. In Amerika zie je veel gemengt. ‘Typisch amerikaans’ zijn pizza’s, ‘Joodse humur’, st patricks day. De cultuur van immigranten is doorgedrongen in de gehele maatschappij. De streepjes identiteit. Amerika laat ons zien dat er sprake kan zijn van een overstijgende identiteit. Mensen voelen zich en Afrikaans en Amerikaans. Indisch Amerikaans. etc. Bonding en bridging. Bonding is belangrijk voor het vergaren van sociaal kapitaal: sociale netwerken die de mensen ondersteunen. Op de lange duur dient het bondingsprincipe de grenzen van de eigen etnische groep te overstijgen. Dan is er spraken van bridging. |
|
Bonding en bridging.
Bonding is belangrijk voor het vergaren van sociaal kapitaal: sociale netwerken die de mensen ondersteunen. Op de lange duur dient het bondingsprincipe de grenzen van de eigen etnische groep te |
overstijgen. Dan is er spraken van bridging.
|