• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/9

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

9 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Waar staat deelneming in het wetboek?

Art. 47 en 48 Sr

Noem de vormen van deelneming.

Medeplegen, uitlokken, doen plegen, medeplichtigheid

Medeplegen?

Nauwe samenwerking, Wormerveerse-brandstichtingarrest, dubbele opzet, fysieke aanwezigheid is niet vereist (containerdiefstalarrest)

Uitlokken?

De uitlokker weet een ander zover te brengen het strafbare feit te plegen. Het gaat om het aanzetten. Dubbel opzet!

Uitlokkingsmiddelen:

Giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, misleiding en het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen.

Drie situaties (buiten voltooide, perfecte situatie) bij uitlokking.

1. De opzet van de uitgelokte is niet (geheel) gelijk aan die van de uitlokker.


2. De handelingen van de uitgelokte veroorzaken iets waar hij noch de uitlokken oogmerk op had.


3. Uitgelokte komt bij uitvoering niet verder dan voorbereiding of poging.

Doen plegen?

Initiatief nemende achterman wordt verantwoordelijk gehouden voor de uitvoering van het feit door de fysieke dader. Verschil tussen uitlokken en doen plegen: bij doen plegen is de fysieke uitvoerder straffeloos, een willoos werktuig.

Medeplichtigheid?

Valt niet onder begrip dader. Simultaan: bij, consecutief: tot. Het moet gaan om een misdrijf. Dubbel opzet is vereist.

Accesoiriteitsbeginsel:

Feit bij poging tot uitlokking tot... moet te kwalificeren zijn.