• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/15

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

15 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Ambulant begeleider:

begeleidt of ondersteunt cliënten in de thuissituatie bij de redzaamheid en het psychosociaal functioneren op diverse levensgebieden

Terreinen van ambulante begeleiding:

- ondersteuning bij zingeving


- financiële/administratieve vaardigheden


- ADL

Twee voorwaarden voor zingeving:

verbondenheid en controle

Onderdelen zingevingsschema:

relaties, gezondheid, werk, participatie, opleiding, wonen, overige onderwerpen

Gebruik zingevingsformulier:

- sterke punten inventariseren


- verbeterpunten vastleggen


- te beïnvloeden actiepunten noemen


- gericht motiveren


- gericht evalueren

Voorwaarden voor een functionele samenwerkingsrelatie:

- inlevingsvermogen


- respect


- echtheid


- gelijkwaardigheid

Reddersdriehoek:

slachtoffer, redder, vervolg

Voorkomen ongewenst rolpatroon:

- blijf bij je rol


- let op 'ja-maar'-reacties


- let op jezelf


- werk samen met de cliënt

Resultaat van (ambulant) begeleidingsgesprek moet zijn:

- kennis: de begeleider heeft een volledig en juist beeld van de voortgang van de cliënt in relatie tot de doelen uit het begeleidingsplan


- houding: de cliënt voelt zich begrepen en gemotiveerd door de begeleider


- gedrag: de cliënt voert de gemaakte afspraken uit



Structuur begeleidingsgesprek:

aanloop: begroeten en social talk


planning: doel, werkwijze, tijdsduur en verslaglegging


kern: afspraken van de vorige keer, voortgang/knelpunten en nieuwe afspraken maken


slot: nieuwe afspraken samenvatten en controleren, afsluiten

Afspraak niet (goed) uitgevoerd:

- oorzaak opsporen


- nieuwe afspraak


- motiveren en confronteren

Afspraken maken die:

- duidelijk zijn


- acceptabel zijn


- uitvoerbaar zijn

Basis-gespreksvaardigheden:

- actief luisteren


- vragen stellen


- begrijpelijk uitdrukken


- samenvatten


- gedoseerd ingaan op gevoelens


- doorvragen


- dilemma's ordenen

Gespreksvaardigheden begeleidingsgesprek:

- alle basis-gespreksvaardigheden


- waarderen


- positief her-etiketteren


- confronteren

Maak gebruik van 'ik-boodschappen':

1) beschrijf het gedrag dat je waardeert


2) benoem in de ik-vorm wat je er positief aan vindt


3) laat zien wat het effect is van dit positieve gedrag op jou of op de doelen die de cliënt nastreeft