• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/40

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

40 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Les transports en commun (m)

Het openbaar vervoer

Un moyen de transport

Een vervoermiddel

Doubler

Inhalen

Le réseau routier

Het wegennet

L’usager de la route (m)

De weggebruiker

Le chemin de fer

De spoorweg

Ferroviaire

Spoor


Spoorweg

Relier

Verbinden

La destination

De bestemming


De plaats van bestemming

Un aller-retour

Een retourtje

Bondé

Bomvol

Faire la navette

Pendelen


Heen en weer reizen

Un banlieusard

Een forens

Équipé de

Voorzien van


Uitgerust met

Une compagnie aérienne

Een luchtvaartmaatschappij

La liaison

De verbinding

Le vol

De vlucht

Un aviateur

Een piloot

Vérifier

Controleren

Détourner

Kapen

Un équipage

Een bemanning

Une hôtesse de l’air

Een stewardess

La messagerie

Het koeriersbedrijf

Lentement

Traag


Langzaam

Le péage

De tol


Het tolgeld

Rouler

Rijden

Le routier

De vrachtwagenchauffeur

Parcourir

Doorkruisen

Traverser

Oversteken

L’accès (m)

De toegang

Le couloir

De rijbaan


De gang

Interminable

Eindeloos


Eindeloos lang

Effecteur

Volbrengen

Heurter

Raken

La priorité

De voorrang

Supprimer

Opheffen

Un inconvénient

Een nadeel


Een ongemak

Opter pour

Kiezen


Kiezen voor

Le quai

Het perron

Se terminer

Eindigen