• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/53

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

53 Cards in this Set

  • Front
  • Back

aetilogy(etiology)/Ethiologie

the cause of a disease, de oorzaak van een ziekte

Dualisme

Het idee dat de geest en het lichaam 2 verschillende entiteiten zijn

Biomedical of biomedisch model

Een perspectief dat ziektes en symptomen een onderliggende physiologische uitleg hebben



Mechanisch of mechanistic

Komt uit het dualisme, het idee dat gedrag tot het niveau van het orgaan of de physiologische functie kan worden teruggehaald (biomedisch)

Incidence

The number of new cases of disease occurring during a defined time interval- niet te verwarren met prevalentie wat refereert naar het aantal mensen dat een ziekte heeft op een bepaalt moment

Verschil dood 1900 en nu?

Veel hogere gemiddelde leeftijd en kanker staat nu op 1 en toen op 8.

3 soorten antwoord voor gezondheid

1. Algemeen gevoel van welzijn 2. Afwezigheid van ziektesymptomen 3. De dingen die een persoon die fysiek fit is kan doen




(Gevoel, symptoom orientatie en performance)

Gezondheidsgedrag

Gedrag dat het behouden of bevorderen van gezondheid doet

psychosociaal well being

psychologisch en sociaal ineen. Dus individu en sociaal goedgestaandheid

Blaxter onderzoek 1990?

15% kon niemand bedenken die heel gezond was en 10% kon niet beschrijven hoe het is om gezond te zijn.

Gezondheid is subjectief?

Hangt af van cultuur (collectivistisch(holistisch) of individualistisch) en hangt af van de rest (hoe staat de rest er bij?)

3 factoren voor ontwikkeling?

Leren, ervaring en maturatie

Sensomoritor en preoperationeel gezondheid ziekte?

Incomprehensive(irrelevante antwoorden) Phenomenonism (geluid of gebaar dat geassocieerd is met de ziekte) en contagion(Ziekte van andere mensen door dichtbij ze te lopen)

Concreet operationeel en ziektebeeld?

Contaminatie (begrijpen dat er oorzaken zijn en ziektes bepaalde symptomen kunnen hebben), internalisation(begrijpen organen enz, ook behandelmethoden worden gedeeltelijk begrepen)

Adolescentie en formeel operationeel ziektebeeld

Psychological (specifieke organen benoemen), Psychophysiological(geest en lichaam interacteren)

Epidemiology

De studie van patronen van ziektes in verschillende populaties in combinatie met levensstijlen en andere factoren.

Gezondheidspsychologie?

Beter begrip van biopsychosociale factoren in het bevorderen en behouden van gezondheid, health care, preventie en behandeling van ziektes en de oorzaken van ziektes

Verschillende soorten gezondheidspsychologie

1.Klinisch (assessment and treatment) 2.Public health psychologie (immunisation, epidemics en implicaties voor gezondheidseducatie en promotie), 3. Community health psychologie (research to facilitate the growth of healthy groups and healthy communities 4. critical health psychology(meer op het sociale gericht ipv individu)



health differential

a term used to denote differences in health status and life expectancy across different groups

Healthy life expectancy

The number of years that a person can expect to ''live in full health'' in contrast met life expectancy

Coronary heart disease

A narrowing of the blood vessels that supply blood and oxygen to the heart


Sociaal causatiemodel

lage ses --> health problems

Social drift model

Health problems --> lage ses

Statins

Drugs designed to reduce cholesterol levels

De stress hypothese

stress--> ziekte


Kinderen : family instability, overcrowding, poor diet, restricted educational oppertunities


Adolescentie: Family strife, bloodstelling aan anderen en eigen roken, school verlaten met lage cijfers en geen werk vinden. Adulthood: working in hazardous conditions, financial insecurity,


Olderage: no or small occupational pension, inadequate heating, food etc.

social capital

gevoel van sociale cohesie, solidariteit en vertrouwen in iemands eigen buren

Distaal en proximaal?

Algemeen stabiele en lastig bte beinvloedde factoren (gender, ses) en attitudes/gedrag.



Mediatoren en moderatoren/

Mediatoren:Een mediator is een statistische variabele die de relatie tussen twee andere variabelen verklaart. Een voorbeeld: er is een samenhang tussen het ervaren van een positieve band met de leerkracht en de leerprestaties van kinderen. Een verklaring hiervoor is dat kinderen zich meer inzetten voor school als zij een goede band met de leerkracht ervaren. Schoolinzet is dan de mediator die het verband tussen de leerkracht-leerling relatie en goede schoolprestaties verklaart. Hoe? attitude? waarom sekse? en


moderatoren: relatie tussen twee (waar, wanneer)Een moderator is een statistische variabele die de relatie tussen twee andere variabelen verandert. Indien het verband tussen twee variabelen X en Y wordt beïnvloed door de karakteristieken van een andere variabele Z, wordt deze laatste als moderator beschouwd. Zo is leeftijd bijvoorbeeld een moderator in de relatie tussen klantentevredenheid en klantentrouw: bij oudere mensen leidt grotere tevredenheid tot grotere trouw, bij jongeren is dit veel minder het geval. Leeftijd is een concept dat de relatie tussen variabelen kan beïnvloeden, maar het kan nooit een mediator zijn, omdat het niet op een andere variabele kan inwerken.

Modellen

Distaal en proximaal, mediator en moderator en direct en indirect

Werk gerelateerd autonomie en taakeisen en stress?

Meer autonomie --> meer taakeisen = uitdagend of minder taakeisen -->eenvoudig




Weinig autonomie veel taakeisen --> stressend of weinig taakeisen --> saai

3 soorten modellen en modellen hierin?

Sociocognitief (health beliefmodel en theory of planned behaviour), fasemodellen(Transtheoretische model en Precaution adoption approach (tabel 5.1) en hybride modellen (Health action process approach)

Social minority?

Kan effect hebben op gezondheid! (minor ethnic groups)

Gender and health?

Men engage more health compromising, less likely to seek help andwoman are lowerpaid and economically inactive

Mediate/mediator

mediating variables explain how or why a relationship exists between two other variables for example, the effects of age upon behaviour may be mediated by health beliefs, thus age effects would be said to be indirect rather than direct)

Moderator/moderation

Moderating variables expalins the conditions under which a relationship between two other variables may exist, for example, the relationship between individual beliefs and behaviour may be different depending on gender or health status

Neophobia

A persistend and chronic fear of anything new

Locus of control and health locus of control

attributing responsibility internal or external, health locus = perception wether health is within your own control or not (external or powerfull others)

Perceived behavioural control

One's belief in personal control over a certain specific action or behaviour

Self efficacy

the belief that one can perform particular behaviour in a given set of circumstances

dispositional pessimism

having a generally negative outlook on life and a tendency to anticipate a negative outcome

social cognition

explaining others behaviour

outcome expectancies

the outcome that is expected to result from behaviour (excersize --> fitter)

Self regulation

Process by which individuals monitor and adjust their behaviour, thoughts and emotions in order to maintain a balance or a sense of normal function

Ambivalence

the simultaneaous existense of both positive and negative evaluations of an attitude-object which could be both cognitive and emotional

unrealistic optimism

A person considers themselves as being less likely than comparable to others to develop an illness or experience a negative event

Subjective expected utility theory

a decision makin gmodel where an individual evaluates the expected utility

subjective norm

a persons beliefs regarding wether important others would think that they should or should not carry out a particular action

salience

strenght and importance

illness representations

beliefs about a particular illness and state of ill health commonly acribed to the five domains identity, timeline, cause, consequences and control/cure (leventhal)

Volition

Action or doing (the post-intentional stage highlighter in the hapa model)

decisional balance

where the costs of behaviour are weighed up against the benefits of that behaviour

drug dependence

usually a progression from drug abuse, involvwes dependence on the drug to achieve a desired psychological state, withdrawal symptoms in the absence of the drug, and social and work related problems

kritiek hapa

Beter oudere mensen voorspellen, volition niet duidelijik, niet genoeg aandacht onbewuste processen