Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
31 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Agrarische revolutie |
De landbouwopbrengsten groeide door uitbreiding van de landbouwgronden en betere productiemethoden. |
|
|
Demografische revolutie |
Door de agrarische samenleving nam de weerstand en vruchtbaarheid van de bevolking toe. Daling sterftecijfer en stijging geboortecijfer > dus bevolkingsgroei. |
|
|
Gevolg demografische revolutie? |
De demografische revolutie (bevolkingsgroei) zorgde voor een groot aanbod goedkope arbeidskrachten en een grote vraag naar producten. Dit stimuleerde de ondernemers tevens tot innovatie. |
|
|
Begrip industriële revolutie in enkele zinnen |
De landbouw in West-Europa werd als belangrijkste middel van bestaan verdrongen door de industrie. Dit bracht zo grote veranderingen dat men spreek van een Industriële revolutie. |
|
|
Oorzaken Industriële revolutie |
1. Agrarische revolutie 2. Demografische revolutie |
|
|
Waarom ging men ruwe katoen in Engeland zelf verwerken? |
Omdat men de import van katoenen stoffen uit de koloniën verboden had (mercantilisme). Engeland was hierdoor de eerste met een industriële samenleving. |
|
|
In welke tijdsvolgorde verbreidde de industrialisatie zich? |
- Halverwege de 18e eeuw Groot-Brittannië - Rond 1800 België - In de 19e eeuw andere West-EU landen + VS - Eind 19e eeuw Oost-Europa en Japan |
|
|
Verandering in het gebruik van arbeid tijdens de IR (Industriële Revolutie) |
Vanaf eind 18e eeuw werd steeds meer arbeid overgenomen door machines. Vakbekwame ambachtslieden werden overbodig, zij maakte plaats voor arbeiders die steeds dezelfde handelingen verrichtten aan de lopende band. |
|
|
Verandering in het gebruik van de natuur tijdens de IR. (Energiebronnen en grondstoffen) |
- Eind 18e eeuw energiebronnen: stoom, olie en gassen, elektriciteit, kernenergie. - 19e eeuw stoom belangrijkste energiebron. - Eind 19e eeuw uitbreiding elektriciteit als energiebron. - vanaf 1900 olie als brandstof voor motoren en grondstof producten. Ook steenkool als grondstof. |
|
|
Welke methode werd ontwikkeld om schadelijke bestanddelen uit steenkool te halen? |
Voor de groeiende ijzerindustrie was brandstof nodig. Vandaar dat een methode werd ontwikkeld om schadelijke bestanddelen uit steenkool te halen > cokes |
|
|
Wat was het gevolg van het cokes? |
Daardoor konden er hogere temperaturen in de ovens bereikt worden en dat zorgde voor beter ijzer. |
|
|
Ontstaan van het staal |
Stoommachines moesten aan steeds hogere eisen voldoen. Cort ontwikkelde een methode waarbij men d.m.v zuurstof koolstof uit ijzer haalde > het staal. |
|
|
Doorbraak industriële revolutie |
Stoommachines werden verbeterd en toegepast. ijzersoorten gingen andere materialen verdringen (schepen niet meer van hout maar staal). |
|
|
Innovatie onder bedrijven |
Als het ene bedrijf innoveerde moest het andere wel volgen wilden zij de slag om de markt niet verliezen. Door innovatie konden ondernemers goedkoper produceren en vergrootten daarmee om omzet. Hierdoor ontstond er massaproductie. |
|
|
Transport revolutie |
Grondstoffen moesten worden aangevoerd en eindproducten afgevoerd dus de behoefte aan nieuwe transportmogelijkheden groeide. Eerst tolwegen, daarna kanalen en tot slot spoorwegen. |
|
|
Commerciële revolutie |
Nieuwe industrieën en transportondernemingen hadden behoefte aan geld. Dit werd gedekt met aandelen en kredieten van banken. Bankwezen groeide sterk doordat ze de toenemende betalingen tussen leveranciers en afnemers verzorgden. |
|
|
Veranderingen tijdens de IR op het gebied van techniek. |
- Er kwam verandering op het gebied van communicatie; snellere communicatie d.m.v telegraaf, telefoon (19e eeuw) en computer en mobiele telefoon (eind 20e eeuw) - Op het gebied van amusement en informatie; grammofoon, radio, film, tv, computer, internet. - Op het gebied van vervoer; sneller en omvangrijker door spoorwegen, stoomboten, auto's en vliegtuigen. |
|
|
In wiens handen waren de voornaamste productiemiddelen tijdens het handelskapitalisme? |
Voornaamste productiemiddelen waren in handen van meesters en kooplieden-ondernemers of grootgrondbezitters. |
|
|
3 Belangrijkste kenmerken industrieel kapitalisme |
1. Fabrieken en mijnbouw voornaamste productiemiddelen. 2. productiemiddelen in handen van fabrikanten en grootindustriëlen. 3. Fabrieken omgezet in NV's: eigendom van aandeelhouders. |
|
|
Rol van de overheid |
Eind 19e eeuw kwamen regeringen tot het inzicht dat de overheid bepaalde economische taken op zich moest nemen. |
|
|
In welke lagen was de bevolking verdeeld tot het begin van de 19e eeuw? |
3 lagen in West-Europa (rond 1800) 1. Kleine zeer rijke bovenlaag 2. Kleine middenlaag met enig bezit 3. Grote arme benedenlaag |
|
|
Welke veranderingen kwamen er in die gelaagdheid van de bevolking (begin 19e eeuw)? |
- Er kwam een nieuwe groep zeer rijke kapitalisten. - Fabrieksarbeiders grootste bevolkingsgroep. - Middenlaag breidde zich sterk uit. - Personeel dienstensector breidde zich sterk uit. - Meer mobiliteit. |
|
|
Als gevolg waarvan groeide de bevolking in West-Europa rond 1800? |
Door de sterke toename van productie landbouw dankzij verbeteringen en grote vooruitgang in geneeskunde (inentingen en betere hygiëne inzicht). |
|
|
Welke invloed had de bevolkingsgroei op de industrialisatie? |
Ruimere afzetmogelijkheden als gevolg van de stijgende vraag naar producten. Door de bevolkingsgroei waren er voldoende arbeidskrachten. |
|
|
Waardoor groeide de steden als gevolg van de bevolkingsgroei? |
Arbeiders die in fabrieken werkten gingen er vlakbij wonen. En fabrieken groeiden in aantal en omvang. |
|
|
Begrip sociale kwestie |
De vraag hoe een einde moest worden gemaakt aan de armoede van een groot deel van de bevolking. |
|
|
Waarover werd bij de sociale kwestie gediscussieerd? |
De vraag of verbeteringen een taak v/d overheid was en zo ja, hoe en in welke mate er naar verbetering moest worden gestreefd. |
|
|
Gevolgen Industriële revolutie
|
1. Arbeiders: door demografische revolutie overschot aan arbeiders, daardoor lage lonen en lange werktijden + kinderarbeid. Ze wonen in eenkamerwoningen zonder water, riolering en verwarming. Positie wordt langzaam beter door sociale bewegingen. 2. Modern imperialisme |
|
|
Modern imperialisme |
Het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. In de periode 1870-1914 werden die gebieden onder politiek gezag en koloniaal bestuur gebracht |
|
|
3 belangrijkste West-Europese koloniale mogendheden. |
1. Engeland (Brits-Indië) 2. Frankrijk (Frans Indo-China) 3. Nederland (Nederlands-Indië) |
|
|
Uit welke motieven kwam het modern imperialisme voort? |
- Politieke motieven: staten met veel kolonies zouden een grotere rol kunnen spelen in de wereldpolitiek, nationalisme speelde daarbij ook een rol. - Economische motieven: westerse industrie had grondstoffen nodig en afzetgebieden. - Beschavingsopdracht: Europeanen zagen het als hun taak om beschaving en vooruitgang in de rest van de wereld te brengen; onderwijs, medische zorg en beter bestuur. |
