• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/27

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

27 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Kwalitatieve beschrijving

Beschrijving met zonder getallen.


Bv. 'Deze koffie is heet'.

Grootheid

Iets dat je kunt meten.


Bv. lengte, breedte, ...

Eenheid

De afgesproken waarde van een grootheid.


Bv. De massa is 10kg: m = 10kg.

Nauwkeurigheid

De kleinste waarde die je kunt bepalen met een meettoestel.

Beduidende cijfers

De cijfers in een meetresultaat die je werkelijk afleest.

Recht evenredig verband

Als al de meetpunten op een rechte liggen.

(EK) Statisch effect

Een kracht kan een voorwerp vervormen...

(EK) Elastische vervorming

Het voorwerp keert terug naar zijn oorsprongelijke vorm.


Bv. fietsrekker.

(EK) Plastische vervorming

Het voorwerp blijft vervormd.
Bv. schrootpers.

Het voorwerp blijft vervormd.


Bv. schrootpers.

(EK) Dynamische effect

een kracht kan de bewegingstoestand van een voorwerp verranderen...


Bv. bal sneller of trager laten rollen.

(SK) Contactkrachten

In sommige gevallen maakt een kracht rechtreeks contact met het voorwerp.


Bv. spierkracht, veerkracht.

(SK) Veldkracht

Andere krachten werken op afstand.


Bv. Kracht van een magneet, zwaartekracht.

Grootheid kracht symbool

F

Vactoriële grootheid (kenmerken)

- grootte


- richting


- zin


- aangrijpingspunt

Scalaire grootheid

Een grootheid zoals massa, die enkel een grootte als kenmerk heeft.

Resulterende kracht (Symbool)

Fres De kracht die al de krachten op een voorwerp kan vervangen en hetzelfde effect heeft.

Evenwijdige krachten

Verscheidene krachten op een voorwerp.

Hoekmakende krachten

Verscheidene krachten op een voorwerp.

Aangrijpingspunt

Het punt waar de zwaartekracht aangrijpt (meestal het middenpunt)

Richting en zin

Bv. een appel valt verticaal naar beneden veticaal is richting en de zwaartekracht wijst naar de aarde (beneden) -> zin

Grootte

hoe groot is de zwaartekracht en van welke factoren hangt ze af.

Zwaartekracht

De kracht die de aarde op elk voorwerp uitoefent Fz

Zwaarteveldsterkte of veldsterkte

Een maat voor de sterkte van een zwaartekracht op die plaats.

Uitrekking veer (symbool)

Δl

Veerkracht

de kracht die werkt op een veer en waardoor ze vervormt.

Veerconstante (k)

is een maat voor de sterkte van een veer hoe groter k hoe sterker de veer.

Kwantitatieve beschrijving

een beschrijving van eigenschappen voorzien met getalwaarde