Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
8 Cards in this Set
- Front
- Back
M. Iliacus |
Gefixeerd: anteversie bekken en is helper van de psoas Major |
|
M. Psoas minor |
Oprichten van het bekken (met gefixeerde wervelkolom) fixatie en naar boven bewegen van het lumbale gedeelte van de werkvelkolom (met gefixeerd bekken) Is in contact met de grote bloedvaten van de buik en met de urine leider |
|
M. Psoas Major |
Naar voren brengen achterbeen, flexie en supinatie heupgewricht. Stabilisatie wervelkolom met gefixeerd been. Belangrijk voor voortbeweging van het paard. Ivm contact met ingewanden daardoor vaak verzuring en verkramping |
|
M. Quadratus lumborum |
Verstevigen en opwaarts bewegen van het lumbale gedeelte van de wervelkolom |
|
M. Obturatorius internus |
Supinatie, exorotatie en abductie van de femur De blaas ligt op deze spier |
|
M. Obturatorius externus |
Supinatie femur en adductie ledematen ivm onder de kop zitten van de femur Internus en externus hebben alleen Origo gemeen. Insertie femur + Innervatie is verschillend dus ook andere functie zijn eerder antagonisten |
|
M. Gemelli |
Abductie en exorotatie van de femur |
|
M. Quadratus femoris |
Ondersteunt de extensie heupgewricht, helpt bij adductie; meer extensie dan adductie |