• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/116

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

116 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Le séjour

Het verblijf

L’enchange

De uiwisseling

La note

Het cijfer

Le mot

Het woord

L’avenir

De toekomst

Rendre visite à

Iemand bezoeken

Hésiter

Aarzelen

Avoir le vertige

Hoogtevrees hebben

Je veux dire

Ik wil zeggen

Plaisanter

Grapjes maken

Oser

Durven

Deviner

Raden

Quelques

Enkele

En tout cas

In ieder geval

Comme ça

Zo

Le dessinateur

De tekenaar

La bande dessinée

Het stripverhaal

Banal

Gewoon

Embêtant

Vervelend

Pareil

Gelijk

Mauvais

Slecht

Les maths

Wiskunde

La biologie

Biologie

Les sciences physiques

Natuurkunde

La chimie

Scheikunde

L’économie

Economie

L’anglais

Engels

L’espagnol

Spaans

Futur

Toekomstig

Prudent

Voorzichtig

Impressioné

Onder de indruk

Suivre

Volgen

Le pas

De stap

S’amuser

Zich vermaken

S’habiller

Zich aankleden

Se maquiller

Zich opmaken

Marcher

Lopen

Laisser tomber

Laten vallen

Le métier

Het beroep

L’hôtesse de l’air

De stewardess

Permettre

Toelaten

Mettre à l’aise

Op zijn gemak stellen

Essayer

Proberen

Les gens

De mensen

Avant

Vroeger

En tant que

Als

Vers

Ongeveer

à cette époque

In die tijd

Soigner

Verzorgen

L’infirmière

De verpleegster

Le vendeur

De verkoper

L’informaticien

De ict’er

La frontière

De grens

Le job

Het baantje

L’emploi

Het werk

Le salaire

Het salaris

L’expérience

De ervaring

Postuler

Solliciteren

Gagner de l’argent

Geld verdienen

Souhaité

Gewenst

Dynamique

Dynamisch

Attentif

Aandachtig

Vivre

Leven

Assez

Genoeg

La raison

De reden

Là-bas

Daar

Le bateau

De boot

La pêche

De visserij

La coutume

De gewoonte

La nourriture

Het eten

L’île

Het eiland

Il y fait beau

Het is er mooi weer

Les gens sont sympas

De mensen zijn aardig

Billingue

Tweetalig

La langue maternelle

De moedertaal

Ne...guère

Nauwelijks

Parfois

Soms

En première

In de 5e klas

Ressembler à

Lijken op

Accueillir

Verwelkomen

Car

Want

C’est pourquoi

Daarom

Peut-être

Misschien

Près de

Dicht bij

En face de

Tegenover

L’habitude

De gewoonte

Le maître

De meester

Le maîtresse

De juf

L’arabe

Arabisch

Si

Toch

Ne ... pas du tout

Helemaal niet

Utiliser

Gebruiken

Défendre

Verdedigen

Faire partie de

Deels uitmaken van

Avoir lieu

Plaatsvinden

Traduire

Vertalen

Selon

Volgens

Au contraire

Integendeel

Même si

Ook al

Francophone

Franstalig

Propre

Eigen

L’habitant

De inwoner

Le drapeau

De vlag

Le peuple

Het volk

Le mélange

De mix

Le sujet

Het onderwerp

Le membre

Het lid

Originaire de

Afkomstig uit

Féminin

Vrouwelijk

Être capable de

In staat zijn om

Raconter

Vertellen

À la maison

Thuis

Dans la famille

In de familie

Les heures d’ouverture

De openingstijden

Les heures des repas

De etenstijden

La fête d’anniversaire

Het verjaardagsfeest