• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/13

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

13 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Une nourriture saine est une première condition pour mieux vivre.

Een gezonde voeding is een eerste voorwaarde om beter te leven.

Un coureur cycliste doit se nourrir avec soin pendant la saison des courses.

Een wielrenner moet zich tijdens het wielerseizoen met zorg voeden.

Cette boisson contient de l'alcool, les mineurs ne peuvent donc pas l'acheter.

Deze drank bevat alcohol, minderjarigen kunnen hem dus niet kopen.

Il s'agit d'une bière belge qui contient 6.5% d'alcool.

Het gaat om een Belgisch biertje dat 6.5% alcohol bevat.

On peut tout lire sur l'emballage de ces produits alimentaires.

Men kan alles lezen op de verpakking van deze levensmiddelen.

Elle n'aime pas manger de légumes en boîte, elle préfère des produitd frais.

Zij houdt er niet van om groente uit blik te eten, zij geeft de voorkeur aan verse producten.

Je n'aime pas le goût de cette sauce.

Ik houd niet van de smaak van deze saus.

Ce produit provient de l'agriculture biologique. Il est plus cher, mais il a un goût bien meilleur.

Dit product is afkomstig uit de biologische landbouw. Het is duurder, maar heeft een veel betere smaak.

Mon boucher me donne toujours de produitd qui proviennent de bonnes expoitations agricoles.

Mijn slager geeft mij altijd producten die afkomstig zijn van goede landbouwbedrijven.

Elle fait boullir l'eau pour préparer un bom café.

Zij kookt het water om een lekkere kop koffie te zetten.

Le matin il va au marché pour acheter de légumes.

'S morgens gaat hij naar de markt om groente te kopen.

Ses grand-parents avaient une pâtisserie dans ce village.

Zijn geootouders hadden een banketbakkerij in dit dorp.

Pour acheter du poisson elle préfère aller au marché.

Om vis te kopen gaat ze liever naar de markt.