Endocrinologie

Front 1

Wat geef je voor medicijnen bij hyperthyreoidie? Op welke complicaties moet u letten?

Back 1

Strumazol (thiamazol, 30 mg/dag), agranulomatose

Front 2

Waar bschermt de hielprik tegen?

Back 2

congenitale hypothyreoidie (lager iq etc)

Front 3

Welke tumormarkers zijn er voor:

- papillair schildkliercarcinoom

- folliculair schildkliercarcinoom

- medullair schildkliercarcinoom (agressief)

Back 3

- thyreoglobuline (follikelcellen)

- thyreoglobuline (follikelcellen)

- calcitonine (C-cellen)

Front 4

Wat is de behandeling van een folliculair schildkliercarcinoom?

Back 4

Thyreoectomie en nabehandeling met radioactief jodium.

Front 5

Wat is een anaplastisch schildkliercarcinoom?

Back 5

Groeit elke dag iets en dan is er niets meer aan te doen.

Front 6

Hoe weet je of een schildkliertumor benigne of maligne is?

Back 6

Radioactief jood inspuiten -->

- Benigne: warme nodus ontstaat

- maligne: koude nodus ontstaat

Front 7

Wat is een thyreotoxische indruk?

-

-

-

-

Back 7

- gejaagd

- vaak trillerig

- zweten

- ontremd gedrag

Front 8

Welke labbepaling vraag je aan bij een thyreotoxische indruk?
-
-
-

Back 8

- antilichamen tegen de TSH receptor (Graves)
- T4 meten
- TSH meten (laag)

Front 9

Wat zijn de voor- en nadelen van de 3 behandelopties (thyreostatica, chirurgie en radioactief jodium) bij hyperthyreoidie tgv Graves?

Back 9

Medicatie, maar oppassen voor agranulomatose
Recidiverend? Dan nog radioactief jood geven.

Front 10

En bij een toxische nodus?

Back 10

Radioactief jood (geen medicatie want gaat nooit vanzelf over)

Front 11

en bij multinodulair struma?

Back 11

ook radioactief jood en anders opereren.

Front 12

Wat is postpartum thyreoiditis?

Back 12

Na de zwangerschap, eerst hyper maar kan later hypo worden.

Front 13

Wat ka nje geven om een thyreotoxicose te voorkomen (na postpoartum thyreoiditis)?

Back 13

Betablokker tijdelijk

Front 14

Wat is het teken van Pambertol?

Back 14

Bij een struma: armen langs hoofd omhoog, als mensen rood/paars aanlopen doordat het de thorax omhoog trekt en de kleppe nvan de veneuze afvoerende vaten dichtdrukt is het positief.

Front 15

Waar in de darm vindt actieve calciumopname plaats?

Back 15

duodenum

Front 16

En passieve?

Back 16

Distale dunne darm, via diffusie

Front 17

Waar vindt in de nieren terugresorptie plaats?

-

-

Back 17

- lis van Henle (20%) en proximale tubulus (70%)

- PTH afhankelijk distaal

Front 18

Als albumine ... is, dan is calcium ...:

30:

40:

50:

Back 18

30: 2.2

40: 2.4

50: 2.6

Front 19

Wat gebeurt er met vit D in de nier?

Back 19

25-)H wordt 1,25 di-OH vit D3.

Front 20

Wat is een osteocyt?

Back 20

Een osteoblast die vast komt te zitten in het bot.

Front 21

Wat is er aan de hand bij familiaire hypocalciurische hypercalciemie (FHH)?

Back 21

De calcium sensing receptor werkt niet meer goed waardoor geen negatieve feedback van calcium op PTH is waardoor PTH hoog blijft en de calciumlevels alsmaar hoger worden.

Front 22

Welke stoffen mobiliseren calcium uit de botten?

-

-

Back 22

- PTH

- actief vit D3

Front 23

Waardoor wordt omzetting van vit D getriggerd?

-

-

Back 23

- hoog PTH in bloed

-laag calcium in bloed

Front 24

Hoe wordt vit D deficientie vastgesteld?

Back 24

Een verlaagde plasmaspiegel van 25 hydroxyvitamine.

Front 25

Wat zijn fosfatoninen?

Back 25

Fosfaatregulerende hormonen. (FGF-23, geproduceerd door osteocyten). De nier is het belangrijkste doelorgaan van FGF-23. Kan synthese van 1.25 OHD remmen waardoor het calciumgehalte in het bloed omlaag gaat.

Front 26

Hoe ontstaat secundaire hyperparathyreoidie? Als reactie van de bijschildklieren op:

-

-

Back 26

- hypocalciemie bij nierziekten

- Vit D deficientie

Front 27

PTH zorgt voor het ...... van de fosfaatspiegel door de ...................... door de nieren.

Back 27

verlagen door de bevordering van uitscheiding van fosfaat door de nieren.

Front 28

Wat voor medicijnen kan je geven bij primaire hyperparathyreoidie?

Back 28

Calcimimetica (verhoogt de gevoeligheid voor calcium op de bijschildklieren waardoor meer remming van PTH plaatsvindt)

Front 29

Wat is pseudohypoparathyreoidie? Hoe zijn de spiegels PTH en calcium hierbij?

Back 29

Resistentie PTH, PTH is hoog en calcium laag.

Front 30

Wat houdt rachitis en osteomalacie in?
Welke komen voor bij kinderen en welke bij volwassenen?

Back 30

De nieuwgevormde botmatrix wordt weinig of niet gemineraliseerd (= weinig kalk). Ze gaan uit van vit D deficientie dus kunnen met vit D suppletie worden behandeld.

Rachitis: kinderleeftijd (epifysairschijven zijn niet verkalkt)

Osteomalacie: volwassenen.

Front 31

Wat geef je bij osteoporose?

Back 31

Bifosfonaten (inactief worden van osteoclasten waardoor er minder bot wordt afgebroken)

Dit geef je ook bij de ziekte van Paget

Front 32

Wat is een normale BMD (=botmineraaldichtheid)?

Back 32

T score boven de -1.

Front 33

Wanneer is sprake van osteopenie? (T-score)

Back 33

-2.5 en -1

Front 34

Wanneer is sprake van osteoporose?

Back 34

slechter dan -2.5

Front 35

Hoe wordt de ziekte van Paget vaak ontdekt?

Back 35

Per toeval, door de verhoging van het alkalische fosfatasegehalte.

5-10% is symptomatisch: klacht pijn.

Front 36

Welke tekenen treden op bij de ziekte van Paget?-

-

Back 36

- Tam O'Shanter sign

- Banana fracture

Front 37

Wat zijn complicaties bij een zeer hoge hypercalciemie?

-

-

-

-

-

-

Back 37

- coma

- epileptische aanvallen

- hartritmestoornissen

- acute hartstilstand

- afsluiting darmen (ileus)

- nierstenen (en verslechtering nieren)

Front 38

Wat is de eerste behandeling van een hypercalciemie?

-

-

-

-

-

Back 38

- veel fysiologisch zout toevoegen

- plasmiddelen

- soms is dialyse nodig

- geneesmiddelen die calcium binden

- als 1.25 OH2D de oorzaak is: toediening van glucocorticoiden.

Front 39

Hoe is het calciumgehalte bij sarcoidose of granulomateuze ontsteking en waarom?

Back 39

Hypercalciemie, omdat macrofagen het actieve 25OH-D produceren die vervolgens weer voor calciumresorptie zorgen. PTH zal laag zijn.

Front 40

Noem een voorbeeld van primair hypogonadisme.

Back 40

syndroom van Klinefelter (testiculair)

Front 41

Wat betekent hypergonadotroop hypogonadisme?

Back 41

Gonadotroop = LH en FSH

gonadisme = testosteron

Front 42

Noem een voorbeeld van secundair hypogonadisme.

Back 42

Syndroom van Kallman.

Front 43

Noem 3 endocriene aandoeningen die vallen binnen het polyglandulair auto-immuunsyndroom type 2.

Back 43

- hypothyroidisme

- ziekte van Addison

- DM type I

Front 44

Noem 3 niet-endocriene aandoeningen die vallen binnen het polyglandulair auto-immuunsyndroom type 2.

Back 44

-coeliakie

- pernicieuze anemie

- mysthenia gravis

Front 45

Wat is het MEN1 syndroom?

Back 45

een mutatie in het tumorsuppressorgen menine (chrom. 1)

Het zijn multi-endocriene neoplasieen.

Front 46

MEN1 gaat gepaard met hyperplasie van:

-

-

-

Back 46

- parathyreoiden

- diverse endocriene gastro-enteropancreatische tumoren

- hypofyseadenomen

Front 47

Waarom wordt bij het MEN2A syndroom profylactische thyreoidectomie geadviseerd?

Back 47

Er komt bijna altijd een medullair schildkliercarcinoom voor.

(En bij 33% een feochromocytoom en bij 20% een hyperparathyreoidie door polyglandulaire hyperplasie)

Front 48

MEN syndromen zijn ...... ..... erfelijk.

Back 48

autosomaal dominant