Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
11 Cards in this Set
- Front
- Back
zich kwijten van , kweet zich van , heeft zich gekweten van
|
to acquit oneself of
|
|
lezen, las, heeft gelezen
|
to read
|
|
werven, wierf, heeft geworven
|
to recruit
|
|
vangen, ving, heeft gevangen
|
to catch
|
|
wijten, weet, heeft geweten
|
to blame (something) on
|
|
zeggen, zei, heeft gezegd
|
to say
|
|
winnen, won, heeft gewonnen
|
to win
|
|
fluiten, floot, heeft gefloten
|
to whistle, to play the flute
|
|
schuiven, schoof, heeft geschoven
|
to shove
|
|
scheiden, scheidde, heeft gescheiden
|
to divorce, to separate
|
|
zoeken, zocht, heeft gezocht
|
to seek, to search
|