• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/17

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

17 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Welke 3 vormen van vertekening kunnen de validiteit van uitspraken bij interculturele diagnostiek bedreigen?

- Constructbias; vertekening wat betreft het construct - Methodebias; vertekening wat betreft meetmethode - Itembias; vertekening wat betreft afzonderlijke items

Wat wordt bedoeld met constructbias?

Het construct (trek of vaardigheid) wat gemeten wordt kan cross culturele verschillen vertonen. Depressiviteit wordt bijvoorbeeld in Zimbabwe anders omschreven dan bij ons.

Wat wordt bedoeld met methodebias en welke 3 bronnen worden hiervoor genoemd?

Methodebias heeft te maken met de methodische aspecten van interculturele diagnostiek.


Er zijn 3 bronnen: - Problemen vanuit de specifieke eigenschappen van de culturele achtergrond van de persoon. - Persoonlijke eigenschappen van degene die de test afneemt. Kunnen ook invloed hebben op het testresultaat. Verwachtingspatronen van allochtonen t.a.v. de autochtone of allochtone diagnosticus kunnen verschillen. - Verschillen in communicatiepatronen tussen etnische groepen.

Welke 2 problemen vanuit specifieke eigenschappen van de culturele achtergrond van de persoon worden genoemd als bron van methodebias en welke 2 oplossingen worden genoemd om problemen te verminderen?

Problemen:


- Het verschil in responsstijl; vooral lager opgeleide allochtonen vertonen meer sociaal wenselijkheid en acquiscence (berusting)


- Bekendheid met psychologische tests en het soort stimuli van een test kunnen een negatieve invloed op de testprestatie hebben


Oplossingen:


- zorgen voor een testinstructie die langer is dan gebruikelijk en ingaat op problemen die de cliënt met het instrument heeft


- een herhaalde testafname kan zorgen voor hogere scores (bijv. de RAVEN test)

Wanneer is de invloed van persoonlijke opvattingen van de testafnemer vooral een gevaar? 2 pt

- Bij gebruik van ongestructureerde technieken zoals een open interview of intake


- Bij ongestructureerde spelsituaties

Welke 2 verschillen worden genoemd in communicatiepatronen als bron voor methodebias?

- de testsituatie zelf wanneer de cliënt niet eerder is onderzocht; het is niet duidelijk hoe hij zich dient te gedragen, wat de psycholoog verwacht, wat het betekent dat er geen foute antwoorden mogelijk zijn bij een persoonlijkheidstest etc.


- in de communicatie tussen psycholoog en cliënt zijn verschillende verwachtingen en normen; wij vinden oogcontact belangrijk maar in een andere cultuur is het onbeleefd de ander aan te kijken. Ook het direct afwijzen van een verzoek is onbeleefd, de cliënt zal dan aandringen op het tijdelijk niet kunnen uitvoeren van een verzoek wat door Nederlanders gezien kan worden als het creëren van problemen

Wat wordt bedoeld met itembias?

Een vertekening die betrekking heeft op de items van een instrument. Liegen heeft voor Surinamers bijvoorbeeld een zwaardere lading dan voor Nederlanders. Vreemde of onverwachte antwoorden kunnen wijzen op misinterpretatie of ongeschiktheid van de vraag voor de cliënt.

Wat is het Cultural Formulation Interview (CFI) en waar ligt de nadruk op?

Een semigestructureerd interview bedoeld om bij de cliënt informatie te verzamelen over de culturele component van een psychische aandoening.


De nadruk ligt op; het perspectief van de cliënt, klinische bruikbaarheid en flexibiliteit in afname.

Wat zijn Standards en waarop ligt de nadruk?

Recente publicaties van o.a. de APA waarin veel aandacht is voor interculturele diagnostiek, vooral voor eisen aan instrumenten en voor fairness in selectie. Allerlei basisbegrippen uit de diagnostiek en de implementatie ervan worden hierin uitgelegd.


De nadruk ligt op; validiteit, standaardisatie en vermijden van discriminatie.

Welke 4 punten van aandacht noemt de auteur wat betreft de ontwikkelingen van interculturele diagnostiek?

- Er kunnen nog meer instrumenten onderzocht worden op bruikbaarheid voor de multiculturele samenleving en er kunnen nog meer nieuwe instrumenten ontwikkeld worden


- Veel kennis die is opgedaan uit grootschalige onderzoeken wordt niet gebruikt bijv. het onderzoek naar korte items zonder ontkenningen


- Interculturele diagnostiek is nog steeds geen integraal onderdeel van het denken over tests en geen onderdeel van het COTAN beoordelingssysteem


- Een verdere professionalisering van de testpraktijk kan bijdragen aan verhoogde kwaliteit van dienstverlening

Welke 3 mogelijke oplossingen noemt de auteur die zijn aangedragen om met de validiteit van interculturele diagnostiek om te gaan?

- Gebruiken van cultuurvrije tests waarbij typisch Nederlandse taal en denkwijzen vermeden worden zoals typisch Nederlandse spreekwoorden


- Gebruiken van standaardtests want veel tests worden gebruikt om toekomstig gedragte voorspellen bijv. een intelligentietest


- Alleen interviews en gedragsobservaties gebruiken

Noem voor en tegenargumenten voor cultuurvrije tests

Voor: deze zijn niet afhankelijk van taal of cultuurgebonden beelden, bijvoorbeeld complex taalgebruik en spreekwoorden


Tegen: geen enkele test is helemaal cultuurvrij

Noem voor en tegenargumenten voor het gebruik van standaardtests.

Voor: standaardtests hebben ook bij allochtonen een voorspellende waarde zoals intelligentietests


Tegen: Het gaat niet alleen om toekomstig gedrag maar ook om huidig functioneren (klinische praktijk). Vaak is ook dat wat er voorspelt wordt in termen van toekomstig gedrag cultuurgebonden.

Noem voor en tegenargumenten voor het gebruik van alleen interviews en gedragsobservaties.

Voor: de validiteit van tests speelt bij andere culturele achtergronden geen rol meer


Tegen: je bent volledig aangewezen op de klinische blik, ervaring en vaardigheden van de diagnosticus. Het lost het oorspronkelijke probleem (gebrek aan validiteit) niet op maar het verschuift naar een algemeen validiteitsprobleem namelijk de subjectiviteit van de diagnosticus. Een aantal psychologische eigenschappen zoals kortetermijngeheugen is niet goed te achterhalen EN het gevaar bij ongestandaardiseerde tests is dat normtabellen niet meer bruikbaar zijn.

Welke 10 regels noemt de auteur voor het gebruik van psychologische tests in interculturele groepen?

1. Tests zijn alleen op valide wijze toepasbaar bij allochtonen als deze toepasbaarheid is aangetoond


2. Bij interpretaties van testscores de bruikbaarheid van de test voor allochtonen in acht nemen


3. Resultaten van onderzoek naar vraagpartijdigheid in Nederlandse tests hebben vaak dezelfde conclusies als bij vraagpartijdigheid in Amerikaanse tests


4. Belangrijkste bron van partijdigheid in tests is kennis van de Nederlandse taal encultuur


5. Verschillen in woordenschat tussen allochtonen en autochtonen kunnen leiden tot systematische bias van de testscore. Globale invloed van bias op testscores = methodepartijdigheid (moeilijk aantoonbaar)


6. Voor interpreteren van testscores van allochtonen zijn ook gegevens nodig over persoon zoals verblijfsduur, generatiestatus en acculturatiestrategie


7. Indien een test minder bruikbaar is voor allochtonen dan rekening houden met de interpretatie en vermelden in het rapport.


8. Bij de keuze van tests voor allochtonen bij voorkeur tests gebruiken die op bruikbaarheid zijn onderzocht


9. Om een beleid van equal opportunity employment te realiseren moet aan psychometrische en maatschappelijke condities voldaan zijn


10. In het proces van maatschappelijke integratie kunnen tests een rol spelen maarook scholen en organisaties zijn nodig om integratie te bevorderen.

Wat wordt bedoeld met psychometrische condities van tests?

Psychometrische eisen hebben te maken met de beschikbaarheid van tests en adequate testprocedures

Wat wordt bedoeld met maatschappelijke condities van tests?

Heeft te maken met een draagvlak voor een dergelijk beleid