• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/15

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

15 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Vraag 1

Waarom is het houden van een intakegesprek van belang om het coachdoel te bereiken? Geef drie redenen.

(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 1


1. kennismaking: klikt het tussen coach en coachee: van belang voor goede werkrelatie. Zonder dit geen succes.
2. hebben coach en coachee zelfde beeld van coaching: passen ze inhoudelijk/vwb visie bij elkaar (bijv. tips/trucs vs. spirituele groei)
3. duidelijk krijgen vragen/problemen: is dit expertise coach, ervaring hiermee
4. past werkwijze coach en/of methodieken bij coachee? (bijv. voorkeur RET) 5. afspraken maken tijd, plaats/duur traject: is het goed realiseerbaar werkbaar.

2 pt per correcte reden.
Vraag 2

Volgens de theorie van Kolb vindt leren plaats als iemand de hele cyclus heeft doorlopen. Pas de cyclus van Kolb toe op iemand die een nieuwe taal leert met de leerstijl bezinner.

(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 2

1. de bezinner begint met bijv. hoe heb ik tot nu toe taal geleerd, ideeën plannen om leuke dingen te bedenken, bijv. maand naar Spanje, maar starten en kiezen manier is lastig

2. dan volgt de denker theoretisch beeld vormen: hoe werkt het met naamvallen vervoegingen, wat eerst, wat daarna ed

3. de beslisser is gericht op het toepassen in de praktijk. Hij combineert begripsvorming met experimenteren. De werkwijze is doelgericht. Bijv. als ik maar krijg wat ik wil

4. doener: praten, schrijven, niet druk maken om grammaticale fouten, in het diepe springen en kijken hoe het gaat, of iemand hem verstaat.

2p per fase max. 8p.
Vraag 3

Bekwaamheid of competentie wordt vaak vergeleken met een ijsberg in het water. Wat bevindt zich onder de waterlijn?

(maximaal aantal te behalen punten: 4)
Antwoord vraag 3

blz. 31

1.zelfbeeld,
2.normen en waarden,
3. eigenschappen,
4. Motieven

1 p per onderdeel.
Vraag 4
Bekwaamheid of competentie wordt vaak vergeleken met een ijsberg in het water. Waarom zijn de zaken boven de waterlijn van belang om te weten voor een coach?

Geef drie redenen.


(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 4

blz. 31 ev.

1. Het gaat hier om kennis, gedrag en vaardigheden. Dat is van belang voor een coach omdat het zichtbaar is.

2. Het zichtbare deel is van belang voor doelbepaling (meetbaar doel) , maar ook specifiek en fasering (eerst nivo a dan b, eerst met hulp dan alleen)

3. Het zichtbare deel kan ook gebruikt worden in geven van feedback/ procesbegeleiding

4. Alleen zichtbare zaken zijn niet voldoende. In coaching is met name onzichtbare deel van belang om te leren leren, omdat een deel van leren onbewust is. evt. andere mogelijkheden

2p per reden max. 6p.
Vraag 5

Welke blokkades kunnen er bij een coach zijn om door te vragen in een coachgesprek?

(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 5

blz. 65

1. coach raakt in de ban van het verhaal van de gecoachte
2. coach herkent eigen sores
3. coach betrekt iets wat de gecoachte doet of zegt op zichzelf
4. de coach denkt dat hij zulke vragen niet mag of kan stellen.

2p per blokkade max. 8p.
Vraag 6

Alexandra heeft veel moeite met het voltooien van haar dagtaak. Ze zou wat efficiënter met haar tijd willen omgaan. Op cognitief gebied zijn drie niveaus te onderscheiden: kennis, inzicht en toepassing. Geef van elk van deze cognitieve gebieden een vraag die een coach kan stellen in het traject met Alexandra.
(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 6

1. kennis:
wat verstaat gecoachte onder effectiever omgaan met tijd?

2. Inzicht:
waarom is het van belang om effectiever met je tijd om te gaan? Wat levert het je op? Wat doe je nu zodat je niet uitkomt met je tijd?

3.Toepassing:
bijv. vergadering op tijd beëindigd, takenlijst van begin van de dag is aan het einde van de dag af. Wat heb je gedaan vorige week om je tijd effectiever in te delen? wat ga je de komende week anders doen? Hoe ga je laten zien dat je effectiever met je tijd kunt omgaan?

Evt. andere voorbeelden mogelijk.

2p per vraag tot max. 6p.
Vraag 7

Joline is na haar bevalling minder gaan werken. Ze ervaart het moederschap als zwaar, met gebroken nachten waarin ze op moet staan voor de baby. Het werk ervaart ze ook als zwaar. Ze vindt het lastig taken die ze eerst wel deed, nu niet te doen, omdat ze parttime werkt. Bovendien nemen verplichte overleggen een groter deel van haar werktijd in beslag dan vóór de bevalling. Ze is het overzicht kwijt en heeft het gevoel achter de feiten aan te lopen. Ze wil graag leren hoe ze met deze nieuwe situatie om kan gaan en toch zo goed mogelijke werknemer en moeder kan zijn. Maak een coachingsplan voor Joline.

Eventueel ontbrekende gegevens kunt u zelf toevoegen.
(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 7

blz. 125

Er zijn vier onderdelen

1. beschrijving beginsituatie: aanleiding, actuele situatie: moeder worden, parttime werken
2. hoofddoel, subdoelen bijv. werk afkrijgen, afbakenen subdoel vrolijker thuis
3. wijze waarop en wanneer gecoachte hieraan gaat werken en hoe coach coacht: plaats bijv. 1x per week 1 uur, stappenplan
4. wijze waarop en wanneer er getoetst, geëvalueerd kan worden bijv. pop maken, afspraken over werktijden/overleggen met leidinggevende, beter timemanagement, afspraken over zorgverdeling thuis.

1p per onderdeel 1p per toelichting max. 8p.
Vraag 8

Noem vier redenen die een gecoachte kan hebben om weerstand te tonen tijdens het coachproces.
(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 8

blz. 152 ev.

1. gecoachte ervaart coaching minder positief dan verwacht
2. onduidelijkheid
3. gecoachte denkt dat hij het beter kan
4. angst niet aan eisen te kunnen voldoen
5. gecoachte voelt zich niet serieus genomen
6. gecoachte ziet nut van werkwijze niet in.

2p per reden max. 6p.
Vraag 9

In een re-integratiebedrijf werken Ria en Omar. Beiden zijn goed in het begeleiden van mensen tijdens een reïntegratieproces. De kwaliteit van Ria is dat ze heel objectief of zakelijk is. Ze kan bijvoorbeeld goed uitleggen wat de financiële en juridische gevolgen zijn van het opzetten van een eigen bedrijf. Omar is daarentegen heel zorgzaam en betrokken. Hij informeert bijvoorbeeld altijd hoe het met de mensen gaat in zo'n situatie van onzekerheid. Ze gaan nu samenwerken in een nieuw project. Analyseer de relatie tussen Ria en Omar vanuit de theorie van het Kernkwadrant en geef aan wat elk vanuit die theorie, kan doen om niet met elkaar te botsen?

(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 9

1. Ria: valkuil te zakelijk/ongevoelig/hard/alleen inhoudgericht. Dat is voor Omar waarschijnlijk allergie, want het is het tegenovergestelde van zijn kernkwaliteit, i.e. zorgzaam/relatiegericht. Ria zal moeten werken aan haar uitdaging, om ook enige betrokkenheid te tonen en aandacht aan (samenwerking)relatie te geven ipv alleen aan inhoudelijke zaken als geld, tijd, resultaat.

2. Omar ergert zich aan Ria's ongevoeligheid. Hij zal aan zijn uitdaging moeten werken, namelijk meer aandacht en oog hebben voor de inhoud bijv. door er op te letten dat wel alles op tijd klaar is en binnen budget. Kortom, als Ria en Omar allebei hun uitdaging aandacht geven is de kans kleiner dat ze botsten in hun allergie voor elkaar.

4p voor Ria, 4p voor Omar max. 8p.
Vraag 10

Hoe wordt omkering gebruikt bij oplossingsgerichte coaching en waarom?

(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 10

blz. 83

wanneer:
het wordt vaak gebruikt als een coachee vast zit in negatieve stuk van zijn beweringen. (2pt)

waarom:
Het kan dan een verrassend effect hebben als de coach doorvraagt nar de situatie als het probleem zal zijn opgelost. Dan wordt de coachee op een ander been gezet en uitgenodigd een andere realiteit te verkennen en zijn fantasie en creativiteit te gebruiken.

(4 pt)
wanneer: 2 pt, waarom: 4 pt.
Vraag 11

Een man wil graag hulp bij time management. Noem drie redenen om te kiezen voor coaching in plaats van een training.

(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 11

inl reader blz. 8 of lz 165 boek

1. coaching als het niet gaat om kennis maar om wat man al weet effectief te kunnen gebruiken en weerstand weg te kunnen nemen. Daar gaat een cursus niet over, die gaat over vaardigheden en kennis.

2. bij coaching gaat het erom beste van ander naar boven te halen, training is vaak in een groep en vaak meer algemeen, coaching meer persoonsgericht/individueel

3. coaching meer effect op langere termijn dan training. Daar is het leereffect het grootst in het begin, neemt later af, afhankelijk van toepassing in praktijk.

4. coaching neemt langere periode in beslag, daardoor meer ruimte/tijd om te oefenen in de praktijk en dit te evalueren. training vaak enkele dagen achter elkaar.

2p per reden max. 4p.
Vraag 12

Ellis formuleerde 12 irrationele ideeën die de meeste mensen in onze maatschappij af en toe hebben. Noem zes van deze ideeën.

(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 12
reader blz. 97 ret

1. absoluut noodzakelijk om door iedereen geliefd en gerespecteerd te worden (liefdesjunk)

2. Ik moet in elk opzicht competent en succesvol zijn als ik waardevol ben (perfectionistisch)

3. alles moet precies gaan zoals ik wil, anders is het erg (egocentrisme)

5. alle leed wordt veroorzaakt door factoren buiten mij, ik kan er niets aan doen (zelfdestructief)

6. ik moet me max. bezorgd maken en altijd op mijn hoede zijn (paraatheid)

7. veel gemakkelijker om eigen moeilijkheden uit de weg te gaan dan verantwoordelijkheid te nemen (struisvogel)

8. ik ben totaal afhankelijk van anderen en heb iemand nodig (babyaapje)

9. mijn gedrag wordt bepaald door vroeger (leven in verleden)
10. ik moet altijd me erg druk maken om ellende van anderen (f nightingale).
11 voor elk menselijk probleem is een oplossing (gestress)
12. ik kan niet leven met onzekerheden (onzeker)

1p per idee max. 6p.
Vraag 13
Een student zegt voor de derde keer tijdens een les: 'Ik snap het niet'. Op de vraag wat de student dan niet begrijpt is het antwoord: 'Alles, ik begrijp er gewoon niets van'. De transactionele analyse kent drie egoposities. Geef een reactie van de docent vanuit elke egopositie.
(maximaal aantal te behalen punten: 6)
Antwoord vraag 13
1. volwassene: dat is nou vervelend, ik leg het uit en jij begrijpt het nog niet. Weet je, blijf na de les nog even, dan kijken we samen wat je niet begrijpt. Nu moet ik toch echt verder gaan met de les Oid

2. ouder: o dat is heel vervelend, dan leg ik het nog een keer voor jou uit vanaf het begin (de rest van de klas heeft hier last van ) of juist: zie je, dat krijg je ervan als je niet oplet. bijv.

3. Oh, kun je het niet voor één keer begrijpen! Zo kan ik toch nooit mijn les afkrijgen op tijd! Of: dan heb je pech, kan me niet schelen, ik ga nu verder. of: heb ik zo mijn best gedaan op deze les...


2p reactie. max. 6p.
Vraag 14

Een vrouw van 21 jaar is bang voor liften en wil hier niet in. Haar moeder heeft vroeger vast gezeten in een lift en haar altijd hiervoor gewaarschuwd. Het mijden van liften levert nu problemen op in haar nieuwe baan op de achtste verdieping van een kantoorgebouw. Beschrijf volgens de theorie van RET wat kan een meer helpende gedachte zijn. Gebruik hiervoor de letters DEFG van de RET.

(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 14

D onderzoeken irrationele overtuigingen: is het waar dat de lift vast komt te zitten? Elke dag gaan er honderden mensen met de lift

E gewenste gedachte formuleren: de kans is klein dat de lift vast zit, ik ben ook met andere mensen die me dan kunnen helpen (andere antw mogelijk)

F verbeelding situaties met gewenste gedachte: minder moe na 8 trappen lopen, gezellig kletsen in de lift, minder hoeven uitleggen en schamen voor probleem

G nieuw gedrag/gevoel trots dat het lukt, minder opvallen, in de pauze even lekker naar buiten (ioid)


per letter 1punt per uitleg 1p max. 8p.
Vraag 15

Geef zes verschillen tussen gewoon coachen en provocatief coachen.

(maximaal aantal te behalen punten: 8)
Antwoord vraag 15

1. 80-20 coach aan woord vs 50/50,
2. eerst luisteren, dan diagnose vs. eerste pakken wat opvalt
3. serieus nemen vs. spot drijven
4. knikken, hummen vs. interrumperen
5. vragen, samenvatten vs. Af en toe vraag, nooit samenvatten
6. coach prof. Afstand vs. coach brengt eigen ervaringen in
7. coach is objectief vs. inzetten vooroordelen
8. cliënt is uniek geen vooroordelen vs. het meest persoonlijke is universeel
9. fysieke afstand vs. aanraken
10 structuur aangeven vs. Afdwalen.