Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
24 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat zijn onderwijsbenaderingen? |
- beklemtonen het belang van groepen van doelen - stellen een specifieke vormgeving van onderwijs voor (combinatie van werkvormen) - weerspiegelen een visie op onderwijs - zijn meestal gekoppeld aan een visie op leren |
|
Welke 4 benaderingen zijn er? |
1. Geprogrammeerde instructie 2. Cognitieve apprenticeship / krachtige leeromgeving 3. Probleemgestuurd onderwijs 4. Competentiegericht opleiden |
|
Wat is de geprogrammeerde instructie? |
Het geheel van werkvormen die erop gericht zijn om op een zeer systematische wijze onderwijs te geven. |
|
Wat staat centraal bij geprogrammeerde instructie? |
Dat de lerenden alle doelen daadwerkelijk realiseren => = kunnen reproduceren en de eerste cognitieve vaardigheden of lagere orde-doelen. |
|
Welke leerpsychologische stroming heeft te maken met de geprogrammeerde instructie? |
Operante conditionering = modelleren en shapen van beoogd gedrag |
|
Wat is typisch bij de behaviouristische leerprincipes van de geprogrammeerde instructie? |
1. doelen geschreven als uiterlijk waarneembare termen (operationeel) 2. Doelgedrag opgesplitst in gedragscomponenten 3. Via vragen/stimuli aanzetten tot gedragsreactie 4. Kleine stapjes en passende volgorde 5. Na een reactie volgt een bekrachtiging 6. Deze bekrachtiging kan zowel positief als negatief zijn |
|
Wat zijn teaching machines? |
Onderwijsmachines - leren wordt geproduceerd door een onderwijsgevende instantie (leraar, pc, tv,...) - werkt beetje bij beetje met kleine stapjes - het gewenste gedrag wordt uitgelokt - het beoogde gedrag wordt bekrachtigd als het zich stelt |
|
Waarom houdt men de stappen zo klein mogelijk? |
- veel schakels
- minder kans op fouten - kan veelvuldig bekrachtigd worden -> zorgt voor een hechte koppeling tussen stimuli en respons |
|
Nadelen van een teaching machine bij de geprogrameerde instructie? |
- elke lerende moet hetzelfde lineaire programma doorlopen (kan enkel herhalen) - programma houdt onvoldoende rekening met voorkennis - bij foute antwoorden krijgen leerlingen hetzelfde fragment, maar geen toelichting |
|
Wat is de vertakte geprogrammeerde instructie? |
Volgt hetzelfde principe, maar houd rekening met voorkennis en heeft remedial loops (iets niet begrepen = terug gaan of een extra vraag). Uitgangspunt = ook van fouten kan men leren |
|
Argumenten om vertakte geprogrammeerde instructie (en technologische hulpmiddelen) toch nog te gebruiken in het hedendaags onderwijs |
- actieve leerlingen - aanpassen aan het tempo van de lerende - individualisering - kleine stappen - sterke voorstructuering - tijds- en plaatsonafhankelijkheid van het onderwijs |
|
Wat zijn drill and practice programma's |
Dienen om het verwerven van relatief eenvoudige vaardigheden of cognitieve leerdoelen |
|
Wat is de kracht van het behaviourisme? |
Intrinsieke band tussen leren en onderwijzen |
|
Waar zitten er problemen bij de behaviouristiche visie op onderwijs? |
Het leren van de lerende wordt niet als uitgangspunt genomen. Het maken van vertakte programma's in onoverzichtelijk, moet goed onderzocht worden (want kleine stapjes), is bijna altijd meerkeuze,... Alles wordt veralgemeend en verabsoluteerd Het is niet omdat leren op een bepaalde manier KAN verlopen, dat het ook op die manier MOET verlopen of bij iedereen zo verloopt. |
|
Wat is het cognitieve apprenticeship / krachtige leeromgeving? |
Stelt probleemoplossen centraal
1. Leerinhoud 2. Onderwijsactiviteiten |
|
Wat bedoelen we met leerinhoud? |
Combinatie en kennis en vaardigheden met algemene doelen voor probleemoplossen |
|
Waar streeft de cognitieve apprenticeship naar op vlak van leerinhoud? |
- verwerven van specifieke kenniselementen en vaardigheden van een vakgebied - algemene doelen die verband houden met de cognitieve, metacognitieve en affectieve componenten van vaardig gedrag |
|
Wat zijn de belangrijke onderwijsactiviteiten volgens Collins? + Welke groepering hebben ze |
GROEP 1: [doel = lerenden helpen bij het verweren en integreren van kennis en cogn. en metacong. vaardigheden] A. Modelleren: demonstreren door de leraar B. Scaffolding: precieze hoeveelheid hulp aanbieden
GROEP 2: [Doel = bewust maken van hun eigen denk- en leerstrategieën] D. Articulatie: tussenkomsten zodat lerende hun oplossingsprocessen expliciteren en ze zichtbaar maken
GROEP 3: [Doel = autonomie van de lerenden verhogen] E. Exploratie: lerenden zelf nieuwe problemen laten ontdekken
ZEVENDE EXTRA: |
|
Welke 4 stappen zijn er bij het generaliseren? |
1. Decontextualiseren 2. Veralgemenen 3. Authentieke taken (taken met hoge realiteitsgehalte geven die nog veel gelijkheid vertonen) |
|
Wat bedoelen we met de sequentie van leertaken? |
De volgorde waarin leertaken worden aangeboden |
|
Wat zijn volgens Collins de oriënterende principes van sequentie van leertaken? |
- ordening volgens toenemende compexiteit en diversiteit - eerst brede oriëntatie en dan specifieke deelvaardigheden |
|
Wat is scaffolding? |
Lerenden moeten bij het uitvoeren van de globale taak geholpen worden voor de aspecten die zij nog niet zelfstandig kunnen |
|
Wat zijn volgens Collins de principes op vlak van sociale context? |
- zorgen voor gevarieerde situaties - Realistische en authentiek gehalte van leertaken - Modellen of voorbeelden van expertgedrag moet aanwezig zijn - intrinsieke motivatie moet bevorderd worden - Coöperatief leren (door problemen op te lossen in kleine groepjes) |
|
Op welk vlak heeft het cognitieve apprenticeship model een invloed op onderwijs? |
- leren begrijpend lezen - natuurkunde - wiskunde KENMERKEND: werken met systematisch opgebouwde problemen waarvoor leerlingen in groep beredeneerde oplossingen bedenken |