• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/45

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

45 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Fibreuze en fibrocartilagnieuze gewrichten

dit zijn de tussenwervelschijven (intervertebrale), de Si gewrichten (met betrekking het sacrum (heilig been) en ileum (darmbeen), het symphys pubica (schaameen) en de costochondrael gewrichten (verbindingen tussen de ribben en het ribkraakbeen). De schedel aanhechtingen zijn fibreuze gewrichten.


Er is bijna geen beweging mogelijk en de belangrijkste functie is stabiliteit van het skelet. Enkele fibrocartineuze gewrichten zijn hiernaast weggeven.

Synoviale gewrichten

Dit zijn de ball-en-socket joints (kogel in holte; bijv heup) en de hinge gewrichten (scharnier; bv. interphalangen).Deze gewrichten bevatten een holte waardoor beweging van gewrichtsvlakken over elkaar pijnloos mogelijk is. Beweging is in een bepaalde range mogelijk en de druk is versrpeid over het hele oppervlak. Het gewrichtskapsel ligt aan het synovium dat een paar cellen dik en vasculair is. Macrofagen zijn aanwezig evenals synoviocyten die hyaluronzuur vrijlaten in de gewrichtsruimte, dat fungeert als smeermiddel en de viscositeit van synoviaal vocht bepaalt. Glycoproteinen zorgen voor weinig frictie.

Functies synovium

- Het houdt de weefsels op afstand en beschermt de oppervlaktes van het kraakbeen tegen slijtage door wrijving.


- Het fungeer als schokdemper en beschermt daardoor het kraakbeen tegen slijtage.


- Het smeert het gewricht en bevordert de vrije en gemakkelijke beweging ervan.


- het werkt als een fileer die voedingsstoffen voor het kraakbeen doorlaat maar schadelijke cellen en substanties tegenhoudt.


Het belangrijkste bestanddeel van synoviale vloeistof is hyaluronzuur (wordt geproduceerd door fibroblastische synoviocyten). Dit hyaluronzuur zorgt ervoor dat de synoviale vloeistof fungeert als een beschermer, schockdemper, smeermiddel en filter.

Amnetische gegevens diagnostiek reumatische aandoeningen

(1) Pijn uitvragen (mechanische problemen erger bij inspanning, ontstekingen pijnlijker na rust en verbeteren met inspanning) Let ook op geassocieerde neurologische kenmerken (gevoelloosheid, krachtsverlies).


(2) Stijfheid uitvragen (ochtendstijfheid >15min -> artritis, startstijfheid -> artrose)


(3) Zwelling


(4) Geslacht:


- Meer voorkomend bij mannen: jicht, reactieve artritis, spondylitis ankylopoetica


- meer voorkomend bij vrouwen: reumatoïde artritis en andere auto-immuunbindweefsel ziekten


- Leeftijd (artrose en plymyalgia reumatica zelden onder 50jaar, RA start meetal bij vrouwen tussen de 20 en 50jaar).


Labaratorium onderzoek reumatische aandoeningen

Meestal niet noodzakelijk bij bijregionale skeletspierproblemen en artrose. De diagnose is duidelijk voor de VG en onderzoeksbevindingen. Testen kunnen helpen bij het uitsluiten van andere condities.


(1) Volledige bloedbeeld


- Hb (nrmochrome normocytaire anemie bij chronische ontsteking of auto-immuunziekte), aantal witte bloedcellen (neutrofilie bij bacteriële infecties, lymfopenie bij virale ziekten), trombocyten (trombopenie bij chronische ontsteking en beenmergsuppressie).


- ESR en CRP (ontstekingswaarde)


- ALP (alkaline fosfatase): verhoogd bij lever of bot ziekten


(2) Serum auto-immuunziekte


- Reumatoide factoren: meestal IgM tegen Fc deel van IgG. Niet diagnostisch; hoge titer aan begin van RA geeft een slechte prognose. RF's bij verschillende auto-immuunziekten, chronische infecties en bij asymptotische oudere mensen.


- CCP antilichamen (citrullinated cylcisch peptie): hoge specifiteit vor RA. Nuttig in het begin van de ziekte om te onderscheiden van acute voorbijgaande synovitis.


- ANA's: vele auto-immuunziekten.


- Anti-dubbelstrengs-DNA (dsDNA) zijn diagnostisch voor SLE.

Beeldvorming reumatische aandoeningen

- Rontgen: beginstadium RA weinig waarde, maar wel goed beloop in kaart. Radiologische veranderingen zijn bij oudere mensen veelvoorkomend (niet direct pathologisch)


- Echo: peri-articulaire structuren: zachte weefsels en pezen.


- MRI- meer detail veranderingen in bot en intra articulaire structeren


- CT: veranderingen in gecalcificeerde stracutren.

Gewrichtsaspiraat bij artritis

Het onderzoek van gewrichtsvloeistof wordt vooral gedaan om septische, reactieve of crystal artritis (bv jicht) te diagnosticeren. De (samenstelling van de) vloeistof is een indicator voor de mate van ontsteking. Heldere vloeistof wijst op (geen of) een kleine ontsteking. Niet-heldere vloeistof wijst op toegenomen cellulariteit en onderliggende ontsteking. Purulente vloeistof wordt gezien bij septische artritis, maar kristal of reactieve artritis kunnen ook zorgen voor hoge cellulaire verspreiding. De procedure wordt meestal gedaan in combinatie met injecteren van corticosteroid. Aspiratie alleen is therapeutisch bij cyrstal artritis.


Licht microscopie:


- Jicht: negatief dubbelwerkende, naaldvormige kristallen van natrium uraan.


- Pseudojicth: ruitvormi, zwak positief dubbelwerkende kristallen van calcium pyrofosfaat.

Fibromyalgie

Fybromyalgie is een vorm van de chronische pijn syndromen. Het wordt gedefinieerd als pijn gedurende >3 maanen zowel boven als onder de taille. Het is een uitsluitende diagnose. Patinetne hechten waarden aan het hebben van een naam om symptomen di eerder gemist werden te kunnen verklaren of symptomen die simpel worden toegeschreven tot psychologische of sociale problemen.


Kenmerken zijn verschillende triggerpoints met pijn. De pijn is constant en verspreid en zorgt voor discomfort. Veel patienten hebben slaapproblemen en overdag een slechte concentratie (kunnen leiden tot serotonine en cortisol veranderingen in het bloed). Er zijn vaak andere gezondheidsproblemen zoals geïrriteerde darmsyndroom, spanningshoofdpijn, chronisch vermoeidheidsyndroom, PMS, angst en depressie. De pateinte is vaak een vrouw van middelbare leeftijd die moeite heeft met werk en huishoudwerkzaamheden. Het kan op elke leeftijd ontstaan. Er is veel frustratie doordat testen negatief zijn.

Fibromyalgie behandeling

Respectvolle en meelevende benadering met uitleg dat ziekte vaak overgaat en niet onvermijdelijk disabling is. Aerobic oefening voor 3 maanden zijn veilig en effectief. Een depressie moet worden behandeld, vermijden van verslavende anxiolytica. Eventueel behandeling bij gedragspsycholoog om de patiënt te leren rust te nemen en activiteiten te doseren. Hulp wordt echter vaak geweigerd.


Medicatie: pijnstillers of NSAID's helpen soms (best intermitterend gebruikt). Lage doseringen sedatieve antidepressiva (TCA's) voor het slapengaan. Trigger-point injecties met lokale anesthetica, corticosteroïden of acupunctuur zijns soms hulpvol.

Mono artritis aandoeningen

Een enkel gewricht is aangedaan.


- (Pseudo)jicht


- Septische artritis


- Traumatische haematros


- Artritis door bottumor


- Psoriatische/reactieve artritis soms.


- Palindormische rheuma

Polyartritis

Meerdere gewrichten zijn aangedaan:


- Rheumatoide artritis


- Reactieve artritis


- Seronegatieve artritis


- Postvirale artritis


- Lyme-artritis


- Enteropatische artritis (chron, CU).

Reumatoide artritis etiologie

De prevalentie is 0,5-1%. Het begint gemiddeld tussen de 30-50 jaar.


De oorzaak is multifactorieel en genetische en omgevingsfactoren spelen een rol


- Geslacht: vrouwen voor de menopauze worden 3x vaker getroffen dan mannen. Na de menopauze is de frequentie van het begin gelijk tussen mannen de vrouwen.


- Familiaal: de ziekte is familiaal met een verhoogde incidentie bij eerstegraadfamilileden en een hoge overeenstemming tussen monozygote tweelingen (tot 15%) en dizygote tweelingen (3,5%).


- Genetische factoren: wordt geschadt dat ze voor 60% de gevoeligheid voor de ziekte bepalen. Er is een sterke associatie tussen de gevoeligheid voor RA en bepaalde HLA haplotypes.


- Roken is een risicofactor

Reumatoide artritis pathogenese

Chronische ontsteking van het synovium wordt vooral veroorzaakt door continue T-celactivatie. De aanwezigheid van actieve T-cellen, macrofagen en de lokale productie van RF-autoantlichamen in het gewricht suggereren dat een disregulatie van het immuunsysteem een fundamentele rol speelt in RA. De productie van de Reumatoide factor door plasmacellen in het synovium en de lokale formatie van imuuncomplexen zijn deels verantwoordelijk voor de reactie. Deze processen zorgen voor een geheel opgezwollen synovium, waarbij vouwen en richels ontstaan en deze zwelling verhindert de vascularisatie van het kraakbeen. Er is sprake van vasculaire proliferatie en verhoogde permeabiliteit. Het kraakbeen vermindert en bot kan bloot komen te liggen. Verder zorgt lokale cytokineproductie voor botschade. Reumafactoren zijn circulerende antilichamen (fc component van IgG als antigeen) die aggregeren tot immuuncomplexen die ontsteking stimuleren. In een gezond person worden RF's tijdelijk geproduceerd met als functie de afbraak van immuuncomplexen, de meest voorkomende groep is IgM, maar elke vorm kan voorkomen. IgM-RF is aanwezig in serum bij 70% van de patienen met RA.

Reumatoide artrtisis klinische presentatie

- Pijn en stijfheid in de kleine gewrichten van de handen (MCP, DIP, PIP) en voeten (MTP).


- Polsen, ellebogen, schouders, knieën, enkels zijn ook getroffen (10% presenteert zich met mono-artritis knie/schouder of CTS).


- Moe , niet lekker gevoel. Verstoorde slaap


- Pijn en stijfheid van de gewrichten is significat, vooral in de ochtend


- Eventueel kan lichte beweging wat verlichting geven.


- Warme gevoelige gewrichten, eventueel wat zwelling


- Bewegingsbeperking


- Spieratrofie


- Vervormingen treden in latere stadia op


- Vroeg in de aandoening zijn heupen zelden aangedaan.

Reumatoide artritis typische presentatie

- Palindroom: monoarticulaire aanvallen van 24048uur; 50% gaan over in ander type RA.


- Transient: een self-limiting ziekte, die meestal minder dan 12maanden duurt en weer weggaat zonder permanente gewrichtsschade.


- Remitting: er is een periode van verscheidene jaren waarin de artritis actief is maar dan gaat het weg, waarbij het minimale schade achterlaat.


- Chronische, peristerende RA: de meest typische vorm, het kan seropositief of seronegatief voor IgM reumafactor zijn. de ziekte volgt een koers van terugvallen en remissies over vele jaren. Seropositieve (plus-anti-CCP) patienten neigen een grote gewrichtsschade en lange termijn disabiliteit te ontwikkelen.


- Rapidly progressive: de ziekte verdert meedogenlozer over een aantal jaren en leidt snel tot erge gewrichtsschade en handicap. Het is meestal seropositief (plus anti-CCP), heeft een hoge incidentie van systematische complicaties en moeilijk te behandelen.

Reumatoide artritis complicaties

- Gescheurde pezen


- Gescheurde gewrichten


- Ruggenmergcompressies


- Amyloidose (zeldzaam)


- Septische artritis: in ernstige complicaties met hoge morbiditeit en mortaliteit. Bij immunosuppresieve patienten zijn de aangedane gewrichten niet altijd warm en ontstoken met samenkomende koorts. Meestal treedt er neutrofiele leukocytose op. Straphyloccocus aureus is het meest voorkomende organisme. De behandeling wordt gedaan met systematische antibiotica en drainage.

Reumatoide artritis typische patroonv an gewrichtsafwijkingen

- Handen: combinatie van lunair deviatie en palmaire subluxatie. Gefixeerde flexie (boutonniere) of hyperextensie (swan-neckdeformity) zorgen voor gestoorde handfunctie


- Schouders: rotator cuff tenditis, apinful arc syndroom


- Ellebogen: zwelling, pijnlijke flexideformiteit


- Voeten: zwellign MTP-gewrichten, hamertenen


- Knieen: valgus of varus deformiteit.


- Heupen: pijn, stijfheid, versmalling gewrichtsspleet. Meestal is totale prothese nodig.


- Cervicaal: instabiliteit, beschadiging ruggenmerg.

Reumatoide artritis

De diagnose wordt vaak gesteld op de klinische kenmerken. The american college of rheumatology (ACR) criteria zijn bruikbaar voor epidemiologische en onderzoeksstudies maar nutteloos in de vroege ziekte. De aanvankelijke onderzoeken zijn:


- Bloedtelling: normochrome en normcytische anemie. De ESR en/CRP zijn verhoogd in proportie tot de activiteit van het inflammatie proces en zijn bruikbaar in het monitoren


- Serelogie: anti-CCP is positief vroeger in de ziekte, en indiceert in de vroege inflammatie artritis de kans van progressie tot RA. RA is aanwezig bij nog 80% van de gevallen en ANA bij lage titer bij 30%.


- X-ray: van de getroffen gewrichten om een basislijn te vestigen. Alleen zachte weefsel zwelling wordt gezien in de vroege ziekte.


- Aspiratie van het gewricht: als een effusie aanweizgi is. het aspiraat ziet er bewolkt uit door witte cellen.


- Doppler echografie: effectief om synovitis te demonsteren

Criteria voor diagnosticeren van reumatoïde artritis (ACR)

1. ochtendstijfheid>1


2. Artritis in 3 of meer gewrichten


3. Artritis van de hand of pols gewrichten


4. Symmetrische artritis


5. Subcutaneze noduli


6. Een positieve serum reumfactor


7. Typische radiologische veranderingen (erosies en/of periarticulaire osteopenie)


--> De eerste 3 puntjes moeten meer dan 6weken estaan.


--> 4 of meer criteria zijn nodig om de diagnose te kunnen stellen.

Reumatoide artritis behandeling

Vroege herkenning en verwijzing naar een reumatoloog is van groot belang. Behandeling: klinisch bevestigen van de diagnose, gebruik van NSAID's en analgetica om de symptomen onder controle te krijgen, probeer remissie te induceren met im depot prednison 80-120 mg als de synovitis langer dan6weken duurt, als de synovitis terugkomt verwijzen naar een reumatoloog om sulfasalaxine of methotrexaat tee starten (met 2e dosis im depot prednisolon), verwijs voor fysiotherapie en algemeen advies door een gespecialiseerd team. Als er geen significante verbetering is binnen 6-12weken, gemeten aan minder pijn, niet beter gaat, gebruik een alternatieve stof, zoals goud, d-penicillamine, leflunamide of anti-TNF-alfa therapie.


Chirurgie heeft een rol bij de lange-termijn behandeling van RA

NSAID's bij RA

Prostaglandiesynthetaseremmers hebben naast een pijnstillende werking ook een koortswerend en ontstekingsremmend effect. Prostaglandine speelt een rol bij ontsteking en wordt gesynthetiseerd door het enzym COX (cyclo-osygenase) . Er zijn twee soorten: COX-1 en COX-2 remmers. COX-2 remmers zijn selectiever en geven minder bijwerkingen. Bijwerkingen zijn: gastro-intestinale klachten, renale bijwerkingen, cardiovasculaire bijwerkingen, huidreacties, hematologisch: neutroponie en trombopenie.


Disease modifying anti rheumatic drugs (DMARD's)

Dit zijn medicijnen die ingezet worden bij RA en andere reumatische aandoeningen. DMARD's werken vooral door cytokineremming en reduceren ontstekingen ( vermindering onherstelbare beschadiging). De werking is vaak pas zichtbaar na 2-3 (soms 6) maanden. De middelen hebben een groot symptomatische behandeling, echter als patienten RF en anti-CCP positief zijn, en persisterende gewrichtszwellingen hebben moet eerder DMARD's gegeven worden. Enkele DMARD's op volgorde van voorschrijven:


- Methotrexaat: foliumzuurantagonist met anti-inflammatoire, antiprolifererende en immunomodulerende effecten


- Sulfasalazine, eerste keus bij jonge patienten en patienten en vrouwen die kinderen wensen.


Biological DMARDs: TNF-alfa blokkers: monoklonale antlicahmen worden gebruitk als tenminste 2DMARD's niet werken. Erg duur

Seronegatieve spondylartopathien

Geen RF. Is een grope aandoeningen die de ruggengraat (spondyl) en perifere gewrichten treffen, zijn familiair gelinkt en aan een bepaald type HLA1 antigeen.


- Ankylosing spondylitis (AS) (Bechtrew)


- Artritis psoriatica


- Reactieve artritis


- Post-dysenteric reactieve artritis


- Enteropathische arthritis (bij colitis ulcerosa/ziekte van Crohn.


De betrokkenheid van de gewrichten is minder dan wat gezien wordt in RA en de verdeling is ook anders. Er zijn associaties met extra-articulaire (buiten de gewrichten) en genetische kenmerken. Deze ziekten presenteren zich incidentieel tijdens de kidnertijd. De aandoeningen worden seronegatief genoemd omdat er geen reumafactor aanwezig is. Ontstekingen van aanhechtingen van pees en bot komen vaker voor dan bij RA.

Spondylitis ankylopoetica (Bechtrew)

Inflammatoire aandoening van de ruggengraat die voornamelijk jonge volwassenen treft (18-30 jaar). Het vindt wereldwijd plaats en treft 1% van de mannen en 0,5% van de vrouwen in blanke populaties. De frequentie van AS inverschillende populaties is ruwweg parallel met de indecentie van HLA-B27. Er zijn ten minste 24 subtypes van HLA-B27; sommige verhogen het risico andere hebben een beschermende rol. Tweelingstudies wijzen op een veel hogere ziekte overeenstemming bij HLA-B27 dan monozygote. De ziekte komt meer bij mannen als vrouwen voor (5:10).

Bechtrew klinische kenmerken

- Episodische ontsteking van macro-iliacale gewrichten in de tienerjaren of na het twintigste jaar. lage rugpijn en pijn in de bil zijn vaak erger in de ochtend en verminderen na inspanning.


- Stijfheid in de wervelkolom


- Niet spinale complicatis: acute uveitis anterieur (oogpijn, fotofobie en wazig zien) costochondritis


- Betrokkenheid van perifere gewrichten: asymmetrisch, vooral grote gewrichten

Bechtrew behandeling

- Preventieve oefeningen om de wervelkolom soepel te houden


- NSAID's om pijn te voorkomen die bewegingsbeperking geeft


- Eventeel DMARD's bij ernstige ziekte.


Met oefeningen en pijnmedicatie is de prognose prima, meer dan 80% van de patienten werkt volledig.


De meeste mensen met SA zijn HLA-B27 positief en ze moeten zich bewust zijn van het risico van 50% op het doorgeven avna het gen aan hun kinderen. HLA-B27 positieve nageslacht heeft 30% risico op het ontwikkelen van SA.

Artritis psoriatica

De ernst en uiteindelijke vergroeiingen die veroorzaakt wordne door de zietke zijn minder dan bij RA en remissie komt vaker voor. Er kan enige synchronie zijnv an de activiteit van gewricht en huid manifestaties.


- Assymetrische oligo artritis (betrokkenheid 1/2 gewrichten in tenen of vingers, kan grote gewrichten aantasten)


- Symmetrische polyartritis (lijkt op RA, minder ernstig)


- Atrtitis mutilans (meest ernstige vorm van destructieve artritis)


- Psoratische spondylitis


- Psoriatische nagelziekte en DIP betrokkenheid.


De betrokken gewrichten en patronen van destructie suggereer vaak een diagnose. Hoewel elk gewricht aangedaan kan raken zijn de meest karakteristieke gewrichten de distel interfalangeale gewrichten van de handen en voeten.

Reactieve artritis (oorzaken)

Steriele synovitis die na een infectie optreedt. Mannen die HLA-B27 positief zijn ehbebn een verhoogde kans hierop. De volgende infecties kunnen een trieer zijn en moeten worden uitgevraagd tijdens anamnese:


- Tractus digestivus; salmonella, yersinia, shigella; wat heeft een persoon gegeten? misselijkheid, diarree, overgeven?


- Tractus urogenitalis; chlamydia, ureaplasma


- Tractus respiratorius; streptococcen; heeft de patiënt keelpijn?

Reactieve artritis klinische kenmerken

Asymmetrische, acute artritis van de onderste extremiteiten, die een paar dagen tot een paar weken ontstaat na de infectie. De artritis kan het enige symptoom zijn bij een milde of asymptotische infectie. Enthesitis komt veel voor, dit veroorzaakt planetaire fascitiis of tendonitis van de achillespees. 70% herstelt volledig binnen 6 maanden, maar veel patineren hebben een terugval.


Ook sacroilitis en spondylitis kunnen ontstaan. Acute uveitis anterior is een complicatie van de ernstige of recidiverende zietke, maar is niet synchroon aan artritis. De huidlaesies lijken op psoriasis. (circulaire balantitis, keratoderma blenorrhagica, nageldystrofie, bilaterale conjunctivitis.


De klassieke triade van Reiter: urethritis, artritis en conjunctivitis.

reactieve artritis behaneling

Er is bewijs dat de behandeling van de persisterende infectie met antibiotica het beloop van artritis wijzigt, wanneer de artritis zich eenmaal ontwikkelt heeft. er moeten kweken worden genomen en elke infectie moet worden behandeld. Seksuele partners moeten voorlichting en behandelin voor de seksueel verworven aandoeningen krijgen.


De pijn reageert goed op NSAID's en lokale corticosteroid-injecties


Terugkerende artritis kan worden behandeld met sulfasalazine of methotrexaat

Jicht

(0,2)Een inflammatie artritis geassocieerd met hyperuricaemie en intra-articulaire natrium urinezuur kristallen. Een te hoge plasmaconcentratie van urinezuur leidt tot het aanvalsgewijs neerslaan van uraatkristallen in synoviaal vocht en afzetting in onderhuids bindweefsel (topoi), onder andere gewrikte en kraakbenige structuren.


De preventie neemt toe in ontwikkelde landen door veranderde dieten. Jicht komt 10x vaker vor bij mannen en meestal pas op oudere leeftijd.

Jicht klinische presentatie

- Acute jichtaanvallen woren gekenmerkt door externe pijn, kunnen elk moment ontstaan en duren onbehandeld een dag of 7. Dit wordt gevolgd door een asymptotische fase en een tweede aanval binnen 2 jaar is waarschijnlijk. Plotseling ontstaan van erge pijn, zwelling en roodheid van het 1e MTP (grote teen). Veel eten of alcohol, dehydratie of star van diuretica kan hieraan vooraf gaan. Herstel gaat gepaard met schilfering van de huid


- Chronische interval jicht: met acute aanvallen en een lage graad van ontsteking, met potentieel risico op gewrichtsschade


- Chronische polyarticulaire jicht: zeldzaam, behalve bij ouderen met langdurig gebruik van diuretica, bij nierfalen of te snel starten van allopurinol


- Urinezuurstenen in de nieren

Jicht aanvullend onderzoek

- Klnisch beeld en snelle respons op NASAID of colchicine is meestal voldoende diagnostisch.


- Gewricthsvocht microspie: meest specifieke test


- Serum urinezuur: meestal verhoogd (600 umol/L)


- Serum ureum en creatine en de GFR moeten gemonitord worden voor tekenen van nierfalen


Jicht behandeling

Gebeurt met NSAID's, colchicine of corticosteroiden intramusculair. Dieetadvies moeten worden gegeven over alcoholinname en calorie-intake. Bij ernstige problematiek kan allopurinol worden voorgeschreven, dat het serum urinezuur vermindert.

Pseudojicht

Depositie van calcium pyrofosfaat in de gewrichten. e aanvallen zijn zeer pijnlijk. Het komt vaker voor bij vrouwen en het tast meestal de pols of knie aan. De aanvallen knnen gepaard gaan met koorst en een verhoging van WBC. Apsiratie van het gewricht reduceert de pijn. Maar meestal NSAID's of colchicine. Intra-articulaire injectie van corticosteroïden kan helpen.

Sepische artritis

GEwricthen kunnen geïnfecteerd raken door een directe verwonding of via het bleod door een geïnfecteerde huidlaesie of een ander ontstoken gebied. Chronische ontdoken gewrichten zijn vatbaar voor een infectie dan normale gewrichten. De meest voorkomende veroorzaker is staphylococcus aureus. Kinderen: andere stafylococcen, streptococcen, neisseria, gonorrhoeae, Haemophilus influenza. Volwassenen: gelijke aan andere gram negatieve pathogenen.

Septische artritis klinische kenmerken

Verdenking hierop is een medisch noodgeval. Bij jonge en voorheen fitte mensen is het gewricht heet, rood, gezwollen en zeer pijnlijk en wordt het immobiel gehouden door spierspasmen. Bij oudere, immuungecomprimmiteerden en bij RA is het klinische beel minder dramatisch, daarom moet bij deze patiënte zeer nauwkeurig worden gekeken zodat een gemiste een goed te behandelen septische artritis niet kan zorgen voor destructie van gewricht of zelfs overlijden. Meerdere gewrichten kunnen zijn aangedaan (20%).

Septische artritis aanvullend onderzoek

- Aspiratie gewricht: vaak purulent vocht


- Bloedkweek is meestal positief


- Leukocytose is normaal, tenzij de patiënt immuungecomprommitteerd is


- Rontgenonderzoek heeft geen waarde bij de diagnose


- Huidwonduitstrijk, sputum, keel urine

Septische artritis behandeling

De behandeling moet onmiddellijk gestart worden bij de diagnose, omdat gewrichtbeschadiging optreedt binnen dagen. Het gewricht moet eerst worden geïmmobiliseerd en meteen daarna moet begonnen worden met fysiotherapie om stijfheid en spierzwakte te voorkomen. Intraveneuze antibiotica wordt meteen gegeven, op empirische basis (1-2weken). Als de resultaten an de week binnen zijn wordt 6 weken 2 soorten antibiotica gegeven, gevolgd door nog eens 5 weke 1 antibioticum oraal.


Klinische monitoring en BSE +CRP


Drainaige en arthorscopische wash-outs helpen tegen pijn.

Centrale tolerantie

Mechanismen: onrijpe T-lymfocyten die reageren met eigen lichaamsmateriaal ondergaan apopttose of rijpen uit tot regulatorie T-cellen. B-cellen kunnen na receptor editing alsnog tot een B-lymfocyt/plasmacel uitrijpen

Perifere tolerantie

Voorkomt dat atuoreactieve lymfocyten reageren op autoantigenen. Regulatoire T-cellen kunnen immuunresponsen op allerlei manieren remmen. Daarnaast berust een gedeelte van de immunologische tolerantie op het feit dat eventueel autoreactieve lymfocyten niet goed bij het (auto)antigeen kunnen komen, bijvoorbeeld in de hernsen. Een belangrijk mechanisme is aderige.

Anergie

Afwezigheid van reactie ontwikkelt zich bij lymfocyten wanneer zij reageren op autoantilichamen (signaal 1) maar het co-stimulatoire signaal (signaal 2) ontbreekt. Dit tweede signaal is essentieel voor de volledige activatie van een lymfocyt. Zonder dit tweede signaal zal de lymfocyt dus anerg worden wat uiteindelijk leidt tot apaptose. het handige is nu dat co-stimulatoire signalen die voor T-lymfocten afgegeven worden door de aangeboren afweer, pas ontdaan nadat de aangeboren afweer ook daadwerkelijk actief is.

Polyclonale activatie

(immunologisch tolerantie mechanisme). Berust op het feit dat sommige micro-organismen in staat zijn B-lymfocyten via croslinking van hun membraangebonden Ig zonder het co-stimulatoire signaal volledig te activeren

Activatie door superantigenen

(immunologisch tolerantie mechanisme). Superantigenen zijn antigenen die ook co-stimulatore signalen te wegeg kunnen bergen, maar dan zonder crosslinking.

Moleculaire gelijkenis (mimicry) van pathogene antigenen op autoantigenen

(immunologisch tolerantie mechanisme). hierdoor kunnen antigenen die afkomstig zijn van pathogenen zo erg lijken op autoangtigen dat er een kruisreactie ontstaat waarbij dus autoantigenen kunnen worden aangevallen