• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/137

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

137 Cards in this Set

  • Front
  • Back
H10 – INTERNE REGULATIE

H10.1 Temperatuur regulatie
Homeostatis en allostasis
- Homeostase: temperatuur regulatie en andere biologische processen die het lichaam in een bepaalde constantheid houden

- Set point: bepaalde constante waarde die het lichaam probeert te behouden

- Negatieve feedback: processen die verschillen van de set point verminderen, zoals zweten voor kou

- Allostasis: aanpasbaar gedrag waarin het lichaam de set point verandert in respons tot nieuwe levens- of omgevingsveranderingen, zoals zweten voor kou
- Homeostase:
temperatuur regulatie en andere biologische processen die het lichaam in een bepaalde constantheid houden
- Set point:
bepaalde constante waarde die het lichaam probeert te behouden. Daarvoor is bijv vet nodig, zuurstof water, Glucose etc etc.
- Negatieve feedback:
processen die verschillen van de set point verminderen, zoals zweten voor kou
- Allostasis:
aanpasbaar gedrag waarin het lichaam de set point verandert in respons tot nieuwe levens- of omgevingsveranderingen, zoals zweten voor kou
Wat is nodig voor het leven biologisch gezien?
Een gecoördineerde set chemische reacties.
Ons gedrag is georganiseerd de juiste chemicaliën in de juiste verhouding op de juiste plek te houden en met de juiste:
Temperatuur.
de setpoints van het lichaam veranderen van tijd tot tijd Bijvoorbeeld, veel dieren (waaronder de meeste mensen)
verhogen hun lichaamsvet in de herfst en verlagen in het voorjaar. uw lichaam onderhoudt een hogere temperatuur dan overdag s nachts, zelfs indien kamertemperatuur hetzelfde is.
deze dynamische veranderingen zijn te beschrijven als e set punten , onderzoekers gebruik maken van de term

allostasis (van het Griekse roots betekent "variabele" en
"Staande"), wat betekent dat de adaptieve wijze waarop het lichaam verandert de ingestelde punten, afhankelijk van de situatie (McEwen,
een groot deel van de controle is afhankelijk van
cellen in de hypothalamus.
Stop en Check

Wat is nu het verschil tussen :
Allostsis en Homeostasis
-Homeostasis is een groep van processen die een bepaalde lichaams variable continu houden.

-Allostasis is een aanpassing of die variabele door ze te verhogen of te verlagen gezien de omstandigheden. Bijv temperatuur ed.
Wat is nu heel belangrijk om in leven te blijven?
Je temperatuur regulatie.
Lichaams temperatuur controleren.Wat is basale metabolisme?
basale metabolisme

Het principe dat je 2 derde van je energie gebruikt om een constante lichaamstemperatuur te behouden terwijl je rust.
Er zijn twee manieren om om te gaan met de temperatuur. Welke?
-Poikilothermisch
De lichasams temperatuur past zich aan aan de omgeving. Ook wel 'koud bloedigen'.

-Homeothermisch
Het gebruik van psychologische mechanismen om een constante lichaamstemperatuur te behouden ondans veranderingen in de omgeving mbt de temperatuur.

Er wordt hitte gegenereerd op basis van de lichaams massa. Het straalt warme uit naar gelang de omgeving.

Ook wel warmbloedigen.
-Poikilothermisch
De lichasaams temperatuur past zich aan aan de omgeving. Ook wel 'koud bloedigen'.

Koudbloedig is misleidend, want Poikilothermische dieren zoeken een warme omgeving.
-Homeothermisch
Het gebruik van psychologische mechanismen om een constante lichaamstemperatuur te behouden ondans veranderingen in de omgeving mbt de temperatuur.

Er wordt hitte gegenereerd op basis van de lichaams massa. Het straalt warme uit naar gelang de omgeving.

Ook wel warmbloedigen.
Homeothermische dieren gebruiken en fisiologische als gedrags mechanismen om hun temperatuur te behouden
Als de lucht warmer is dan het lichaam dan
lik je
zweet je
drink je water

Kan dat niet krijg je problemen
Manieren om de lichaamstemperatuur te verhogen:
Fysiologisch:
-door te Rillen.
-door Minder bloedtoevoer naar de huid.

Gedragsmatig:
-Minder kleren aan.
-Minder actief zijn
-Als het koud is 'op elkaar kruipen'. Dat doen eenden en puinquins.
Hoe overleven sommige dieren -40?
Wij kunnen dat niet. ons bloed zou bevriezen en ijs zet uit....
Sommige insecten voegen glycerol toe aan het bloed. 'Anti vries'.
Kikkers halen zoveel mogelijk bloed uit hun organen.

En wij?
Wij overleven waarschijnlijk niet. Alle bloedvaten gaan kapot en de cel membranen ook. Dat repareren? Nee.
Waarom is die temperatuur zo belangrijk?:
Dat heeft te maken met spieren en proteine.

Fast twitch muscle fibers hebben een hogere temperatuur nodig om te functioneren. Daarom eten we voor een groot deel om ook met kud weer te kunnen bewegen.

Waarom dan niet een hogere temperatuur?
Omdat dat niet goed is voor de proteinen.
Die beginnen hun connecties te verleizen boven 40/41 graden en verliezen daardoor hun eigenschappen.

Het is dus een consessie tussen spieren en proteine.

Te heet is niet ok. Sperma wordt bijv ook niet gezond meer als het te warm is. Denk aan een strakke broek. Ook in bad gaan door een zwangere vrouw wordt afgeraden.
Stop & Check

2. Wat is het belangrijkste voordeel van een constante
hoge lichaamstemperatuur?

3. Waarom zijn we geevoluerd tot een temperatuur van 37 ° C (98 ° F) in plaats van een andere temperatuur?
2. Het belangrijkste voordeel van een constante hoge lichaamstemperatuur houdt in dat het dier klaar staat voor snelle, langdurige spieractiviteit zelfs wanneer de lucht koud is.

3. Dieren hebben er baad bij zo warm mogelijk te zijn om zo snel mogelijk te zijn. Hoe dan ook proteïnen
verliezen hun stabiliteit bij temperaturen ver boven 37 ° C (98 ° F).
Brein mechanismen.

De fysiologische veranderingen die de temperatuur regelen (zoals zweten, rillen ed) hangen samen met een gedeelte in de hersenen en zijn gebieden in en rond de hypothalamus.
Speciaal bij:
De Preoptic Area/Anterior Hypothalamus of POA/AH

Een gebied bij de optische chiasm waar het gebied de naam aan te denken heeft
Belangrijke onderdelen van de hypothalamus en de hypofyse
Belangrijke onderdelen van de hypothalamus en de hypofyse
Als in een experiment de POA/AH (Preoptic Area/Anterior Hypothalamus) gestimuleerd wordt, gaat het dier in een bijv koude omgeving zweten, inj een warme rillen.
Als in een experiment de POA/AH (Preoptic Area/Anterior Hypothalamus) gestimuleerd wordt, gaat het dier in een bijv koude omgeving zweten, inj een warme rillen.
Waarop reageert een dier allemaal:
-Door de POA/AOP te stimuleren.
-Door de lever te stimuleren
-Als Cellen van de POA/OA imput ontvangen van de huid en ruggengraat
Stop en Check.

4. Welk bewijs is er dat POA/OA de temperatuur van het lichaam reguleert?

5. Hoe kan een dier de temperatuur van het lichaam reguleren na een beschadigde POA/OA?
4. Directe koeling of verwarming van de POA/OA leid tot rillen of zweten. Schade beïnvloed ook fysiologische controle van de temperatuur.

5. Het gereguleerd temperatuur door gedrag, zoals een warme of koelere plek zoeken.
Koorts is geen deel van een ziekte, het is een deel van:
Het afweermechanisme van het lichaam
Koorts mobiliseert leukocyten (witte bloedcellen) om bacterien aan te vallen. Leukocyten laten kleine proteïnen vrij:
Leukocyten laten kleine proteïnen vrij:

-Cytokines.
Dat zijn de soldaten om die virussen en bacteriën aan te vallen.
-Cytokines, de soldaten die virussen en bacteriën aanvallen, stimuleren ook de nervus vagus. Die zend een signaal naar de hypothalamus om meer chemicaliën los te laten.

Hoe worden die chemicaliën genoemd?
Prostaglandins

Die zend een signaal naar de hypothalamus om meer chemicaliën los te laten die Prostaglandins heten.

Stimulatie van een soort Prostaglandin receptor in een nucleus van de hypothalamus is nodig voor koorts.
Wat is koorts?
Waarom is het nuttig?
-Koorts is een verhoogt instelpunt voor lichaamstemperatuur.
-Je hebt koorts nodig om je temperatuur constant te houden.
Stel dat je geen Prostaglandin receptoren zou hebben, wat zouden dan de gevolgen zijn?
Je zou geen koorts hebben als je ziek bent.
Koorts vertegenwoordigd een verhoogd set point (instelpunt) voor je lichaamstemperatuur net als dat je zweet of rilt als je het koud of warm hebt.

Stel dat je naar een koelere kamer gaat als je ziek bent, wat gebeurd er dan?
Dan gaat je lichaam nog harder werken om je lichaam op temperatuur te houden.
Wat is het verschil hoe dieren met warmte of koude omgaan te aanzien van mensen?
Mensen krijge bijv koorts, dieren gaan op zoek naar een andere plek. Ze vertalen koorts dus door het gedrag aan te passen.
Wat zijn goede dingen aan koorts?
-Koorts zorgt er voor dat bepaalde soorten bacteriën minder krachtig groeien bij hoge temperaturen dan bij normale lichaamstemperatuur.

-Koorts verhoogt ook de activiteit van het immuunsysteem.

-Bij een matige koorts helpt het het individu een bacteriële infectie te overleven
Stop en Check:

Welk bewijs is er dat koorts een adaptie is om tegen ziekte te vechten?
Het lichaam zweet of rilt om de lichaamstemperatuur te behouden.

Ook vissen en amphibieen met infecties gebruiken gedrag om de temperatuur te verhogen tot het gewenste resultaat.

Daarnaast, een milde koorts gaat bacterievorming tegen en de kans op overleven wordt versterkt.
10.2 dorst

Het lichaam bestaat ui hoeveel procent water?
70%
Waarom moet water goed geregeld zijn in het lichaam?
Omdat de concentratie van chemicaliën in water de snelheid van chemische reacties in het lichaam bepaalt, moet het water in het lichaam en de functie goed geregeld zijn.
Mechanismen van Water Regulatie.

De strategie van het gebruik van water verschilt van:
Soort tot soort.
Ook ensen passen hun strategie van watergebruik door de omstandigheden (omgeving aan).

Hoe doe je dat?
Als je bijv. geen water kan vinden dan:

-Houd je water vast en wordt urine puurder.
-Ga je minder zweten.
-Ook wordt er door de posterior hypofyse een hormoon vasopressine aangemaakt.
vasopressine

vasopressine wordt door de posteriore hypofyse aangemaakt, wat doet het?
Het verhoogt de bloeddruk door het vernauwen van de bloedvaten.
(de term vasopressine komt uit vasculaire druk.) De
verhoogde druk compenseert het verminderde volume.
vasopressine of (Vasopressin) is ook wel bekent als het hormoon:
Vasopressine is ook bekend als het antidiuretisch hormoon (ADH).


omdat het de nieren mogelijk maakt water uit urine te halen en daarom de urine sterker geconcentreerd te maken.

(Diurese betekent "Plassen.")
Stop en check.

7. Als je vasopressine miste , zou je dan drinken als een bever of als een woestijnrat? Waarom?
7. Als je vasopressine miste, zou je meer moeten drinken als een bever. Je zou veel vocht uitscheiden, dus zou je meer moeten drinken om een gelijke hoeveelheid water te krijgen.
Osmotische dorst.

We onderscheiden twee soorten dorst. Welke en wat is het?
-osmotische dorst
-hypovolemische dorst

We onderscheiden twee soorten van de dorst. Het eten van zoute voedingsmiddelen oorzaakt osmotische dorst, en het verliezen van vocht zoals bloeden of zweten, induceert hypovolemische dorst.
Osmotische druk

De gecombineerde concentratie van alle stoffen in een lichaam van een zoogdier blijft nagenoeg constant.

(niveau van 0,15 M (molair)). (Molariteit is een maat voor de aantal deeltjes per eenheid oplossing, ongeacht de grootte van elk deeltje. Een 1,0 M oplossing van suiker en een 1,0 M oplossing van natriumchloride heeft hetzelfde aantal moleculen per liter.)
Deze vaste concentratie van opgeloste stoffen kan worden beschouwd als een setpunt, vergelijkbaar met de ingestelde waarde voor de temperatuur. Elke afwijking activeert mechanismen die de concentratie van opgeloste stoffen te herstellen naar de instelwaarde.
De opgeloste stoffen binnen en buiten een cel te produceren osmotische druk, de neiging van water om over een semipermeabele membraan stromen uit het gebied van lage concentratie opgeloste stof op het gebied van hogere concentratie.
Een semi-permeabel is een membraan waardoor water kan passeren, maar opgeloste stoffen niet.

Het membraan ligt rond een cel en is bijna een semipermeabele membraan omdat water bijna vrij stroomt en verschillende opgeloste stoffen langzaam of helemaal niet tussen:

het intracellulaire vocht in de cel en de extracellulaire vloeistof naar buiten de cel.
Osmotische druk ontstaat wanneer opgeloste stoffen meer geconcentreerd aan een zijde van het membraan zijn dan aan de andere.
Als je iets zouts eet, worden natrium-ionen verspreid via
het bloed en de extracellulaire vloeistof maar niet over de
membranen in cellen. Het resultaat is een hogere concentratie van zouten in de cel dan er buiten
Het resultaat is:
Het resultaat is een hogere concentratie van zouten in de cel dan er buiten
Het resultaat is een hogere concentratie van zouten in de cel dan er buiten
Het gevolg van een verschil in osmotische druk:
Het gevolg van een verschil in osmotische druk:
(a) Een opgeloste stof zoals NaCl is meer geconcentreerd buiten de cel dan binnen. 

(b) water stroomt door osmose uit de cel totdat de
concentratie gelijk is. Neuronen in bepaalde hersengebieden detecteren de eigen uitdroging en triggert dorst.
(a) Een opgeloste stof zoals NaCl is meer geconcentreerd buiten de cel dan binnen.

(b) water stroomt door osmose uit de cel totdat de
concentratie gelijk is. Neuronen in bepaalde hersengebieden detecteren de eigen uitdroging en triggert dorst.
Sommige neuronen detecteren hun eigen dorst en triggeren een bepaalt soort dorst:
Osmotic thirst

Osmotic thirst help de normale staat te herstellen.
Hoe detecteerd het brein osmotic thirst?
Door receptoren rond het derde ventrikel
Door receptoren rond het derde ventrikel
De gebieden die belangrijk zijn voor het detecteren van Osmotische druk en het zout gehalte in het bloed includeren ook de:
OVLT (Organum Vasculum Laminae Terminals)
En de SFO (Subfornical Organ)
OVLT (Organum Vasculum Laminae Terminals)
En de SFO (Subfornical Organ)
Figuur 10.7 

De hersen receptoren voor osmotische druk en
bloedvolume. Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar geen bloed-hersenbarrière voorkomt dat bloed chemicaliën overdraagt aan de toegang tot de hersenen
Figuur 10.7

De hersen receptoren voor osmotische druk en
bloedvolume. Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar geen bloed-hersenbarrière voorkomt dat bloed chemicaliën overdraagt aan de toegang tot de hersenen
Figuur 10.7 

De hersen receptoren voor osmotische druk en
bloedvolume. Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar geen bloed-hersenbarrière voorkomt dat bloed chemicaliën overdraagt aan de toegang tot de hersenen
Figuur 10.7

De hersen receptoren voor osmotische druk en
bloedvolume. Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar geen bloed-hersenbarrière voorkomt dat bloed chemicaliën overdraagt aan de toegang tot de hersenen
Receptoren in de OVLT, het subfornicaal orgaan, de maag,
en elders geven hun informatie aan verschillende delen van
de hypothalamus, waaronder de nucleus en supraoptische
paraventriculaire nucleus (PVN), die de snelheid regelen waarop de hypofyse vasopressine afgeeft.

Inclusief de Supraopatic nucleus en de paraventricular nucleus (PVN) die de hoeveelheid vasopressin die uitgestoten wordt door de posterior pituitaty bepalen.

Receptoren geven ook informatie naar de Lateral treoptic area en omliggende delen van de hypothalamus die drinken controleren
Receptoren in de OVLT, het subfornicaal orgaan, de maag,
en elders geven hun informatie aan verschillende delen van
de hypothalamus, waaronder de nucleus en supraoptische
paraventriculaire nucleus (PVN), die de snelheid regelen waarop de hypofyse vasopressine afgeeft.

Inclusief de Supraopatic nucleus en de paraventricular nucleus (PVN) die de hoeveelheid vasopressin die uitgestoten wordt door de posterior pituitaty bepalen.

Receptoren geven ook informatie naar de Lateral treoptic area en omliggende delen van de hypothalamus die drinken controleren
Het water wat je drinkt moet worden opgevangen door
het spijsverteringsstelsel en wordt door het bloed naar je hersenen gepomt. dat duurt 15 minuten of zo, en als je zo lang zou drinken, zou je meer drinken dan je nodig hebt. Het lichaam monitort je lichaam door:
slikken en detecteert de uitzetting van de maag en het bovenste deel van de dunne darm.

Deze berichten, berichten dat je niet meer water nodig hebt.
Stop en check 8.

8. Zou het toevoegen van zout aan extracellulaire vloeistoffen in het lichaam dorst doen toenemen of osmotische dorst verlagen ?


Zou het toevoegen van zout aan de extracellulaire vloeistoffen zou toenemen osmotische
dorst omdat het water trekken van de cellen in de extracellulaire
ruimten.
8. Het toevoegen van zout aan de extracellulaire vloeistoffen zou osmotische dorst doen toenemen omdat het water van de cellen in de extracellulaire ruimten trekt.
8. Het toevoegen van zout aan de extracellulaire vloeistoffen zou osmotische dorst doen toenemen omdat het water van de cellen in de extracellulaire ruimten trekt.
Osmotische dorst

- Osmotische druk:
- OVLT en subfornical organ (SFO):
- (PVN):
- laterale preoptic area:
Osmotische dorst

- Osmotische druk: neiging van water om van een lage concentratie tussen de membraan naar een hoge concentratie te vloeien, door zout eten, waardoor osmotische druk water uit de cel haalt naar de buitenkant, de neuronen detecteren hun waterverlies en zorgen voor osmotische dorst

- OVLT en subfornical organ (SFO): detecteren osmotische druk en de zoutgehalte in het bloed, die sturen deze info naar de supraoptic nucleus en paraventricular nucleus

- (PVN): besturen de hoeveelheid vasopressine afgifte van de pijnappelklier, en naar de laterale preoptic area:

- laterale preoptic area: monitoort hoe vaak je slikt bij het drinken van water, zodat je lichaam weet wanneer je genoeg gedronken hebt
Osmotische dorst

- Osmotische druk:
neiging van water om van een lage concentratie tussen de membraan naar een hoge concentratie te vloeien, door zout eten, waardoor osmotische druk water uit de cel haalt naar de buitenkant, de neuronen detecteren hun waterverlies en zorgen voor osmotische dorst
- OVLT en subfornical organ (SFO):
detecteren osmotische druk en de zoutgehalte in het bloed, die sturen deze info naar de supraoptic nucleus en paraventricular nucleus
- (PVN):
besturen de hoeveelheid vasopressine afgifte van de pijnappelklier, en naar de laterale preoptic area:
- laterale preoptic area:
monitoort hoe vaak je slikt bij het drinken van water, zodat je lichaam weet wanneer je genoeg gedronken hebt
Hypovolemische dorst en zout-specifieke honger

- Angiotensin II:
vernauwd bloedaders en compenseert zo voor de verlaagde bloeddruk door bijvoorbeeld diaree
- Hypovolemische dorst: al orgaan zijn hier betrokken, net als angiotensin II
dorst gebaseerde op een laag volume van water, zout, om lichaamsvocht te herstellen
- Sodium-specifieke honger:
bij hypovolemische dorst wil je eerder zout-water, want water is niet genoeg om de osmotische druk te verlagen
- Aldosteron:
hormoon dat zout gaat behouden uit je zweet bijvoorbeeld, als je te weinig zoutgehalte hebt
- Renine:
zet angiotensin om in angiotensin I en II en induceert aldosteron afscheiding
- Angiotensin II en aldosteron veranderen:
de eigenschappen van neuronen in het smaak systeem zodat je meer zout gaat eten
Osmotische dorst:
hoge solute concentratie buiten de cel zorgt voor water verlies in de cel, dit kun je tegengaan door meer water te drinken, OLVT receptoren hebben hiermee te maken, vasopresine is hier de hormoon

Hypovolemische dorst: door lage bloed volume, tegengaan door meer soluten te eten/drinken, receptoren die bloeddruk checken en de subfornic
Hypovolemische dorst:
door lage bloed volume, tegengaan door meer soluten te eten/drinken, receptoren die bloeddruk checken en de subfornical orgaan zijn hier betrokken, net als angiotensin II
Receptoren in de hersenen voor osmotische druk en bloedvolume

Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar de bloed-hersenbarrière niet voorkomtdat chemicaliën overdedragen worden tot
de toegang tot de hersenen.
Receptoren in de hersenen voor osmotische druk en bloedvolume

Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar de bloed-hersenbarrière niet voorkomtdat chemicaliën overdedragen worden tot
de toegang tot de hersenen.
Receptoren in de hersenen voor osmotische druk en bloedvolume

Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar de bloed-hersenbarrière niet voorkomtdat chemicaliën overdedragen worden tot
de toegang tot de hersenen.
Receptoren in de hersenen voor osmotische druk en bloedvolume

Deze neuronen liggen in gebieden rond de derde ventrikel van de hersenen, waar de bloed-hersenbarrière niet voorkomtdat chemicaliën overdedragen worden tot
de toegang tot de hersenen.
Hypovolemische Dorst en Natrium-specifieke Hunger


Als je veel lichaamsvocht verliest door bloedingen oid, en je hart kan het pompen van bloed naar het hoofd niet goed bij kan houden en daardoor moeite heeft van voedingsstoffen te voorzien, zal je lichaam reageren door hormonen aan te maken die de bloedvaten vernauwen.

Dat zijn:
vasopressine en angiotensine II.
Dat gebeurd omdat de nieren een enzyme renin aanmaken. Die renin geeft vervolgens weer het proteine angiotensinogen af om vervolgens om te vormen in angiotensin I. Deze angiotensin I zet andere enzymen weer om tot Angiotensin II.
Net als vasopressin vernauwd Angiotensin II de bloedvaten om de bloeddruk te compenseren.

Angiotensin II triggert ook dorst in reactie op de receptoren die de bloeddruk detecteren.
Angiotensin II is een ander soort dorst dan osmotische dorst omdat:
Je naast water, ook je zout gehalte moet herstellen.
Dorst veroorzaakt door Angiotensin II waarbij je naast vocht ook je zoutgehalte moet herstellen wordt hoe genoemd?
Hypovolemic Thirst.

Dit betekend: dorst gebaseerd op een laag volume.
Hormonal response to hypovolemia
Hormonal response to hypovolemia
Vergelijking van Osmotische en Hypovolemische Dorst
Vergelijking van Osmotische en Hypovolemische Dorst
Noem de 2 soorten dorst en de verschillen:
Osmotische en Hypovolemische Dorst.

-Osmotische Dorst
Stimulus: Hoog zoutgehalte buiten cellen veroorzaakt verlies vocht in cellen
Best opgelost door: Water drinken
Lokatie receptoren: OVLT, een hersengebied grenzend aan de derde ventrikel
Hormoon invloeden: vasopressine afscheiding om water te concerveren.

-Hypovolemische Dorst.
Stimulus: Weinig bloed
Best opgelost door: Water wat zout bevat
Lokatie receptoren: Receptoren die de bloeddruk meten. 2. Subfornicaal orgaan, een hersengebied naast de derde ventrikel
Hormoon invloeden: verhoogd door angiotensin II
- Angiotensin II:
vernauwd bloedaders en compenseert zo voor de verlaagde bloeddruk door bijvoorbeeld diaree
- Hypovolemische dorst:
dorst gebaseerde op een laag volume van water, zout, om lichaamsvocht te herstellen
- Sodium-specifieke honger:
bij hypovolemische dorst wil je eerder zout-water, want water is niet genoeg om de osmotische druk te verlagen
- Aldosteron:
hormoon dat zout gaat behouden uit je zweet bijvoorbeeld, als je te weinig zoutgehalte hebt
- Renine:
zet angiotensin om in angiotensin I en II en induceert aldosteron afscheiding
zet angiotensin om in angiotensin I en II en induceert aldosteron afscheiding
- Angiotensin II en aldosteron veranderen de eigenschappen van neuronen in het smaak systeem zodat je:
meer zout gaat eten
Osmotische dorst:
hoge solute concentratie buiten de cel zorgt voor water verlies in de cel, dit kun je tegengaan door meer water te drinken, OLVT receptoren hebben hiermee te maken, vasopresine is hier de hormoon.
Hypovolemische dorst:
door lage bloed volume, tegengaan door meer soluten te eten/drinken, receptoren die bloeddruk checken en de subfornical orgaan zijn hier betrokken, net als angiotensin II
Honger.

Beren eten zoveel mogelijk.
Vogels zoveel ze nodig hebben.
Mensen weer anders...
Hoeveel je eet, wat en hoe is belangrijk. We gebruiken veel aangeleerde mechanismen en niet aangeleerde mechanismen in dat proces.
Het doel van het dygistieve systeem is:
Voedsel afbreken in kleinere moleculen zodat ze gebruikt kunnen worden door cellen.
Hoe het spijsverteringsstelsel Invloed heeft op het eetpatroon.

Spijsvertering begint in de mond, waar
enzymen in het speeksel koolhydraten afbreken. doorgeslikt voedsel reist van de slokdarm naar de maag, waar het zich 
mengt met  zoutzuur en enzyme
Hoe het spijsverteringsstelsel Invloed heeft op het eetpatroon.

Spijsvertering begint in de mond, waar
enzymen in het speeksel koolhydraten afbreken. doorgeslikt voedsel reist van de slokdarm naar de maag, waar het zich
mengt met zoutzuur en enzymen die eiwitten verteren .
De maag slaat voedsel voor een tijd op, en dan wordt een ronde sluitspier geopend op het einde van de maag om voedsel vrij te laten aan de dunne darm.
De dunne darm heeft enzymen voor de vertering van eiwitten, vetten, en koolhydraten. Het is ook de plaats voor het absorberen gedigereerd materiaal naar de bloedbaan. 

Het bloed vervoert deze chemische stoffen aan lichaamscellen die ze ofwel gebruiken
De dunne darm heeft enzymen voor de vertering van eiwitten, vetten, en koolhydraten. Het is ook de plaats voor het absorberen gedigereerd materiaal naar de bloedbaan.

Het bloed vervoert deze chemische stoffen aan lichaamscellen die ze ofwel gebruiken of opslaan voor later
gebruik. De dikke darm absorbeert water en mineralen en smeert de resterende materialen te geven als poep.
Enzymen en consumptie van zuivelproducten

- Lactase:
nodig om lactose te metabolizeren
- Hoge lactose tolerantie in Scandinavië en drinken veel melk, lage lactose intolerantie in India/Azië.
Aziaten hebben geen gen om lactose te metaboliseren.
Ze eten kaas ed maar krijgen krampen in de maak of last van winderigheid.
Stop & check 10

10. Wat genetische verschil is zeer belangrijk voor varianten in voorkeur mbt het consumeren van melk op volwassen leeftijd?
10. Waarschijnlijk hangt het drinken van melk op volwassen leeftijd grotendeels af van een gen dat het vermogen regelt lactose te verteren, de belangrijkste suiker melk.
Carnivoor
Vleeseter
Herbivoor
Plant eters
Omnivoor
Plant en Vlees eters
Soorten eters:
Herbivoor: Planteter
Carnivoor: Vleeseter
Omniveer: vlees en planteters
Voorkeur voor voedsel is ook:
Cultureel aangeleerd
Waarom heb je een voorkeur voor zoet eten?
Het meeste bittere is giftig
Welke rol speelt smaak mbt tot eten?
Eten wat je kent, de smaak is veilig.
Je leert als je iets nieuws probeert of het veilig is of niet (omdat je bijv ziek wordt).

Dit heet:
Geconditioneerde smaak aversie.
conditioned taste aversion
Eerst ga je alleen zoette dingen eten, bekend voedsel eten en tot slot als je ziek wordt ergens van gaan je hersenen het de schuld geven aan het voedsel waardoor het de volgende keer viezer smaakt; genaamd conditioned taste aversion
Je eet niet alleen omdat het je honger stilt, je vindt het ook lekker om te eten om te eten.
In sham-feeding experimenten kregen dieren te eten zonder te proeven. Ze bleven eten, zonder verzadigd te zijn.

Smaak en andere mond ervaringen zijn bijdragen aan verzadiging m.b.t. eten, maar niet genoeg.
Stop en Check 10:

Wat is het bewijs dat de smaak niet toereikend voor verzadiging?
Wanneer dieren sham-feed (en het eten lekt uit hun spijsverteringsstelsel systeem), kauwen ze en proeven ze van hun voedsel, maar worden niet verzadigd.
De maag stuurt een signaal naar de hersenen dat er genoeg is gegeten om een maaltijd te beëindigen. Hoe doet ie dat?
De maag brengt verzadigings- berichten naar de hersenen via de nervus vagus en de splanchnische zenuwen.

De Vagus nerve (craniale zenuw X) transporteert informatie over het uitrekken van de maagmuren, die een belangrijke basis voor verzadiging vormen

De splanchnische (SPLANK-nik) zenuwen brengen informatie over de voedingsstoffen inhoud van de maag over.
De maag brengt verzadigings- berichten naar de hersenen via de nervus vagus en de splanchnische zenuwen.

De Vagus nerve (craniale zenuw X) transporteert informatie over het uitrekken van de maagmuren, die een belangrijke basis voor verzadiging vormen

De splanchnische (SPLANK-nik) zenuwen brengen informatie over de voedingsstoffen inhoud van de maag over.

Maar wat gebeurd er als iemands maag verwijderd is?
Mensen die last hebben gehad van hun maag operatief verwijderd (door maagkanker of andere ziekte) rapporteren nog steeds verzadiging, zodat de maag buik kan niet nodig zijn voor de verzadiging.

Later vonden de onderzoekers dat de maaltijden eindigen na einde na uitzetting van de maag of het duodenum.

De twaalfvingerige darm (Dyou-oh-DEE-num-of
dyuh-ODD-EHN-uhm) is het deel van de dunne darm grenzend aan de maag. Het is het eerste spijsvertering gedeelte die een significante hoeveelheid voedingsstoffen absorbeert.
Stop en Check 12.

Wat is het bewijs dat de maag buikwand toereikend is voor
verzadiging?
Als een maagband is verbonden met het knooppunt tussen de maag en twaalfvingerige darm, zodat voedsel de maag niet kan verlaten bij een dier, is het dier verzadigd wanneer de maag vol is.
Als een maagband is verbonden met het knooppunt tussen de maag en twaalfvingerige darm, zodat voedsel de maag niet kan verlaten bij een dier, is het dier verzadigd wanneer de maag vol is.
Voedsel in de duo denum (twaalfvingerige darm) laat het hormoon Cholecystokinin (CCK) vrij, wat de maaltijd beperkt op twee manieren:
Eerste CCK (Cholecystokinin)
sluit de kringspier tussen de maag en de twaalfvingerige darm, waardoor de maag sneller gevuld is dan normaal.

Tweede CCK (Cholecystokinin)) stimuleert de nervus vagus, waarbij een bericht gestuurd wordt naar de hypothalamus, die cellen activeert om een neurotransmitter vrij te laten, een kortere versie van het CCK molecuul zelf. Je 'voelt je vol'.

Dat proces is zoiets als het verzenden van een fax: De CCK in de darmen kan de bloed-hersenbarrière niet door, maar stimuleert cellen om iets los te laten wat er op lijkt.

CCK produceert een korte termijn effect. Het beperkt de grootte van de maaltijd, maar het volgende maal zal overgecompenseerd worden.

Voor afvallen is dit principe dan ook ongeschikt.
Stop en Check 13.

Wat zijn twee mechanismen waarop CCK verzadiging verhoogt?
1.
Wanneer het duodenum (twaalfvingerige darm) is opgezwollen, komt er CCK (het hormoon Cholecystokinin) vrij, die sluit de kringspier tussen de maag en de twaalfvingerige darm.
Daarom verhoogt CCK de snelheid waarmee de maag uitzet. En resulteert in een 'vol' gevoel.

2.
Ook activeren de darmen bepaalde cellen in de hypothalamus om CCK los te laten als een neurotransmitter. Eenmaal op haar receptoren onderdrukt het honger gevoelens.
5. Welke 2 mechanismen zet CCK (cholecystokinine) aan tot verhoging van de verzadiging?
1. CKK sluit de pylorus, waardoor de maag eerder vol is.
2. Neurale signalen vanuit de ingewanden zetten de hippocampus aan tot release van CCK als neuromodulator.
6. Waarom eten mensen met een laag insuline niveau zoveel?

En waarom eten mensen met een hoog insulineniveau zoveel?
Laag niveau (diabetes) kunnen geen glucose de cel binnenbrengen en hebben daarom constant honger. Zij verliezen veel voedingstoffen in urine en feaces.

Hoog niveau: zetten veel glucose om in vet en glycogeen, dus kort na de maaltijd zakt de bloedsuiker spiegel al.
Leptin

Wat doet Leptin?
Leptin signaleert voor het brein de lichaamsvet reservers. Het is een langetermijn idicator of maatijden te veel of te weinig zijn.
Je zou denken dat Leptin zou helpen bij mensen met overgewicht, maar dat is niet zo.

Waarom?
Hoe meer vet je hebt, hoe meer Leptin.

Lage waarden van Leptin verhogen de honger, maar verlagen niet per se de honger als je meer hebt.

De ene is ook meer gevoelig voor Leptin dan anderen.
16. Stop en Check.

Waarom zijn Leptin injecties minder helfull bij m,ensen met overgewicht dan muizen met een obese gen?
Bijna alle mensen produceren Leptin in verhouding tot hun lichaamsvet. Ze zijn er ongevoelig voor.
Hersen mechanismen.

Alle informatie mbt eten wordt uiteindelijk verdeeld over:
twee soorten cellen in de nucleus arcuatus van de hypothalamus, die wordt beschouwd als het "master gebied" voor de controle van de eetlust.
De nucleus arcuatus van de hypothalamus heeft een set van neuronen die:
1. gevoelig zijn voor honger signalen en
2. een tweede reeks gevoelig verzadiging signalen.
Hersenmechanismen van verzadiging en honger

Arcuate nucleus en paraventriculare hypothalamus

- Acruate nucleus:
bevat neuronen die hongersignalen en verzadigingssignalen afgeven
- Ghrelin:
zorgt voor maagcontracties als je maag leeg is, en werkt als een van die hongersignalen
- PVN:
inhibeert de laterale hypothalamus (belangrijk voor eten), dus belangrijk voor verzadiging, schade hieraan zorgt ervoor dat je meer gaat eten, omdat je je niet verzadigt voelt
- CCK, insuline, glucose en leptin zijn:
verzadigingshormonen. Ghreline is een hormoon voor honger
- Melanocortin:
verzadigingssignaal door gelimiteerde voedselinname, van de arcuate nucleus en PVN
- Neuropeptide Y:
honger sensitieve neuronen zijn inhibitoire GABA, neuropeptide Y en AgRP; activiteit in deze inhibitoire transmitters zorgen voor het blokkeren van verzadiging waardoor je gaat overeten.
Stop en Check:

17. Noem drie hormonen die verzadiging doen stijgen en een die de honger verhoogt .

18. welke neuropeptide van de arcuate nuleus naar de paraventriculaire nucleus is het meest belangrijk voor verzadiging?
17. Insuline, CCK, en leptine verhogen verzadiging.
ghreline doet honger toenemen.

18. melanocortine (of een-melanocyte stimulerend hormoon)
De laterale Hypothalamus.De l;aterale hypothalamus draagt bij aan eten op diverse manieren:
■ Axons from the lateral hypothalamus to the NTS (nucleus of the tractus solitarius), part of the taste pathway, alter the taste sensation and the salivation response to the tastes. In
short, when the lateral hypothalamus detects hunger, it sends messages to make the food taste better.

■ Axons from the lateral hypothalamus extend into several parts of the cerebral cortex, facilitating ingestion and swallowing and causing cortical cells to increase their response to the taste, smell, or sight of food (Critchley & Rolls, 1996).

■ The lateral hypothalamus increases the pituitary gland’s secretion of hormones that increase insulin secretion.

■ The lateral hypothalamus sends axons to the spinal cord, controlling autonomic responses such as digestive secretions (van den Pol, 1999). An animal with damage to the lateral hypothalamus has trouble digesting its foods.

NL
■ Axonen van de laterale hypothalamus het NTS (kern van de tractus solitarius) van de smaak route, veranderen de smaaksensatie en speekselvloed reactie op de smaak. Kortom, wanneer de laterale hypothalamus honger detecteert, stuurt berichten om de smaak van het eten beter te ervaren.

■ Axonen van de laterale hypothalamus uit te breiden naar verschillende delen van de hersenschors, het vergemakkelijken van inname en slikken en het veroorzaken van corticale cellen om hun reactie op de smaak, geur, en het zicht van voedsel (Critchley & Rolls, 1996) te verhogen.

■ De laterale hypothalamus verhoogt de hypofyse secretie van hormonen die de insulinesecretie verhogen.

■ De laterale hypothalamus stuurt axonen naar het ruggenmerg, regelen autonome reacties zoals verteringsstelsel (van den Pol, 1999). Een dier met schade aan de laterale hypothalamus heeft moeite het verteren van het voedsel.
Stop en check 19.

Op welke manier stimuleert de laterale hypothalamus eten?
19. Activiteit van de laterale hypothalamus verbetert de smaak, verbetert corticale reacties op voedsel, en verhoogt afscheiding van insuline en spijsverteringssappen.
Mediaal Gebieden van de Hypothalamus

Ventral Hypothalamus.

Neurowetenschappers weten al sinds de jaren 1940 dat een groot laesie gecentreerd op de ventromediale hypothalamus (VMH) leidt tot:
overeten en gewichtstoename
Hoewel deze symptomen is bekend zijn als het ventromediale
hypothalamus syndroom, hoeft schade beperkt tot de ventromediale hypothalamus niet te leiden tot consequent te over eten of verhoging van lichaamsgewicht.

Hoezo?
Voor een groot effect moet de laesie zich uit breiden
buiten de ventromediale kern naar nabijgelegen axonen vooral de ventrale noradrenerge bundel.
Effects of Lesions in Certain Hypothalamic Areas

Hypothalamic Area & Effect of Lesion

Preoptic area 
Deficit in physiological mechanisms of temperature regulation

Lateral preoptic area 
Deficit in osmotic thirst due partly to damage to cells an
Effects of Lesions in Certain Hypothalamic Areas

Hypothalamic Area & Effect of Lesion

Preoptic area
Deficit in physiological mechanisms of temperature regulation

Lateral preoptic area
Deficit in osmotic thirst due partly to damage to cells and partly to interruption of passing axons

Lateral hypothalamus
Undereating, weight loss, low insulin level (because of damage to cell bodies); underarousal, underresponsiveness (because of damage to passing axons)

Ventromedial hypothalamus
Increased meal frequency, weight gain, high insulin level

Paraventricular nucleus
Increased meal size, especially increased carbohydrate intake during the fi rst meal of the active period of the day
Effects of Lesions in Certain Hypothalamic Areas

Hypothalamic Area & Effect of Lesion

Preoptic area
Deficit in physiological mechanisms of temperature regulation

Lateral preoptic area
Deficit in osmotic thirst due partly to damage to cells and partly to interruption of passing axons

Lateral hypothalamus
Undereating, weight loss, low insulin level (because of damage to cell bodies); underarousal, underresponsiveness (because of damage to passing axons)

Ventromedial hypothalamus
Increased meal frequency, weight gain, high insulin level

Paraventricular nucleus
Increased meal size, especially increased carbohydrate intake during the fi rst meal of the active period of the day
20 Stop & check

Op welke manier wordt eten verhoogd na schade aan en rond de ventromediale hypothalamus?

En na schade aan de paraventrale Nucleus?
Dieren met schade aan de ventromediale hypothalamus eten meer frequent maaltijden.

Dieren met schade aan de paraventriculaire
kern van de hypothalamus eten grotere maaltijden.
Eet stoornissen.

Eetstoornissen
Obesitas
Bolimia
Anorexia
Mensen met obesitas zijn niet per se depressief er is nog een component:
Het Genetische component.
Het gen wat hiervoor verantwoordelijk is, is:
Melanocortin
Syndromale Obesitas is:
Het resultaat van een medische conditie of syndroom.
De meeste gevallen van obesitas komen door:
Een gecombineerd aantal invloeden van vele genen en omgevingsfactoren.
Ee dieet werkt niet goed, wat wel?
De leefstijl verbeteren.
Meer bewegen, minder eten.
Ook frisdrank zonder suiker werk niet, hoe komt dat?
Ratten begonnen in een test juist zwaarder te worden omdat de smaak een slechte voorspeller wordt van de hoeveelheid energie die er in zit. Mensen gaan dus meer gebruiken. En ratten ook.
Er zijn ook medicijnen maar...
Die hebben veel bijwerkingen.
Er is nog een optie:
Het verkleinen van de maag door een operatie.
Werkt verkleinen van de maag?
De meeste morbide obesitas leiders worden 'gewone' obesitas leiders. Niet bijzonder dus.
22. Stop en check

In een studie werden ratten met een calorie arm dieet zwaarder dan met een meer calorie dieet. Hoe kwam dat?
De ratten leerden hun gewoonlijke reactie op zoetigheid af dat meer zoet meer energie is. Daarom stopten ze de energie die ze hadden niet meer in bewegen. Ze compenseerden niet meer.
Anorexia

Het probleem met anorexia is niet het ontbreken van smaak of trek. Ze houden van de geur etc.

Maar wat dan wel?
Het probleem is de angst dik te worden en zelfcontrole te verliezen.
Bulimia nervosa

Een aandoening waarbij mensen van de ene extreem vallen in de andere. Eerst overeten daarna extreem lijnen.
Er is een analyse die het verghelijkt met drug gebruik.

Er word dopamine en opioiden aangemaakt.

Ze hadden een suiker afhankelijkheid omdat er afkick verschijnselen optraden.
23 en 24 Stop en Check.

23. Onderzoekers hebben veel afwijkingen van de chemie van de hersenen bij mensen met anorexia nervosa of boulimia nervosa gevonden. Waarom geloven ze niet dat deze afwijkingen anorexia of boulimia veroorzaken?

24. Welke bewijzen bij ratten suggereert dat boulimia een verslaving lijkt?
23. Als mensen herstellen van anorexia of boulimia, herstelt de chemie van de hersenen terug naar een normaal niveau.

24. Ratten die afwisselend onthouden werden van voedsel en een zeer zoete dieet, aten er geleidelijk meer en meer van, en ze reageerden op ontneming van het zoete dieet met het hoofd schudden en klappertanden, zoals de symptomen van morfine terugtrekking.